Het is moeilijk om de kracht te zien van iemand die je als klein jongetje hebt gekend.
Het verhaal
Jezus had uit de Bijbel voorgelezen in de synagoge van Nazaret. Daarna zei hij: ‘Ik ben gekomen om jullie dichter bij God te brengen. God heeft mij naar alle mensen gestuurd.’
Maar de mensen uit Nazaret kenden Jezus al van toen hij een kleine jongen was. Ze hadden hem zien spelen en groter worden. Ze kenden zijn vader en moeder en zijn familie. Ze konden Jezus niet geloven.
‘Dat is toch gewoon de zoon van Jozef? Hoe kan hij de Messias zijn?’ zegden sommigen.
Anderen zegden: ‘Laat hem eerst maar eens een paar mensen genezen, dan zullen we hem geloven! Ze zeggen dat hij dat in Kafarnaüm heeft gedaan. Waarom doet hij het dan hier ook niet?’
Jezus zuchtte. ‘Geen enkele profeet is welkom in zijn eigen stad’, zei hij. ‘Dat is altijd zo geweest. Ook de profeten van vroeger deden hun wonderen meestal in het buitenland. Denk maar aan Elia, die een weduwe ging helpen in Sidon, ver van waar hij woonde. Of aan de profeet Elisa die een man uit Syrië beter maakte. Er waren vast wel mensen dichterbij die ze ook hadden kunnen helpen. Maar ook zij waren niet welkom als profeet in hun eigen stad.’
Toen werden de mensen van Nazaret boos. Ze trokken Jezus de synagoge uit en wilden hem de stad uitjagen. Aan de rand van de stad was een ravijn. Sommige mensen waren zo kwaad op Jezus dat ze hem in de afgrond wilden gooien. Maar Jezus liep gewoon tussen hen door en ging weg.
Naar Lucas 4,21-30
(Tekst Kolet Janssen, illustratie Roel Ottow)
Denkvraag
Ook mensen die je heel goed kent (thuis, op school, in de buurt…) kunnen soms fantastisch goede dingen zeggen of doen. Dat kan een echte verrassing zijn! Ken jij zo iemand? Wat zegt of doet hij of zij?
Doe-tip
Jezus loopt gewoon tussen zijn vijanden door. Speel het spel ‘Schipper, mag ik overvaren?’ om te weten hoe dat voelt.
Gebed
Lieve Jezus,
De mensen uit Nazaret konden niet geloven
hoe speciaal jij was.
Ook wij vergeten dat soms.
Daarom luisteren we graag opnieuw naar de verhalen over jou.
Zodat we af en toe een beetje op jou kunnen gelijken.
Help jij ons daarbij?
Amen.