DAMIAAN
Wanneer ik in mama's huis de Druivelaar aanschouw,
kreeg ik wat rilling en kreeg kou.
Een heilige van den almanak,
ik voelde me niet echt op mijn gemak.
Ne Vlaamse jongen van den buiten,
uit Tremelo geboren en geschoten,
en nu zomaar weggefloten.
Door de curie van de Vlaamse canon opzijgezet.
Het verleden is niet meer in trek.
Dit is de allereerste keer,
dat ik er niets meer van begrijp.
Hoe een man, met beeld in 't Capitool,
een plaatsje in de Vlaamse canon verloor.
Een mens, voor wie de wereld toen ging rouwen,
een naam, op wie mensen konden bouwen.
Wie weerloos was, gehavend en van streek,
hij liet ze nimmer in de steek.
Hij werd zo waarlijk één van hen,
hij gaf zichzelf, ten einde toe,
die liefde wordt nooit moe.
Zonder te weten werd zijn werk alom bekend,
zijn doodgewone mensenwerk.
Een klapke hier en daar,
een steun, een toeverlaat,
een werker en bezieler,
kortom een ware Herder.
Hij werd daardoor een tijd geleden,
benoemd tot grootste Belg in 't heden.
Nu hoop ik hier van ganser harte,
die man, zo heilig voor de maatschappij van 't heden
opnieuw een plaats krijgt in 't geweten.
Zo Vlaanderen,
wil aub uw canon nog eens overschouwen,
om zo de toekomst op te bouwen,
in ogenschouw 't verleden,
dat inspiratie geeft voor 't heden.
Zo beste lieve pater Damiaan,
ik hoop dat dit woordje niemand mag ontgaan.
Een Damiaan De Veuster,
geworteld in de Vlaamse grond,
bekend, ook op het andere halfrond,
miskend door Vlaanderens politici,
hopelijk niet door Vlaanderens academici.
Een canon is nooit afgewerkt.
Een canon is een levenswerk.
Een werk van mensen in 't verleden,
dat ook vandaag bestaat in 't heden,
en dus altijd mag evolueren,
zonder ons al te veel te bezeren.
Laat Damiaan toch toe, als grootste Belg,
een bruggenbouwer, een Vlaamse telg.
Dirk Vannetelbosch, Brusselse pastoor, Meerbeek 10 mei 2023