'Het woord vooraf' kadert deze twaalfdelige reeks 'Samen groeien naar en nieuw begin'
Naar de vorige stap: Het onrecht stopzetten
We zitten vast
Mattias (°) is 49 en heeft twee kinderen. Zijn huwelijk is na 19 jaar stukgelopen. Op een dag kwam hij thuis en het huis was leeg. Niet alleen zijn vrouw en kinderen waren verdwenen, maar ook het grootste deel van de meubels. In de groeigroep vertelt hij dat hij niet meer boos is. Hij zegt ook dat hij niet gekwetst is. Hij begrijpt het immers allemaal want hij is serieus tekortgeschoten in de relatie. Eigenlijk stelt hij dat hij in de eerste plaats naar de groeigroep is gekomen om meer bij te leren over vergeving. ‘Ik hoef mijn vrouw immers zelf niets te vergeven’, zegt hij. ‘Ik begrijp haar beslissing, maar ik heb zelf al veel mensen gekwetst in mijn leven, en wil meer leren over hoe zij mij kunnen vergeven. Daarom ben ik hier.’
|
Heel wat mensen ontkennen dat ze gekwetst werden. Ze voelen zich liever schuldig dan beschaamd, liever degene die kwetst dan degene die gekwetst wordt. Liefst willen ze deze pijnlijke, vernederende bladzijde in hun leven zo snel mogelijk omslaan en doen alsof er niets gebeurd is. De menselijke geest is erg vindingrijk in methodes om zichzelf dat gevoel van pijn en schaamte te besparen. Maar geen enkele wonde kan genezen tenzij men het lef heeft om ernaar te kijken en te erkennen: ik ben gekwetst.
Verstandelijke weerstanden
Als mensen iets ergs meemaken, roept dit heftige, pijnlijke emoties op. Men probeert zich dan op verschillende manieren te beschermen tegen die pijn. Een van die manieren is weigeren om de volle omvang van het onrecht met het verstand te erkennen.
Dit is een heel natuurlijke reactie. Soms is iets zo erg dat het maar stukje bij beetje kan en mag doordringen, de volle omvang van het gebeuren zou ons anders verpletteren.
Wanneer deze ontkenning echter blijft duren, wordt ook de mogelijkheid tot genezing tegengehouden. We bouwen een pantser om ons heen en de ontkenning van de pijn veroorzaakt een geestelijke verstikking. Het pantser, oorspronkelijk bedoeld om ons te beschermen, wordt steeds meer een verstikkende dwangbuis, en maakt het onmogelijk dat de wonde kan genezen.
Meestal ontkennen we het gebeurde niet helemaal, we gaan het alleen minimaliseren.
Iedereen weet dat Kevin (°), een jongen van 16, verslaafd is aan drugs: zijn vrienden, de leraars, de buren. Je ziet het aan zijn ogen, de onzin die hij soms uitkraamt, zijn wisselvallige stemmingen, het soort kerels waar hij mee rondhangt. Iedereen weet het, behalve zijn moeder. Al verdwijnt er geld uit haar portefeuille, al wordt Kevin woedend wanneer ze zijn kamer heeft opgeruimd, al stapelen de slechte schoolresultaten zich op, … ze blijft geloven dat er niets ernstigs aan de hand is. Gewoon een stevige puberteit.
|
Een andere manier om te ontkennen dat we gekwetst zijn, is meteen de persoon die ons kwetste verontschuldigen. We pleiten deze persoon vrij van wat hij of zij deed, en hiermee pleiten we meteen onszelf vrij van het ‘slachtoffer-zijn’ van deze daad.
Caroline (°) is verwonderd wanneer ze de stem van haar vriendin Ellie aan de telefoon hoort. Ze heeft er nog maar net de hele namiddag doorgebracht, samen met haar zoontje van 7 jaar, Sam. Het was geen leuke namiddag, Sam was erg lastig geweest.
