Interview van Dirk Vannetelbosch door Koen Cauberghs | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Kerk Jette

Kerk Jette

  • Startpagina
  • Contacten
  • Kerken & vieringen
  • Zoeken
  • Meer
    • Kerken & vieringen
    • Zoeken
    • Contact Volg hier de eucharistie van zondag om 10 uur via livestream Gedichten van Dirk .............. Kalender 2025 en Eucharistie vieringen Preekessenties Kerkjette op Instagram Kerkjette op facebook Communie en Vormsel Je wil je kindje laten dopen Ik wil me laten dopen... Huwelijk Getuigenissen en Intervieuws Bijbelgroep Vrijwilligers Bezoekerswerking - Senioren pastoraal Gespreksgroep "Rouwen" Priesterwijding Dirk Vannetelbosch, 1 juni 1998 Bankrekeningnummer en financieel nieuws parochie Het orgel in onze Sint-Pieterskerk De glasramen in onze Sint-Pieterskerk Onze kerk door de lens van enkele fotografen Privacyverklaring van KerkJette Stotteren Pastorale francophone Misboekje Bloemenploeg Instructies muziek voor huwelijken en uitvaarten Aboneren Kerk & Leven

Interview van Dirk Vannetelbosch door Koen Cauberghs

icon-icon-artikel
Gepubliceerd op maandag 9 november 2015 - 13:28
Afdrukken

Dirk Vannetelbosch is verantwoordelijke priester voor de Nederlandstalige gemeenschappen van drie kerken in Jette en pastoor van Sint Pieter. Je zag hem misschien al in het nieuws met zijn jaarlijkse viering in het Brussels. Maar zag je deze stotteraar al op zijn motor? Een gesprek met deze kleurrijke Brusselaar over priester zijn.

Waarom ben je priester geworden?

Dirk Vannetelbosch: Gewoon, dat begon toen ik 12 jaar was. ik kreeg les over pater Damiaan bij de Josefieten (Heilig Drievuldigheidscollege op de Oude Markt) in Leuven. Ik vond dat zoiets tof dat ik dat ook wou doen. Ik zeg nu niet missionaris, maar ik wou priester worden. Toen ik 18 jaar was, wou ik priester worden, maar ik durfde het thuis niet te vertellen. Dus ben ik na mijn studies in Leuven en tijdens mijn werkzaamheden op de back office van Cerabank gaan studeren aan het Theologisch Pastoraal Centrum in Antwerpen. Ik heb dat de eerste jaren aan niemand gezegd, om te zien of het mij wel lag, ook thuis niet. Ik wou gewoon voelen wat het was. Ik woonde toen al in Brussel-Stad en ik had een vriendinneke. Mijn ma zei: "als je haar niet pakt, kan je nog altijd pater of pastoor worden." Ik heb geantwoord: "ik ben ermee bezig." Het was daarna thuis een paar weken beeld zonder klank, maar dat is voorbij gegaan.

Wat waren je eerste stappen als priester?

Mijn eerste benoeming was in de ziekenhuispastoraal van Ukkel. Dat werk lag mij als stotteraar. Die benoeming is echter catastrofaal uitgedraaid. Het nieuwe project van equippewerking zorgde ervoor dat ik als priester als een 'oude pater van de Congo' werd gebruikt, die enkel de consecratiewoorden mocht zeggen. Op den duur komt er dan bij een stotteraar niks meer uit. Dat was wel een domper: ik wou weg uit ziekenhuis, want ik kon geen vijf woorden meer zeggen.

Er waren toen een paar opties: ik heb gevraagd om voltijds in Laken te mogen werken. In Laken was ik een aantal jaar verantwoordelijke voor de Nederlandstalige pastoraal. Na vijf jaar Laken kwam er een plaats vrij in Jette en sindsdien ben ik hier.

Hoe is het contact met andere jonge priesters?

We zijn een paar jaar geleden begonnen met informele etentjes, een keer per jaar, in Laken en daarna in Jette. Eerst vieren we samen de eucharistie en daarna gaan we eten. Het staat open voor iedereen die actief is als verantwoordelijke voor de Nederlandstalige pastoraal. De contacten zijn goed. Het is er voor mij om te doen dat we als priester 'ons eigen' mogen zijn onder elkaar. De schijn valt op dat moment weg.

Wat vind je je belangrijkste taak als priester?

Op scharniermomenten mensen trachten bij te staan in de parochie: bij huwelijk, overlijden of doopsel. Als priester kan je naar iemand gaan en die laten vertellen. Dat is onze taak: wij zijn vrijgesteld om een stukje Gods verbondenheid met de mens door te maken. Je vindt de kracht om op bepaalde momenten mensen uit zichzelf op te tillen tot iets hogers, zonder dat ze het weten, op een spontane manier. Het mag zijn wie het is, van burgemeester tot straatveger.

Het is belangrijk om mensen te kunnen laten zien dat we gelovig zijn: met de jaarmarkt heb ik een half uur de klokken laten luiden om deel te nemen in de vreugde van het vuurwerk. Heel de gemeente was aan het lachen: de klokkentoren was mee aan het 'bougeren'. Ze moeten weten dat we een open kerk zijn en dat we op bepaalde momenten ook deelnemen aan de festiviteiten van deze wijk in de stad.

