Mini historiek
1833! België bestaat drie jaar. De romantiek jubelt.
Overal is kunst troef: Chopin heeft zich in Parijs gevestigd, Balzac schrijft in volle glorie «Médecin de campagne» en «Eugénie Grandet» en Berlioz werkt aan zijn Requiem. De dichter Lamartine stapt in de politiek en verkondigt: «de grote gedachten komen van het volk».
In de coulissen van de Italiaanse theaters maakt de jonge Verdi reeds zijn intrede. Europa walst onder leiding van de beroemde Johann Strauss. De ideeën verspreiden zich en de nieuwe muziek dringt door tot in de verste salons. Deze eeuw levert een massa talenten op, hekelt kennis en bejubelt de schoonheid. Muziek trekt aan, boeit en velen willen musiceren op de weinige momenten waarop zij daartoe de gelegenheid hebben… zelfs in die dorpen waar de straat slechts een wegje is en de huizen bestaan uit 4 lemen muren op een aarden bodem.
Het leven is er moeilijk. Er heerst veel armoede en analfabetisme, maar de mensen strijden er en overleven. Zelfs in deze armoedige huisjes krijgt muziek een steeds grotere betekenis. Men zingt en speelt vrolijke of droevige melodietjes naargelang de gemoedstand.
Het is in deze moeilijke tijd, die erg gunstig was voor nieuwe en creatieve ideeën, dat onze Filharmonie tot leven komt. Wie start er zo’n gek idee? De machine is reeds aan het rollen terwijl men zich de vraag nog stelt.
Deze uitdaging van formaat wordt door een plaatselijk mecenaat ondersteund. In de eerste bestuursvergadering worden bijvoorbeeld de namen van de oudste Jetse families neergeschreven. Culturele infrastructuur is niet aanwezig. Maar wat maakt het uit, men droomt erover en realiseert het.
De taken worden verdeeld, aanvaard en met volle toewijding gerealiseerd. Rekrutering, opleiding, secretariaat, schatbewaarder, muzikale leiding, enz. “Ten dienste staan” zal voortaan de grootste gemene deler zijn van al deze pioniers, deze kunstliefhebbers en deze uitvinders van de volksopvoeding.
De Filharmonie groeit snel, ze behaalt haar eerste successen en in 1892 verkrijgt de Filharmonie de grootste erkenning voor haar moeizame beklimming. Zijn Majesteit Koning Leopold-II kent haar de benijdenswaardige titel van ‘Koninklijke maatschappij’ toe.
In 2023 vierde de maatschappij haar 190 jaar bestaan. Zij biedt ons vandaag de kans om haar bedrijvigheid, haar talent en haar liefde voor de muziek te ontdekken.
Jean-Pierre Vinette
1833! L’état belge a trois ans. Le romantisme exulte. Partout l’art triomphe. Chopin vient de s’installer à Paris. Balzac, en pleine gloire écrit le "Médecin de campagne" et "Eugénie Grandet".
Berlioz travaille à son Requiem. Le poète Lamartine entre en politique et proclame: "les grandes pensées viennent du peuple". Dans les coulisses des théâtres italiens se profile déjà l’ombre du jeune Verdi.
L’Europe valse sous la baguette de l’illustre Johann Strauss. Les idées se propagent. Les musiques nouvelles pénètrent dans les Salons les plus lointains. Le siècle sécrète une multitude de talents, fustige la connaissance et célèbre la beauté. La musique at-tire, passionne et beaucoup en feraient pour le peu que l’occasion s’en trouvât. Même dans ces bourgs où la route n’est qu’un chemin et les maisons quatre murs en torchis dressés sur un sol nu. La vie y est ardue. Le paupérisme et l’analphabétisme sévissent. L’homme se débat, se bat et survit.
Mais, dans toutes ces chaumières la musique entre et s’installe. On chante et on joue ce petit air grivois ou triste selon que le cœur pulse le bonheur ou la tragédie. C’est dans ce contexte difficile, mais propice à la création et aux idées neuves, que la Phil-harmonie sera rêvée.
Qui lance le défi? La machine roule déjà que l’on se pose encore la question. Ce pari de taille fut relevé par un mécénat local. Ainsi relève-t-on dans le premier conseil d’administration les noms des plus vieilles familles jettoises. L’infrastructure culturelle n’existe pas. Qu’importe, on l’imagine, on l’implante. On relève les tâches, on les remplit et on les assume; recrutement, formation, secrétariat, trésorerie, direction musicale, etc. "Servir", sera désormais le dénominateur commun à tous ces pionniers, ces amoureux de l’art et ces inventeurs de l’éducation populaire. La société philharmonique s’étoffe rapidement... Elle glane ses premiers succès...
En 1892, la Philharmonie obtient la reconnaissance de sa laborieuse ascension. Sa Majesté le Roi Léopold II lui octroie le titre envié de "Société Royale".
En 2023, la société a fêté ses 190 ans d’existence. Elle nous offre aujourd’hui de dé-couvrir sa vigueur, son talent et son amour de la musique.
Jean-Pierre Vinette