Het verhaal
Waarom wilden mensen altijd liefst precies zo zijn als de anderen? Hoe ouder Samuël werd, hoe meer hij daar zijn hoofd over brak. Vanmiddag waren ze naar hem toegekomen, een delegatie van wel twintig mannen. Allemaal eerbiedwaardige stamvaders van de voornaamste families van het land. Ze wilden hem spreken.
‘Samuël, we maken ons zorgen over later, als jij er niet meer zult zijn’, zei de ene.
‘Ik ben nog niet dood! En mijn zonen Joël en Abia zullen na mij rechters zijn over Israël’, antwoordde Samuël.
De mannen schuifelden met hun voeten. ‘Neem ons niet kwalijk, Samuël, maar daar hebben we niet zoveel vertrouwen in’, zei een ander. ‘Je zonen zijn helaas niet zo eerlijk en rechtvaardig als hun vader…’
Dat kon Samuël niet ontkennen. Maar hij begreep nog niet wat ze dan wilden.
‘Waarom stappen we niet af van dat systeem van een rechter aan het hoofd van ons land?’ zei een derde. ‘Alle andere volkeren hebben een koning. Wij willen ook een koning!’
‘We willen jou vragen om voor ons iemand tot koning te zalven’, zei de eerste weer. ‘God zal jou leiden.’
Ze leken opgelucht nu het eruit was. Samuël zweeg. Hij had er vroeger wel eens een gerucht over gehoord, maar hij had niet beseft dat het hen zo hoog zat. Ze meenden het echt: ze wilden een koning! Alsof hun land al niet eeuwenlang een koning had, zo goed en wijs als geen enkel ander volk ooit zou krijgen!
Samuël vloog uit: ‘God is toch onze koning! Waarom zouden jullie een andere koning willen? Zijn jullie misschien gek geworden? Beseffen jullie niet waar jullie aan beginnen? Een koning zal jullie zonen in zijn leger inlijven en hen doen sneuvelen als vliegen. De sterkste mannen zal hij opeisen om te werken aan zijn paleis of op zijn akkers. Hij zal jongens en mannen nodig hebben voor zijn lijfwacht en in zijn wapensmeedplaatsen. Jullie dochters zal hij opeisen om ze te laten koken en bakken voor zijn hofhouding. Ze zullen zalven moeten bereiden, stoffen weven en dure kleren naaien. Jullie beste akkers zullen jullie moeten afstaan aan de koning, want hij zal ze geven aan zijn hovelingen. En van alles wat je verdient, wat het land opbrengt of je kudde produceert, zul je een tiende deel moeten betalen aan hem. Hoe kan de koning anders zijn hovelingen en ambtenaren betalen? En als je dan gaat klagen, hoef je daarmee niet bij God aan te komen, want dan zal hij niet naar jullie luisteren!’
Buiten adem zweeg Samuël. De mannen voor hem bogen het hoofd en namen afscheid. Ze keken elkaar schichtig aan. Samuël had hen niet overtuigd, hij voelde het. ‘Denk er nog maar eens over na, Samuël’, zeiden ze. ‘Het volk wil een koning die ons bestuurt en recht spreekt en ons voorgaat in de strijd. Is dat zo vreemd?’
En nu was Samuël waar hij zo vaak kwam, alle jaren van zijn leven sinds zijn ouders hem heel lang geleden naar Eli brachten. In het heiligdom bij de ark, waar God met hem praatte. Samuël was nog steeds kwaad.
‘Waarom ben je zo kwaad, Samuël?’ vroeg God. ‘Jou wijzen ze niet af, integendeel, jij moet voor hen een koning vinden. Mij wijzen ze af als koning, zie je dat niet?’
Samuël knikte. ‘Juist daarom ben ik zo kwaad’, zuchtte hij. ‘Heb ik hen dan zo weinig kunnen leren?’
‘Mensen zijn hardleers. Doe wat ze vragen’, zei God. ‘Stel een koning over hen aan. Dan krijgen ze wat ze willen. Ik blijf hoe dan ook bij hen.’
Naar 1 Samuël 8
Uit: Hosanna! Kinderbijbel met meer dan 150 verhalen (Kolet Janssen, ill. Roel Ottow, Van In, 2013) pag. 60.
Denkvraag
Hoe moet een goede koning of leider van het land zijn, volgens jou?
Doe-tip
Iemand mag een hele dag lang ‘koning’ zijn, in de klas of bij jou thuis. Hij of zij moet beslissen wat er moet gebeuren als er te kiezen valt. Als er ruzie is, moet hij of zij een oplossing vinden.
Bespreek op het einde van de dag: was hij of zij een goede koning? Waarom of waarom niet?
Gebed
Lieve God,
Jij bent onze koning.
Op Jou kunnen we altijd rekenen.
Jij zal ons nooit bedriegen of alleen aan jezelf denken.
Je wilt het goede voor iedereen.
Je hoopt dat er vrede komt.
Je wilt dat niemand pijn of verdriet heeft.
Wij kunnen meewerken aan jouw rijk.
Amen.