Op zondag 22 december, tijdens de Eucharistie van 9.55 ( we beginnen 5 minuutjes vroeger) Komt Christophe getuigen
Christophe Vekeman, auteur van 'Tot God', waar hij met nuchtere meesterlijke gave ons meeneemt in zijn tocht....tot God....
Luc. 1: 39-45 ligt zeker aan de basis van zijn getuigenis op 22 december...
Na de mis gaan we samen nog een praatje slagen in 'de Pastorie'.
_____
In een boek dat leest als een trip beschrijft Christophe Vekeman zijn coming of age als gelovig christen. Een prachtige zoektocht vol aarzeling, schaamte, verwarring en eenzaamheid.
Hilde Van den Eynde, De Standaard
Er was eens, tweeduizend jaar geleden, een charismatische joodse profeet. Met een tegendraadse boodschap van naastenliefde en vergevingsgezindheid leurde hij door toenmalig Palestina, gebedsgenezingen leverden hem een grote schare volgelingen op. Toen hij besloot het wereldlijke gezag te tarten en naar Jeruzalem trok om zich als koning te laten binnenhalen, overspeelde hij zijn hand. De Romeinse en Joodse machthebbers, die tot dan een oogje hadden dichtgeknepen (in Palestina liepen wel meer zeloten met afwijkende meningen rond), hadden het gehad met de fratsen van de politieke oproerkraaier en lieten hem aan het kruis nagelen.
Einde verhaal, zou je denken. Rebellenleider dood, overblijvende sekteleden geviseerd door de gevestigde joodse orthodoxie: van nieuwlichterijen als “bemin je naaste als jezelf” en “slaat iemand je op de ene wang, keer hem ook de andere toe” zouden we niet gauw meer wat vernemen. Dat was een misrekening. Vandaag is het christendom, de religie die op Jezus’ blijde boodschap werd geënt, met 2,5 miljard aanhangers de grootste godsdienst op aarde.
Adembenemend Voor dat onwaarschijnlijke succesverhaal zijn best wel rationele verklaringen te vinden. Jezus’ vredelievende wereldbeeld zal een welkom alternatief zijn geweest in de keiharde Romeinse samenleving van die tijd. Maar de leer van de charismatische, maar politiek onhandig opererende profeet zou waarschijnlijk nooit tractie hebben gekregen zonder het marketeerstalent van de apostel Paulus. Om de blijde boodschap te verspreiden reisde die stad en land af, van Klein-Azië via Griekenland naar Rome. Waar hij kwam, stichtte hij christelijke gemeenschappen, onderweg ook nog eens een flink stuk van het Nieuwe Testament bij elkaar pennend. Een stevig duwtje in de rug kreeg het christendom ook van de Romeinse keizer Constantijn, die in de vierde eeuw de christenvervolgingen stopte, in de hoop de strak georganiseerde kerk in te kunnen zetten bij de verdediging van het verzwakkende Romeinse Rijk.
Lees ook Hoe werd het christendom zo populair? Historicus Anton van Hooff buigt zich over die vraag
Maar er is nog een mogelijkheid, een adembenemende mogelijkheid. Want stel dat het wáár is wat in het evangelie staat en wat tweeënhalf miljard christenen wereldwijd geloven: dat Jezus na zijn dood aan het kruis waarlijk is verrezen. Dat hij écht de zoon van God is. Dat zijn erfenis niet door menselijk toedoen, maar aangeblazen door de geest van God over de wereld is verspreid.
Hoeveel waarheid schuilt er in het christelijke geloof? Die vraag onderzoekt de schrijver en columnist Christophe Vekeman in Tot God, een boekverslag van zijn eigen worsteling met het (on)geloof. Niet opgegroeid in een kerkgaand gezin, maar met de buik vol van het narcisme en het seculiere moralisme van de hedendaagse samenleving, wordt de auteur in een kerkje in Oxford, dat hij als toerist bezoekt, zoals de apostel Paulus van zijn paard gebliksemd. Een ‘stem’ draagt hem op zijn pen in dienst van God te stellen, om ‘een nieuw lied’ te componeren.
En ik luisterde, ik luisterde naar de stem die niets anders mededeelde dan dat ik moest luisteren, heel goed moest luisteren, en wat ik hoorde was een lied – dat was wat er gebeurde, dat is wat er is gebeurd. Ik luisterde en ik hoorde een lied, een lied, zo hoorde ik terwijl ik luisterde, heel erg goed luisterde, dat toen, op dat moment, vanochtend in de Holy Trinity Church, in het geheel nog niet te horen víél, en dat ik dus zelf zou moeten componeren en ook zelf zou moeten zingen.
Lees ook Met Kristien Hemmerechts en Christophe Vekeman naar de kerk: “Oorlogszucht eigen aan religie? Er zijn ook zeer agressieve vegetariërs”
Vekeman neemt de opdracht aan. Tot God beschrijft als in een koortsdroom de aarzeling, schaamte, verwarring en eenzaamheid die hij ervaart bij zijn zoektocht naar het antwoord op de vraag of de God uit het evangelie daadwerkelijk bestaat. In een hedendaagse pendant van de Apocalyps, het angstaanjagende laatste boek van de christelijke Bijbel, schetst hij het metaforische gevecht met zijn demonen, zijn afdaling in de hel, hoe de steen voor zijn graf wordt weggerold en hoe hij opstaat uit de doden.
