Jezus vertelt over twee heel verschillende broers met een vader die hen iets vraagt.
Het verhaal
‘Er waren eens twee broers, Jotam en Otam’, vertelde Jezus, toen hij met zijn vrienden onderweg was. ‘Op een dag vroeg de vader van de jongens aan Jotam: “Jongen, vandaag heb ik veel werk bij de druivenstruiken. Kom je mij helpen? Dat zou fijn zijn!”
Jotam antwoordde: “Natuurlijk, vader, tot straks!” Maar toen zijn vader weg was, mopperde hij: “Altijd die stomme druivenstruiken! Daar heb ik vandaag echt geen zin in. Ik ga lekker zwemmen met mijn vrienden. Mijn vader zoekt het zelf maar uit.” En hij vertrok naar zijn vrienden.
De vader zocht ook Otam op, zijn andere zoon, en vroeg hem hetzelfde. Otam keek zijn vader boos aan. “Ik wil helemaal niet bij de druivenstruiken werken”, zei hij. “Ik was van plan om een tocht te maken met mijn vrienden en dat ga ik doen ook!” Hij liep weg met een nijdig gezicht. Maar onderweg naar zijn vrienden kreeg hij spijt. Mijn arme vader staat er helemaal alleen voor als ik niet kom, dacht hij. En dus keerde hij zich om en liep naar de wijngaard met de druivenstruiken om zijn vader te helpen.’
Jezus keek zijn vrienden aan. ‘Welke van de twee broers houdt het meest van zijn vader?’
‘Die Otam, die hem echt gaat helpen, ook al wilde hij eerst niet. Dat is de beste zoon, hè?’ vroeg Petrus.
‘Precies’, zei Jezus. ‘Wat telt is vooral wat je doet.’
‘Ook als je eerst heel onbeleefd bent geweest tegen je vader?’ vroeg Johannes.
Jezus glimlachte. ‘Ook dan’, zei hij.
Naar Matteüs 21,28-32
(Tekst Kolet Janssen, illustratie Roel Ottow)
Denkvraag
Waarom heeft Jotam ‘ja’ gezegd, denk je?
Moet je altijd doen wat je hebt beloofd? Waarom of waarom niet?
Moet je altijd ‘ja’ zeggen als iemand je vraagt om te helpen? Waarom of waarom niet?
Doe-tip
Hoe voelen de drie personages van het verhaal zich volgens jou, aan het begin en op het einde? Teken een smiley in elk vakje. Vergelijk met de anderen en leg je keuze uit.