Het verhaal
Jezus praatte en at met alle mensen die hij tegenkwam. Daar zaten ook mensen bij die fouten hadden gemaakt en verkeerde dingen hadden gedaan. Maar juist die mensen wilde Jezus er opnieuw bij laten horen. Dus ging hij het meest op bezoek bij hen. De brave en deftige mensen en de Farizeeërs vonden dat maar niets. Jezus hoorde hen erover mopperen en daarom vertelde hij deze verhalen:
‘Ik ken een vrouw die tien mooie muntstukken had, samen een heel kapitaaltje. Ze was er trots op en af en toe haalde ze de muntstukken uit het zakje waarin ze ze bewaarde en telde ze. Maar op een dag telde ze er geen tien, maar niet meer dan negen! O ramp! Er was een muntstuk kwijt! Ze moest en zou het terugvinden! Ze had de muntstukken nergens mee naartoe genomen, dus het muntstuk moest nog ergens in huis liggen. Ze tilde de tapijten op en schudde ze uit, keek onder tafels en banken, zocht op de plank aan de muur. Ze had geen rust meer totdat ze het muntstuk zou terugvinden. En opeens vond ze het… onder de kruik met olie. Wat een opluchting! De vrouw was zo blij dat ze al haar vriendinnen uitnodigde om thee te komen drinken. Ze vertelde aan iedereen hoe blij ze was!’
Jezus keek naar zijn deftige toehoorders. Begrepen ze nu waarom hij juist op bezoek ging bij mensen die niet altijd volgens de regels van het geloof leefden? Die fouten gemaakt hadden, maar daar spijt van hadden? Juist aan die mensen wilde Jezus door zijn bezoek vertellen dat ze op de goede weg waren. Maar misschien hadden de Farizeeërs dat nog niet begrepen. Voor de zekerheid vertelde Jezus nog een ander verhaal.
‘Een herder vertelde me eens dat hij honderd schapen had. Op een dag raakte één van zijn schapen kwijt. De herder dreef zijn schapen bij elkaar in de schaapskooi en droeg zijn hond op om voor de schapen te zorgen. Zelf ging hij op zoek naar het verloren schaap. Hij liep urenlang over smalle en steile weggetjes. En daar, in een kloof tussen de struiken, ontdekte hij het schaap dat verloren was gelopen! Hij haalde het met veel moeite uit de kloof. Het schaap was gewond aan zijn poot en de herder nam het op zijn schouders mee naar huis, waar de andere schapen waren. En al van ver riep hij naar zijn vrienden: “Kijk, ik heb mijn schaap teruggevonden! Goed hè? Het is gewond, maar het zal snel genezen zijn.” Zo blij was de herder met dat ene schaap dat teruggevonden was, dat hij het aan iedereen vertelde.’
Weer keek Jezus afwachtend naar de mensen tegenover hem. Het waren mensen die heel erg hun best deden om te leven zoals God het wilde. Hadden ze nu begrepen waarom hij vaak op bezoek ging bij mensen die fouten maakten? Of nog niet helemaal? Hij vertelde nog een laatste verhaal:
‘Er was eens een vader met twee zonen. De oudste was een brave jongen, die altijd deed wat zijn vader zei. De jongste wilde liever zijn eigen zin doen. Daarom vroeg hij op een dag aan zijn vader: “Krijg ik alvast het geld van mijn erfenis? Dan trek ik de wijde wereld in.” Dat was een rare vraag, want de vader was nog lang niet dood! Maar de vader hield veel van zijn zoon en hij gaf hem het geld dat hij vroeg.
De jongste zoon reisde lange tijd rond. Hij gaf zijn geld uit aan dure feestjes. En toen al zijn geld op was, was hij net in een land waar een grote hongersnood heerste. Bijna niemand had genoeg te eten. De jongste zoon leed erge honger. Om aan een beetje eten te komen, moest hij als varkenshoeder gaan werken. Hij besefte opeens dat de werknemers van zijn vader beter af waren dan hij. Die hadden tenminste genoeg te eten! Daarom besloot hij om terug naar huis te gaan en tegen zijn vader te zeggen: “Vader, ik ben dom geweest en kan dus uw zoon niet meer zijn, maar neem mij aan als een van uw werknemers.” Hij vertrok meteen.
De vader keek elke dag uit naar zijn jongste zoon. Hij zag de jongen al van ver aankomen. Hij liep naar hem toe en sloeg zijn armen om hem heen. De jongste zoon zei wat hij zich had voorgenomen: “Vader, ik ben dom geweest en kan dus uw zoon niet meer zijn.” Maar zijn vader liet hem niet uitspreken. Hij liet schone kleren halen voor de jongen en vroeg zijn mensen om een feestmaal klaar te maken. “Ik ben zo blij!” zei de vader. “Het was alsof deze jongen van mij dood was, en nu is hij weer levend geworden. Hij was verloren en nu heb ik hem weer teruggevonden.” Het feest begon, met heerlijk eten en drinken, met muziek en dans.
Toen de oudste zoon thuiskwam van zijn werk op het veld, hoorde hij de muziek. “Wat is er aan de hand?” vroeg hij aan één van de werknemers. “Uw broer is teruggekomen!” zei de man. “En uw vader is daar zo blij om dat hij er feest om viert.” Toen werd de oudste zoon boos en hij wilde niet naar binnen gaan. Maar zijn vader kwam naar buiten en legde een hand op zijn arm. De oudste zoon zei: “Ik doe al jarenlang precies wat u van mij vraagt, en voor mij heeft u nog nooit een feest gehouden! Maar nu die nietsnut, die al zijn geld heeft weggegooid, is thuisgekomen, krijgt hij meteen een groot feest! Is dat soms eerlijk?” Zijn vader zei tot hem: “Jongen, jij bent altijd bij mij, en alles wat van mij is, is van jou. Maar begrijp je dan niet hoeveel geluk we hebben dat je broer veilig en wel is thuisgekomen? Het was alsof hij dood was, en nu leeft hij weer. Hij was verloren en is teruggevonden.”’
Toen Jezus weer naar binnen ging bij de tollenaar waar hij op het eten was uitgenodigd, zei niemand van de deftige mensen die buiten stonden nog een woord. Ze gingen stilletjes weg en dachten na over het vreemde verhaal.
Naar Lucas 15
Uit: Hosanna! Kinderbijbel met meer dan 150 verhalen (Kolet Janssen, ill. Roel Ottow, Van In, 2013) pag. 187-190.
Denkvraag
Ben jij ooit een vriend(in) kwijtgeraakt? Hoe was dat? Heb je hem of haar teruggevonden?
Doe-tip
Speel met je vrienden ‘omgekeerd verstoppertje’. Eén kind verstopt zich en alle kinderen zoeken stilletjes. Zodra iemand anders het kind vindt, gaat hij/zij erbij zitten. De anderen zoeken verder totdat de laatste hen vindt.
Gebed
Lieve God,
soms denk ik een hele dag niet aan jou.
Dan ben ik jou kwijt.
Maar ik vind jou altijd terug,
want jij bent mij nooit kwijt.
Jij houdt mij altijd vast.
En ik kan altijd terugkomen bij jou.
Daar ben ik heel blij om.
Amen.