Ellie klinkt een beetje verward, begint drie keer iets op een andere manier te vertellen en gooit het er ten slotte uit: ‘Caroline, ik kon het niet meer aanzien hoe jij je laat doen door jouw zoontje. Je ziet hem zo graag, en hij maakt er misbruik van. Hij weet perfect dat hij zijn zin krijgt wanneer hij het op een huilen zet.’ Caroline voelt haar stekels overeind komen. ‘Sam heeft het vaak moeilijk als hij niet in zijn thuisomgeving is. Daar moet ik begrip voor hebben, en naar ik hoopte jij ook.’ 'Dat weet ik, maar dat kan niet betekenen dat jij je eindeloos moet aanpassen! Je hebt geen moment rust gehad. We hebben niet eens kunnen spreken. Kinderen kunnen ook soms gewoon stout zijn. Volgens mij is Sam vanmiddag gewoon stout geweest!’
Caroline opent haar mond voor een antwoord, maar sluit hem weer. Want ergens beseft ze dat Ellie gelijk heeft.
|
We veront-schuld-igen iemand op basis van zijn of haar verleden (bijvoorbeeld de opvoeding), een omstandigheid, een beperking. En zeker zal er een moment komen waarop deze zaken helpen om te begrijpen waarom iemand op een bepaalde manier handelt, maar dat kan pas nadat we onze kwetsuur gevoeld en erkend hebben. Dit ontkennen en verontschuldigen kan lijken op vergeving, maar het is het niet.
Echte vergeving is als een nieuwe geboorte, het kost pijn.
Wie de pijn niet onder ogen wil zien, ontdekt al snel dat er helemaal geen vergeving is geweest, enkel een wegduwen van de pijn. Maar al snel steekt die weer de kop op!
Marie (°) heeft al tien jaar een relatie met Sven. Ze waren al in de dertig toen ze elkaar ontmoetten en er zijn geen kinderen. Zij vindt iemand vieren erg belangrijk. Al lang op voorhand kruist ze de data van huwelijksverjaardagen of andere feestelijke data aan. Iedere keer opnieuw zorgt ze voor een leuke verrassing op die dag. Zelfs voor Vaderdag plant ze iets leuks en laat Sven met een kaartje weten dat hij een echte vaderfiguur is voor zoveel mensen.
Sven vertelt iedereen glunderend hoe attent zijn Marie wel is. Helaas denkt hij er niet aan om zelf belangrijke data in zijn volle agenda te zetten. Een paar keren is hij haar verjaardag gewoon vergeten. ‘Oh, nee, we hebben er geen ruzie over gemaakt’, vertelt Marie aan een vriendin. ‘Waarom zouden we? Ik begrijp het helemaal. Bij Sven thuis was dit nooit de gewoonte en bovendien heeft hij het razend druk.’
Ze meent het echt wanneer ze dit zegt. Ze begrijpt zelf niet waarom ze, een paar weken later, helemaal door het lint gaat wanneer hij vergeten is om het beloofde brood mee te brengen.
|
Emotionele weerstand
Niet alleen het verstand kan weigeren om de volle omvang van de feiten te aanvaarden. Er kan ook een sterke emotionele weerstand zijn.
Als we gekwetst worden, beseffen we in een flits hoe kwetsbaar, ongeschikt, afhankelijk en machteloos we zijn. We voelen ons ‘beschaamd’, waardeloos, niet in staat om iets aan de loop van de dingen te veranderen.
Doorgaans hebben we zo een grote hekel aan dit gevoel van schaamte dat we alles zouden doen om het niet te hoeven voelen.
Soms zinnen we op wraak en voelen ons opnieuw machtige mensen die de touwtjes van ons leven in handen hebben.
Soms worden we angstvallige perfectionisten, die alles zo goed doen dat niemand ons kan ‘beschamen’ met een verwijt. We vermijden zoveel mogelijk risico’s en als we ondanks al die voorzorgen toch op een fout betrapt worden, herstellen we die meteen. Vaak moedigt de buitenwereld dergelijk gedrag aan. Maar toch voelen we ons geïsoleerd van de anderen en vragen ons af waarom we niet zoveel plezier hebben in het leven.
Of soms doen we net het omgekeerde: we wentelen ons in de rol van het eeuwige slachtoffer omdat we ontdekt hebben dat dit ons voordelen oplevert. Maar het slachtoffer spelen en hierdoor steun en sympathie krijgen is helemaal niet hetzelfde als dat pijnlijke besef van kwetsbaarheid in stilte kauwen en verteren.
