De bibliotheek van het Grootseminarie heeft een rijke historische collectie. Elke maand stellen we een parel hieruit voor.
Geschreven door Bart Compernol, bibliothecaris van het Grootseminarie
Vorige week kwamen de collega’s van Musea Brugge de bibliotheek bezoeken en hebben we enkele parels uit de collectie opgediept, waaronder de ‘Mundus subterraneus’ of ‘Onderaardse weereld’ van Athanasius Kircher uit 1682. Kircher (1602-1680) bezette leerstoelen aan verschillende universiteiten in Europa en heeft meer dan veertig publicaties op zijn naam met een brede waaier aan onderwerpen, zoals filologie, egyptologie, sinologie, geologie, magnetisme, muziektheorie, geneeskunde en kosmologie. Hiervan hebben we er heel wat in onze collectie. Hij was een pionier in de ontcijfering van de hiërogliefen en duidde als eerste de pestbacterie, die hij had waargenomen onder de microscoop, aan als de oorzaak van de pest.
Lees verder onder de afbeelding
Als jezuïet was Kircher gevormd in de ignatiaanse spiritualiteit, waarin men met verbeelding en doorvoeling probeert te doorgronden wat was, is en zal zijn. Met deze verbeeldende bril probeerde Kircher de geheimen van de schepping in al haar facetten te doorgronden. In de ‘Onderaardse wereld’ schreef hij onder andere over de werking van vulkanen. In 1638 liet hij zich zelfs neerdalen in de krater van de Vesuvius om die te bestuderen enkele weken voor hij uitbarstte. De vele prachtige gravures zijn symbolisch en bedoeld om de lezer aan te moedigen zich de verborgen diepten van de natuur in te beelden.
Lees verder onder de afbeelding
Hij beschrijft de natuurlijke wereld met haar bergen, oceanen, ondergrondse bronnen, magmastromen en atmosferische verschijnselen in het eerste deel. De kunstmatige bewerking van de natuurlijke wereld, zoals productie van edelstenen, mineralen en geneesmiddelen, behandelt hij in het tweede deel van het boek.
Lees verder onder de afbeelding
Hij beschrijft ook de onderaardse wezens, waaronder de draak uit de collectie van kardinaal Barberini. Recent onderzoek heeft jammer genoeg uitgewezen dat het niet ging om een pterosaurus, die het meest op een draak zou lijken, maar om een taxidermische samenstelling van een wezelkop, reptielenlichaam en een palingstaart (zie: Phil Senter and Darius M. Klein, “Investigation of claims of late-surviving pterosaurs: the cases of Belon’s, Aldrovandi’s, and Cardinal Barberini’s winged dragons” in: Palaeonontologia Electronica).
Lees verder onder de afbeelding
Ook verhalen over gevonden beenderen van reuzen onderzocht hij. De reus van Boccaccio op de afbeelding hieronder, kon volgens hem niet bestaan hebben. Maar Goliath en de mauretaanse (uit Marokko) reus werden beschreven in antieke bronnen en de Helvetische reus (uit Zwitserland) was tien jaar voor zijn publicatie gevonden. Ze vergeleken de fragmenten met een mensenskelet en concludeerden dat het om een reus moest gaan. Later zou blijken dat het om een mammoet ging. Dat er reuzen bestaan is een feit, al zijn ze niet 6m groot. De grootste mens in het Guinness Book of Records, Robert Wadlow (1918-1940) was 2 meter 72 centimeter.
Lees verder onder de afbeelding
Hoewel Kircher op het einde van zijn leven aan geloofwaardigheid begon in te boeten met de opkomst van het rationalisme van Descartes, mag zijn intellectuele erfenis zeker niet onderschat worden. Hij had een grote invloed op het intellectuele netwerk van zijn tijd en onderhield correspondentie met meer dan 760 wetenschappers, geneeskundigen, filologen en humanisten.