Geschreven door Bart Compernol, bibliothecaris van het Grootseminarie
“Hy die belust op uytgelese wond’ren
U keurigh oogh soo selden kunt voldoen.
Hier kuntge u geest met lekkernyen voên,
Nu Fokkens doet de wereld overdond’ren,
Den roem van Amsterdam, een stadt
Vol weelde, en overvloet, die ’t al in zich bevat”
De vakantie is begonnen en velen zijn al met hun gedachten in verre landen. Maar ook dichter bij huis is er heel wat te zien en te beleven. Een city-trip naar Amsterdam bijvoorbeeld. Ook in de zeventiende eeuw waren er al stadsgidsjes met de geschiedenis en de belangrijkste bezienswaardigheden.
Het eerste boekje over Amsterdam werd in 1611 uitgegeven door de Harderwijkse professor Johannes Isacius Pontanus in het Latijn en in 1614 in het Nederlands vertaald. Vervolgens duurde het een kleine 50 jaar voor de Groningse blijspeldichter Melchior Fokkens in 1662 “Beschrijvinghe der wijdt-vermaarde Koop-stadt Amstelredam” liet uitgeven bij Marcus Willemsz. Doornik. Deze uitgave werd meteen de boekuitgevers Abraham en Jan De Wees overgenomen. In 1664 kwamen vervolgens bij de reeds genoemde Doornik nog drie uitgaven over Amsterdam en zijn geschiedenis uit.
Boeken werden gewoonlijk gedrukt na een overeenkomst tussen auteur en drukker. De auteur kreeg soms een eenmalige betaling en de drukker/uitgever de inkomsten van de verkoop. Er kwamen echter ook wel roofdrukken voor. Dat zijn nadrukken die geen toestemming hadden verkregen van de oorspronkelijke auteur of uitgever. Een veel gebruikte beschermingsmaatregel was het uitvaardigen van een privilege door de gezaghebbende autoriteiten, zodat slechts één drukker het recht had om bepaalde werken uit te geven onder zijn naam.
Lees verder onder de afbeelding