Zijn gedachtegang schrijft hij – zijn thema op de voet volgend – neer in de vorm van gezangen, psalmen, visioenen en denkbeeldige preken. Zijn sermoenen zijn daarbij niet zelden interessanter dan wat je op zondag in een gemiddelde Vlaamse parochiekerk te horen krijgt. Zijn stijl, vanouds al archaïsch en barok, lardeert hij niet alleen met gedachten van schrijvers (C.S. Lewis en W.F. Hermans) en muzikanten (countryhelden Johnny Cash en Hank Williams), hij kiest trefzeker zijn Bijbelse beeldspraak en de doorsteekjes naar Bijbelboeken als Genesis, Exodus en Openbaring.
Eens te meer, meer dan ooit, wil ik zeggen, bleek dat ik naar de waarheid op zoek moest. Afgelopen diende het te zijn, niet enkel met de fictie, de literatuur en de aanstellerij, maar ook en vooral met de schaamte, schaamte waar ik blijkbaar, ondanks mijn grootspraak dat de buitenwereld mij reusachtig aan de reet kon roesten enzoverder, zo sterk onder gebukt ging dat ik tegenover niemand woordelijk tot uitdrukking durfde te brengen te ... te wat? Te geloven? Toe te geven dat ik het geloof gevonden had? Hervonden had?
Voor lezers die het thema aan het hart gaat en zich nog met Bijbelse beeldspraak verstaan, vormt deze religieuze coming of age hemelse lectuur. Anderen kunnen het boek lezen als een dappere zoektocht naar de waarachtigheid van een opperwezen dat door de weldenkende geseculariseerde wereld al lang bij het grootvuil is gezet.
Want Vekeman geeft zich niet weinig bloot. Hij wil geen Judas zijn, die Jezus aan de Romeinen verraadt met een kus op diens wang. Geen Petrus, die Jezus verloochent na diens arrestatie in de Hof van Olijven. Hij verschuilt zich niet achter cultuurkatholicisme. Hij ziet geloof niet als een vorm van therapie. Hij hoopt niet op een hiernamaals. Het gaat hem enkel om de vraag: is het waar, wat in de evangeliën staat? Is het redelijk aan de verrijzenis te denken als aan een historisch feit? Het antwoord, hoe kon het ook anders, overstijgt de ratio.
Ik ben thuis nu in de waanzin waarin God zich openbaart. Ik ben in de waanzin geborgen. Verslag Humo
In ‘Tot God’ komt Christophe Vekeman aandraven met een diep persoonlijke, doodeerlijke zoektocht naar God voorzien van een onkatholieke hoeveelheid humor en zelfspot
Joachim Stoop3 juni 2024
Van voorspelbaarheid kunnen we Christophe Vekeman niet betichten. Of lopen er meer schrijvers rond die na een Tarantino-achtige romanmusical (‘Carwash’, 2021) komen aandraven met een diep persoonlijke, doodeerlijke zoektocht naar God? Weinig schrijvers gaan guller en gulziger om met onze woordenschat. In zijn kenmerkende ironische en bombastische timbre openbaart hij zijn ware godservaring in de Holy Trinity Church in Oxford en hoe die de bestaansvraag van God plotsklaps levensbelangrijk maakte. Om tot de kern door te dringen jongleert de 51-jarige schrijver met flarden Bijbelstudie over de waarachtigheid van Jezus’ verrijzenis, denkbeeldige preken, gedichten, brieven, dromen, overdenkingen bij zijn eigen sterfelijkheid en bij euforische gospelmuziek die hij in verband brengt met bad ass Johnny Cash. De kilte van een wetenschappelijk gedragen atheïsme waarin het universum louter materie is, werpt hij opgelucht af. Hol geworden termen als schuld, schaamte, hoop en misantropie worden benaderd met open vizier en frisse blik. Ettelijke keren springt hij over naar een metaniveau. Van daaruit ontleedt hij zijn eigen geschriften en onderzoekt hij zijn angst voor onverschillige reacties op of verschillende interpretaties van ‘Tot God’. Een teveel aan bekeringsdrang en vergevensgezindheid jegens de kerk compenseert hij met een onkatholieke hoeveelheid humor en zelfspot. We gunnen Vekeman zijn opperwezen dan ook volhartig.
_____
Christophe Vekeman, de ‘literaire cowboy’ van de lage landen, is de schrijver van 18 boeken, waaronder de bekroonde romans Hotel Rozenstok en Cruise, de musical Carwash en een biografie over countryzanger Johnny Paycheck. Zijn recentste werk is het ‘autobiografische, non-fictieve gospelboek’ Tot God, dat verscheen in april en dat door de auteur zelf omschreven wordt als ‘een autobiografisch, non-fictief gospelboek’ en als ‘een religieuze zoektocht naar de waarheid’.
Vekeman verzorgt al jarenlang een wekelijkse boekenrubriek in het Klara-programma Pompidou en schrijft veelgelezen columns voor De Standaard Weekblad. Hij is een graag geziene gast op literaire podia, waar hij voornamelijk poëzie brengt.