PELGRIMS VAN HOOP
Zusters en broeders in Christus,
Als pelgrims in de nacht zijn we naar hier gekomen, naar het Kind in de kribbe. Pelgrims met een hart vol hoop. We zoeken hier warmte, vriendschap, vergeving en verzoening, vrede, aanvaarding. Het kind omsluit met zijn armen elk van ons en de hele wereld.
“Pelgrims van hoop”, dat is de slagzin die het heilig jaar 2025 kentekent. In deze kerstnacht opent paus Franciscus in Sint-Pieters te Rome de heilige deur. Tot en met 6 januari 2026 loopt het jubeljaar, een jaar van herstel, verzoening, solidariteit, verdieping van geloof en vooral hoop op vrede.
Christenen zijn geen mensen van de “status quo”. Zij worden van oudsher genoemd: “Mensen van de weg”. Wij sluiten ons aan bij die lange karavaan van mensen in beweging gezet door Gods Woord. Een God die spreekt doorheen de tijden. Hij roept mensen en zendt hen als pelgrims van hoop. En het Volk dat wandelt in het duister ziet een groot licht. Eertijds riep hij Abraham en Sara. Hij ontrukte hen aan de doodse duisternis en zij trokken erop uit. Zij geloofden Gods belofte en verlieten hun oude bestaan. Zij zagen uit naar de zalige vervulling van hun hoop. Zij zijn vader en moeder van alle gelovigen. In hun hart dragen ze de hoop en delen die met ons. Wie vertrouwt op God bereikt zijn diepe bestemming als mens. Zo riep Hij ook Mozes en zijn volk… Gedreven door de Geest, doorheen de woestijn van ellende, twijfel, oorlog en honger houdt Mozes de vlam van de hoop brandend. De hoop op een nieuwe toekomst, een land van belofte, gerechtigheid en vrede.
Ook Jozef en Maria verlaten voor de volkstelling hun dorp Nazareth. In Bethlehem bereiken ze hun bestemming. Ondanks alle tegenwerking en tegenslag bewaren ze onderweg de hoop en schenkt God hen nieuwe toekomst: een Zoon, Jezus. In Hem spreekt God zijn Naam eens en voor altijd uit. “Ik ben er voor u, en ik zal er altijd zijn”. Mensen worden geroepen, rond het Kind in de kribbe. De prefatie van de advent verwoordt het zo sterk: “Wij danken U, eeuwige God, door Christus onze Heer. Toen Hij eertijds kwam, kwetsbaar en klein, heeft Hij het werk van uw genade voltooid, is vlees geworden en heeft voor ons allen open gedaan die deur naar een geluk dat eeuwig duurt, een land dat Hij beloofd heeft en ons geven zal. Nu nog zien wij allen naar die toekomst uit, vol hoop en vastberaden. Ooit zullen wij er binnengaan en wonen…” Ja, vol hoop en vastberaden weten de herders zich geroepen en op weg gezet naar Jezus. De ontmoeting met de Heiland transformeert hen. Ze laten alle angst en vrees varen en trekken erop uit, pelgrims vol hoop, die het Goede Nieuws verkondigen aan allen die zij ontmoeten.
Ook de Wijzen uit het Oosten vinden de vervulling van hun hoop in dit Kind. Zij worden dragers van hoop voor alle volkeren, wereldwijd. Eens volwassen gaat Jezus op weg. Hij doet het goede, bevrijdt mensen in allerlei opzichten en roept hen. De kleine gemeenschap die zich rond Hem in de kribbe verzameld had groeit aan. Het Volk van God onderweg, bezield door een goddelijke hoop. Tegenstand, verwerping, lijden en kruis bleken niet bij machte de vlam van de hoop te doven. Zusters en broeders van Aalst. Christenen zijn mensen van de weg. In deze tijd vol oorlogsgeweld, onverschilligheid, machtsvertoon, armoede en eenzaamheid weten wij ons samengeroepen door onze God. Op de warmste dag, Kerstdag, worden wij geraakt door Gods mensenliefde, ons geschonken in dit Kind. Laten wij op weg gaan, pelgrims vol hoop, pelgrims van de hoop. Moge dit Kerstfeest en het heilig jaar ons aanvuren. Dat wij als gelovige gemeenschap ook hier ter plaatse herauten en bewerkers mogen zijn van de hoop, het geloof, de liefde, de vrede en de gerechtigheid.
Eer aan God in den hoge en vrede op aarde onder de mensen van zijn welbehagen.
Een zalig kerstfeest.
En een gezegend nieuwjaar.
Van harte,
Hans Vandenholen,
uw pastoor-deken