Ten slotte vervangen we het schaamtegevoel vaak door een schuldgevoel. We maken onszelf dan verwijten, want het voelt nog altijd beter om te zeggen: ‘Jij idioot, hoe kon je dat nu laten gebeuren? Zag je dit echt niet aankomen?’ dan te erkennen: ‘Ik ben kwetsbaar, ik ben vaak onbekwaam of machteloos.’
Toch is het precies in het erkennen van die kwetsbaarheid en de schaamte erover dat het begin van de genezing ligt.
Als we gekwetst worden, krijgen we een kans om te groeien in het besef dat we kleine mensen zijn.
Het gebeurt wel eens dat ik ruzie heb met mijn vrouw. Zij durft me dan wel eens zeggen: ‘Ik kan er niet bij dat jij als maatschappelijk assistent zo slecht kan luisteren.’ Als mijn vrouw een dergelijke opmerking gaf, werd ik woedend. Mijn kwaadheid maakte het mij nog moeilijker om ons conflict op een harmonieuze wijze op te lossen. (…) Toen volgde ik een groeigroep in vergeving en daar werd over schaamte gesproken. Toen mijn vrouw bij een volgende ruzie opnieuw zei: ‘Ik kan er niet bij dat jij als maatschappelijk assistent zo slecht kunt luisteren’, voelde ik opnieuw de woede in mij opkomen. Ik kon me ditmaal wel bedwingen en ik stelde mezelf de vraag ‘Hoe komt het dat deze opmerking me zo treft?’ En ineens wist ik het antwoord. En ik gaf dat antwoord ook aan mijn vrouw. Ik zei haar: ‘Ik schaam me. Het doet me verdriet dat ik als maatschappelijk assistent niet in staat ben om altijd goed te luisteren.’ Toen ik dat uitsprak, voelde ik mijn woede zakken. Ik kwam er voor uit dat ik, zelfs als maatschappelijk assistent, niet altijd goed kan luisteren. Ik liet me kennen als ‘een beperkte mens’. Dat deed me goed.
Uit: T. Fiereman, Ik, mijn naaste en mijn God, Abdij Betlehem, Bonheiden, blz. 33.
|
STAP 2 IN EEN NOTENDOP
- Ook ik word gekwetst. Ik minimaliseer of ontken die kwetsuren niet.
- Ik erken de verantwoordelijkheid van de persoon die me gekwetst heeft.
- Soms sta ik machteloos. Ik aanvaard dat machteloosheid, kwetsbaarheid en schaamte hierover deel uitmaken van ons mens-zijn.
|
STAP 2 BIJ JOU THUIS
Langs alle kanten krijgen jouw kinderen de boodschap dat ze hun kwetsbaarheid niet mogen laten zien. ‘Laat je zo niet doen!’ ‘Toon wat je kunt!’ ‘Je kunt beter!’ ‘Huil niet zo! ‘Ben je soms nog een baby?’ Toon hen dat je sterk én tegelijk kwetsbaar kunt zijn. Vertel hen ook eens dat verhaal over die keer dat een goede vriend je liet vallen, of over die keer dat je wel een hele zomer verdriet had over een verloren vakantieliefde, of dat je niet geslaagd was in een examen, ... Zo geef je hen de moed en de vrijheid om hun eigen kwetsbaarheid te aanvaarden.
De Bijbel zit vol verhalen over kwetsbare, kleine mensen die God uitverkiest. Als je de kinderen een dergelijk verhaal voorleest, loont het de moeite om hier even over uit te wisselen.
Ik vraag me af waarom God David koos, de jongste en kleinste van acht broers. Ik vraag me af waarom Jezus geboren werd als een baby in een stal bij arme mensen. Ik vraag me af waarom de herders, de ‘losers’ van hun samenleving, de eersten waren die het goede nieuws kregen. Ik vraag me af waarom Jezus graag praatte met tollenaars en zondaars.
Stel deze vragen zonder dat je een ‘juist’ antwoord in jouw achterhoofd hebt. De antwoorden van de kleinsten kunnen je verrassen…
|
Goed om te weten
Naar de vorige stap: Het onrecht stopzetten
Naar de volgende stap: Je gekwetstheid met iemand delen
Heb je deugd van dit vergevingstraject en/of wil je je waardering voor dit aanbod uiten door onze werking financieel te steunen?
Van harte dank hiervoor!
Bekijk de mogelijkheden
|