Jezus roept zijn vrienden op om heel anders naar mensen te kijken.
Het verhaal
Op een dag kwamen Jezus en zijn vrienden langs een enorme villa. Een groot gebouw voor de familie van de eigenaar. Kleinere gebouwen voor de mensen die in zijn dienst werkten. Eromheen was een prachtige tuin met een groot hek. Knechten en meiden liepen af en aan.
‘Waw,’ zei Filippus, ‘die man is rijk!’
Jezus ging onder een boom zitten en de vrienden vlijden zich rondom hem neer.
‘Rijk zijn is niet altijd een voordeel’, zei hij lachend. ‘Soms denk ik wel eens dat het voor een rijke mens moeilijker is om het Rijk van God binnen te gaan dan het voor een kameel is om dat smalle poortje binnen te wandelen in de stadsmuur van Jeruzalem, je weet wel, dat poortje dat ze ‘Het oog van de naald’ noemen. Op de lange duur heb je niets aan geld. Ik zal jullie vertellen hoe het zal gaan:
Ooit, als de aarde oud is en alle mensen hebben geleefd, komt er een einde aan deze wereld. Dan zal ik in naam van God oordelen over alle mensen, over hoe ze geleefd hebben. Of ze bij de rechtvaardige mensen horen of niet. Ik zal hen scheiden in twee groepen, zoals een herder zijn schapen scheidt van de bokken, de ene groep rechts, de andere links. Ik zal de rechtvaardigen aan mijn rechterhand uitnodigen in zijn koninkrijk. Ik zal tot hen zeggen: “Kom, lieve mensen, kom binnen in het koninkrijk van mijn Vader. Want ik had honger en jullie hebben mij eten gegeven. Ik had dorst en jullie hebben mij drinken gegeven. Ik was alleen en een vreemdeling en jullie hebben mij opgenomen. Ik had geen behoorlijke kleren en jullie hebben mij kleren gegeven. Ik was ziek en jullie hebben mij verzorgd. Ik zat in de gevangenis en jullie kwamen mij opzoeken.”
Jezus lachte. ‘En de rechtvaardigen, die snappen er niets van. Die zullen zeggen: “Maar meneer, wij hebben u nooit gezien! Wanneer hebben we u ontmoet toen u honger of dorst had, en u eten en drinken gegeven? Wanneer hebben we u kleren gegeven? Wanneer zagen we u als vreemdeling of als zieke of als gevangene en hebben we u opgezocht? Daar kunnen we ons niets van herinneren!”
Dan zal ik zeggen:
“Alles wat je ooit in je leven voor een mens hebt gedaan, hoe klein of armzalig die mens ook was, dat heb je voor mij gedaan.”
En tot de onrechtvaardige mensen aan mijn linkerhand zal ik zeggen: “Jullie horen niet thuis in het koninkrijk van mijn Vader. Jullie kozen ervoor om te horen bij het kwaad. Want ik had honger en jullie vertikten het om mij iets te eten te geven. Ik had dorst en jullie deden of je het niet zag. Ik was alleen en een vreemdeling en jullie lieten mij aan mijn lot over. Ik had nauwelijks kleren en jullie keken gewoon de andere kant op. Ik was ziek, maar dat kon jullie niet schelen. Ik zat in de gevangenis en jullie dachten: Opgeruimd staat netjes.”
Dan zullen de onrechtvaardige mensen verontwaardigd uitroepen: “Maar meneer, dat is niet waar, wij hebben u nooit gezien! Anders hadden we u natuurlijk wel geholpen!”
Dan zal ik zeggen: “De manier waarop je kleine, arme en zieke mensen om je heen hebt behandeld, je hele leven lang, zo heb je mij ook behandeld.”
‘Maar dat is toch niet helemaal eerlijk…’ protesteerde Filippus. ‘Je kunt toch niet bij elke mens aan God denken!’
‘En waarom niet?’ riep Jezus uit. Het gebeurde niet vaak, maar nu leek het erop dat hij kwaad werd. ‘Zeg me eens waarom niet? Is elke mens niet het evenbeeld van God, zoals we in het scheppingsverhaal lezen? Moet je dan niet voor elke mens zorgen, alsof hij God was?’
‘Zo eenvoudig is het toch ook weer niet’, zei Salome. ‘Er zijn toch ook armen die lui zijn, of zieken die zeuren, of gevangenen die niet beter verdienen dan in de gevangenis te zitten?’
‘Ik heb niet gezegd dat het eenvoudig was’, zei Jezus. ‘Je zult ook niet alle problemen kunnen oplossen. Maar als je met een hart vol liefde naar mensen toegaat, en hen niet veroordeelt, maar hen juist probeert te helpen, dan zul je zien dat er wonderen gebeuren.’
Naar Matteüs 25, 31-46.
(Tekst Kolet Janssen uit: Hosanna! Kinderbijbel met meer dan 150 verhalen, Van In, 2013, pag. 199-200. Illustratie Roel Ottow)
Denkvraag
Wie had jou de afgelopen week nodig? Wie zal jou volgende week nodig hebben? Hoe zou je met hem of haar omgaan als het Jezus was die je nodig had?
Doe-tip
Praat of speel deze week eens met iemand met wie je niet vaak praat of speelt.
Gebed
Lieve God,
In elke mens die we ontmoeten,
zit een stukje van jou.
Help ons daaraan te denken.
Dan zien we dat altijd maar beter.
En voor we het weten,
lijken we zelf ook meer op jou!
Amen.