Het verhaal
Op een keer waren Jezus en zijn vrienden in het gebied van Tyrus bij de zee. Ze logeerden in het huis van vrienden. Jezus was moe, en zijn vrienden vonden dat hij het een poosje rustig aan moest doen. Maar binnen de kortste keren liep het alweer mis. Buiten bij de deur hoorden ze het geluid van ruziënde stemmen. Even later kwam er een vrouw binnen, een Griekse, aan haar kleding te zien. De gastvrouw probeerde haar naar buiten te trekken, maar ze rukte zich los en liep op Jezus toe.
‘Meneer, help mij!’ riep ze uit. ‘Mijn dochtertje is bezeten van een kwade geest, ze is helemaal buiten zichzelf en ze weet niet meer wat ze doet! Kom alstublieft mee om haar te bevrijden!’
Jezus keek haar even nadenkend aan, en keerde zich toen van haar af. ‘Het is niet goed om het brood van de kinderen af te pakken en het aan de hondjes te geven. Eerst moeten de kinderen volop te eten krijgen’, zei hij.
De vrienden hielden hun adem in. Jezus bedoelde natuurlijk dat hij alleen voor hen, joden, wilde vertellen en genezen.
De vrouw sprong voor Jezus en viel op haar knieën.
‘Meneer, bij mij thuis eten de hondjes onder de tafel de kruimels die de kinderen laten vallen!’ zei ze.
Weer keek Jezus haar nadenkend aan. Toen schoot hij in de lach.
‘Je hebt nog gelijk ook!’ zei hij. ‘Er is vast genoeg voor iedereen!’ Toen werd hij weer ernstig. Hij nam de vrouw bij de hand en zei: ‘Je vertrouwen is zo groot, dat je dochter al genezen is.’
De vrouw kuste zijn hand en rende weg, naar huis. Later hoorden ze dat haar dochter op bed lag, maar de kwade geest was verdwenen.
‘Soms leer je iets van mensen waarvan je het helemaal niet verwacht’, zei Jezus die avond. ‘God is er niet alleen voor de joden. Dat mag ik niet vergeten.’
Zijn vrienden knikten, maar ze wisten niet goed wat ze ervan moesten denken. Met hun volk had Jezus het soms al moeilijk genoeg. Wat zou dat worden als al die anderen er ook nog bij kwamen?
Naar Mattheüs 15,21-28
Uit: Hosanna! Kinderbijbel met meer dan 150 verhalen (Kolet Janssen, ill. Roel Ottow, Van In, 2013) pag. 173.
Denkvraag
Is het moeilijk om iemand te helpen die je niet kent? Waarom (niet)? Heb je dat ooit gedaan?
Doe-tip
Speel dit verhaal in een rollenspel met twee. Om de beurt ben je Jezus of de Griekse vrouw. Vertel aan elkaar hoe het voelde in elke rol.
Gebed
Lieve Jezus,
Jij stond open voor iedereen die je ontmoette.
Help ons om net als jij niet bang te zijn voor anderen.
Zo kunnen we bijleren van elke nieuwe mens in ons leven.
Want we zijn allemaal broers en zussen van jou en van elkaar,
en kinderen van God, onze Vader.
Amen.