BOERENPSALM
Als kleinzoon van een witloofboer,
weet ik nog wel het zwaar labeur,
versta nu ook wel hun teneur.
Al reeds van in de jaren zeventig
ging peter mee naar Brussel gaan betogen,
met zijn tractor met heel weinig vermogen.
Toen reeds begon het hen niet goed te gaan,
en niemand bleek hun zorgen te verstaan.
Het witloof was een zwaar labeur
en zeker in de koude winterdagen,
in die witlooflagen,
bevroren meer dan eens hun handen,
terwijl ze witloof 'langden'.
De boer was en is een heel apart bestaan.
Ze hebben nooit of nimmer eens gedaan.
En ook het weer was meer dan eens een spelbreker in hun job,
dan bleven ze in hun kot.
Bij hitte en bij regenvlagen,
moesten ze er door, ze waren niet verslagen.
En dan was er nog geen grote administratie,
ze konden het nog effe aan.
Maar nu, 50 jaar nadien,
is het niet meer om aan te zien.
De richtlijnen van hier tot in Europa,
die regelgeving en de wetten,
ge moet er steeds op letten.
De boer van nu, wordt langzaam zo gewurgd,
zo blijven ze gestraft in hun traktorenburcht.
Waar vroeger nog een paard, hen bijstond in hun werk,
is nu verworden tot een groots machinaal geweld.
Ze moeten grootser om zoveel te produceren,
ze konden nu ineens niet meer reclameren.
De banken waren eigenaar van hun bedrijf
met rekeningen, intresten buiten kijf.
En dan 't milieu,
het grootst gevaar voor onze boerenstand,
dat gaat boven hun verstand.
Een koe, die nu geen mest mag maken...
welke boer kan daar nu aan verzaken?
En zo ging het maar door...
Als ik die foto zie van 54 jaar geleden,
als kleine berijder, op Jeanne, peters boerenpaard,
dan denk ik aan vervlogen tijden,
aan boeren, die de grond omploegden,die verder zwoegden,
maar die dankbaar in het leven stonden,
en één voor één mekaar verstonden.
Een dagwand telt 25 aren,
dat hadden we nodig om die grond te bedaren.
De eg en slee waren nodig om het bed zo klaar te maken,
om nadien het graan in de aarde te laten geraken.
Lieve mensen,
als ge nu die jonge boeren ziet betogen,
heb dan uw voorouders voor ogen.
Ze geven ons, het dagelijkse brood,
zie dus maar nu, hun grote nood.
Ze strijden voor hun dagelijkse bestaan.
Laat het ons niet ontgaan.
Dirk Vannetelbosch, Laken-Meerbeek, 30 januari 2024