Het verhaal
Johannes stond met twee van zijn leerlingen bij de rivier de Jordaan. Opeens zag hij dat Jezus voorbijkwam. ‘Kijk, dat is de man waarover ik sprak’, zei Johannes. ‘De man die van God komt.’ De twee leerlingen keken naar elkaar en naar Johannes. Johannes knikte. Snel liepen de twee vrienden Jezus achterna.
Jezus hoorde hen en draaide zich om. Hij keek hen aan. ‘Wat zoeken jullie?’ vroeg hij.
De twee vrienden wisten niet goed wat te zeggen.
‘Euh… waar logeert u, meester?’ vroegen ze.
Jezus lachte. ‘Kom maar mee, dan kun je het zelf zien’, zei hij.
Ze gingen met hem mee naar het huis waar hij logeerde. Het was al laat in de middag, en de twee vrienden bleven de rest van de dag praten met Jezus. De tijd vloog voorbij.
Een van de twee heette Andreas. Hij had een broer die Simon heette. Kort daarna zag Andreas zijn broer voorbijkomen. Hij riep hem toe: ‘Simon, kom, we hebben de Messias gevonden!’
Hij liep naar zijn broer en bracht hem naar Jezus.
Jezus keek hem aan en zei:
‘Jij bent Simon, de zoon van Johannes. Maar vanaf nu noem ik je Kefas.’
Kefas betekent rots. Het is dezelfde naam als Petrus.
Andreas schaterde het uit. ‘Jezus ziet nu al wat voor een keikop jij bent!’ zei hij.
Jezus glimlachte ook. ‘We kunnen niet zonder een rots’, zei hij.
Simon zei niets. Maar hij ging zitten en bleef bij Jezus en zijn broer.
Naar Joh 1,35-42
(Tekst Kolet Janssen, illustratie Roel Ottow)
Denkvraag
Wie heeft jou voor het eerst verteld over Jezus? Wat is het eerste verhaal over Jezus dat je je kunt herinneren?
Doe-tip
Jezus geeft Simon Petrus een nieuwe naam (rots). Bedenk voor een goede vriend(in) een naam die goed bij hem of haar past en die iets zegt over zijn of haar mooie eigenschap, karaktertrek of talent. Schrijf die op een kaartje.
Gebed
Lieve Jezus,
De eerste leerlingen konden zomaar praten met jou.
Zij werden echt jouw vrienden.
Voor ons is dat niet zo gemakkelijk.
Gelukkig hebben we veel verhalen over jou.
Zo leren we jou goed kennen.
En als we bidden, praten we met jou.
Jij bent ook nu dicht bij ons.
Amen.