Als ik iemand ga 'berechten' in het UZ Jette is de zalving geven ook iemand vastpakken, een knuffel geven en letterlijk zeggen: "Onze Lieve Heer is bij u!" Zo wordt het feit dat God bij hem is in woorden vertaald. Aan iemand waar je het niet van verwacht een kruisje mogen geven omdat die persoon het vraagt. Ze durven het vragen omdat ze gelovig zijn. Dat is voor mij meer waard dan een georganiseerde eerste communie of vormselwerking.

Is stotteren soms een voordeel?

Je stelt je als stotteraar kwetsbaar op, en als priester probeer je je doodgewoon op stellen. Kameraden of mensen die mij kennen weten dat ik af en toe eens niet uit mijn woorden kom. Als ik bij onbekenden kom is dat moeilijker, en stellen ze me de vraag 'ben je wel capabel om de mis te doen?' Maar ze mogen altijd naar de deken of de bisschop bellen.

Het is altijd een uitdaging om opnieuw te proberen je woorden goed uit te spreken.

Bij een eerste uitvaartgesprek kan het soms voorkomen dat ik er niet uitgeraak zodat de andere partij de hoorn oplegt...Na 5 minuutjes en bij een kopje koffie probeer ik dan een tweede maal en...kan vloeiend zeggen: "Er was precies een storing op de lijn..."

Stotteren heb je niet in de hand: het komt als een dief in de nacht. Ik ben acht jaar in therapie geweest, waarbij ik de eerste twee jaar alle ontwijkingsmechanismen terug afleerde om daarna aan de stotters te kunnen werken. Het heeft enorm geholpen. Maar zelfs nu weet je dat er momenten zijn dat je het niet in de hand hebt. Je leeft met een permanent tijdbommetje in je leven. Soms heb je momenten dat het gaat in een mis met 500 aanwezigen, maar dat je er in een weekmis niet uit geraakt. Soms kan ik bij de secretaresse van een hoger geplaatste stotteren dat de 'stukken in de geburen vliegen', en bel ik dan later op de gsm naar burgermeester of politiecommissaris om me te excuseren aan hun ondergeschikte. Het is en blijft een echt gevecht waar je alleen met durf doorkomt. Het alternatief voor menig stotteraar is de afgang.

Waar beleeft u vreugde aan als priester?

Als mensen je bedanken voor hetgeen we zijn, niet voor wat we deden. Het toffe in Jette is dat groot en klein, oud of jong, dezelfde waarde heeft in de parochie. Je kan mensen uit zichzelf laten komen: mensen uit hun gewone zijn tillen en hen verantwoordelijkheid laten opnemen in de parochie. Iedereen mag hier aan bod komen: zo laat je een stukje godsverbondenheid in een gewone parochie ontluiken.

Hoe werd je padre van de Blue Knights?

Ik ben al meer dan 10 jaar motorrijder en rijd rond met eenYamaha FJR 1300. Tijdens mijn afscheidsmis in Laken hebben de priverijdende gendarmes van het kasteel een motorzegening georganiseerd. In Jette was mijn eerste trouw er een van een koppel agenten. Toen ik buiten kwam was er een groep motorrijders van privérijdende politieagenten die het motorrijden een goed imago willen geven. Tijdens het feest van de trouwers heb ik die groep beter leren kennen en ook de plaatselijke politiemannen. 'Den entrée was gemaakt!' Als je pastoor bent, een motor hebt en je wil het aalmoezenierschap aannemen, wordt je ook lid van de Blue Knights. Nu al zes jaar. Ik heb hierdoor al veel contacten kunnen leggen, niet alleen in Brussel maar in heel België en Europa. Je praat over motoren en je eindigt bij een probleem. Het doet deuren open, op alle niveaus. Je ben ook een steun en toeverlaat op pijnlijke momenten.

Elk jaar doen we een eucharistie en een motorzegening. Vorig jaar zijn we ook met de groep naar Lourdes geweest. Sommigen hebben een traantje gelaten bij het bezoek aan de grot: ook stoere kerels hebben soms een klein hart.

Wat is je spirituele kracht?

Dat ik besef dat God met mij een plan heeft: dat ik met hem in relatie mag gaan en dat ik dat mag aanvoelen. Dat ik op Hem mag vloeken als het niet gaat, als ik stotter tijdens de mis. Een chance dat Hij zwijgt. Ik draag Hem mee in mijn hart, in alles wat ik doe, en dat tracht ik over te brengen. Ik hoop altijd bij een communie of een vormsel dat de kinderen een Onze Vader of een Wees Gegroet van buiten kennen. Dat zijn gebeden waarop je altijd kan terug vallen.

Als ik mijn beleid uitstippel is dat in gesprek met mensen om me heen. Dan denk ik aan de pastoor van Ars: luisteren, bidden en eucharistie vieren. Die was gewoon priester: niet bezig met bepaalde projecten. Daar hebben ze niet aan gedacht tijdens het Tweede Vaticaans Concilie. Priesters zijn sindsdien meer manager en velen hebben het bezielen verleerd. Ik ben een gelukkige priester. Soms haat ik deze stad, maar als ik even op het platteland ben, dan wil ik gauw terug.

Gepubliceerd door

Kerk Jette

Meer

Artikel

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Hoe ondersteun je dementerenden? © Freepik
Lees meer

Ethiek van euthanasie bij vergevorderde dementie

icon-icon-evenement
Belgische jongeren - WJD Portugal 2023 © Don Bosco
readmore

Jaarrapport van de katholieke Kerk in België 2024

icon-icon-persbericht
Een gedeelde missie voor alle gedoopten
readmore

Gebedsintentie paus oktober 2024: voor een gedeelde missie

icon-icon-inspiratie

Reacties

Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw. 

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook