Aan het begin van de zomervakantie was er een “denkdag” voor de parochieploeg. Daar werden de krijtlijnen voor het komende werkjaar (en ook daar voorbij) vastgelegd. Langs deze weg willen we graag wat meer informatie geven over enkele beslissingen en enkele toekomstperspectieven die in de komende tijd nog uitgebreider aan bod zullen komen.
Veranderingen noodzakelijk
Vooreerst, omdat hier het meest over gesproken wordt – zo lijkt het wel, wil ik nog eens uitleggen waarom we op zondag eucharistie vieren en op andere dagen in de week samen bidden. Vooreerst, tot grote spijt van allen, zien we dat onze kerkgemeenschappen krimpen. Dit brengt met zich mee dat ook de vierende gemeenschap steeds kleiner wordt. Ook het aantal priesters blijft, zoals de gemeenschappen, afnemen. Die ontkerkelijking en de vergrijzing van de parochie is al vele jaren bezig en ook al wil niet iedereen ze zien of aanvaarden, toch zorgde ze voor heel wat herschikkingen de voorbije decennia. Van meerdere weekendvieringen per kerktoren werd het één viering per kerktoren. Van één pastoor per kerktoren (in illo tempore met meerdere onderpastoors) naar één pastoor voor meerdere kerktorens, tot de “nieuwe parochie” Heilige Helena waar we met alle kerktorens die Sint-Gillis-Waas en Stekene rijk zijn één gemeenschap vormen. Die éne gemeenschap viert in het weekend op twee momenten.
Inspanningen gevraagd
Het vraagt dus van iedereen een inspanning om naar de eucharistie te komen. Vanuit alle hoeken en buurten moet men zich verplaatsen om samen te komen rond de Heer. Hij is het die uitnodigt, Hij is het die gastheer is, Hij is het die vraagt: blijf dit doen om Mij te gedenken. Eucharistievieren gaat dus niet over mij of over u. Eucharistievieren gaat over de Heer. Eucharistievieren gaat over het vormen van een gemeenschap “in Gods naam”.
Ja, eucharistievieren – samenkomen rond de Heer vraagt wat van je. Je moet er iets voor doen. En dat is soms moeilijk voor onze Vlaamse aard. We zijn het heel anders gewoon. Jarenlang, voor sommigen hun hele leven, kwam de mis als vanzelf naar ons toe. Vlakbij, “onder de eigen toren”. Maar die tijd is, met veel pijn in het hart(!), voorbij. We kunnen niet meer overal eucharistie vieren. Maar we kunnen godzijdank nog altijd bidden – in àlle mooie en open kerken die onze parochie kent!
Samen bidden en samen vieren
We maken, gestoeld op eerdere beslissingen in de parochieploeg, een heldere keuze die gericht is op de toekomst, niet op het verleden. We zetten maximaal in op het behoud van een eucharistieviering in de parochie Heilige Helena, op de meest aangewezen plaats: de (vooravond van) de zondag. Net zoals de eerste christenen. Wat “door de week” gebeurt, heeft plaats in een woorddienst. In een woorddienst wordt samengekomen rond de Schrift. Godzijdank hebben we getalenteerde voorgangers in gebed en uitvaart die hiervoor door de bisschop voor onze parochie zijn gezonden. Zij doen prachtig werk in rouwen en op de gebedsdiensten door de week en bij kermisdiensten en verdienen al ons respect én onze erkentelijkheid.
Spijtig genoeg, zo heb ik uit verschillende gesprekken moeten opmaken, wordt daar toch minderwaardig over gedaan. Ik stel mezelf dan de vraag: is gebed van “mindere waarde” als er geen eucharistie is? Is gebed van “mindere waarde” als er geen communie wordt gedeeld? Moeten of mogen we misschien niet bidden zonder eucharistie of heilige communie? Miskennen we dan niet de diepe eigen, intrinsieke waarde van het gebed? Is het verkeerd om te vragen samen te bidden door de week en in het weekend samen te komen voor de eucharistie? Scherper gesteld: waarom zijn we bereid om voor inkopen ons te verplaatsen en doen we die afstand naar de winkels (soms noodgedwongen) wél; maar is er weigering om een (soms kortere) beweging te maken naar de kerk van Sint-Gillis-Waas of de kerk van Stekene voor de ontmoeting met de Heer die klaarstaat om ons te ontvangen.
Aandacht voor communie aan huis
Sommigen onder ons zijn niet meer in staat om die beweging te maken: door ouderdom en/of ziekte gekweld zijn ze aan bed of huis gekluisterd. Met de liturgische werkgroep willen we een degelijke “communie aan huis” verder uitbouwen en op poten zetten. In de komende weken zal u hiervan zeker nog bericht ontvangen. Net zoals we de bewoners van de woonzorgcentra vanuit de zondagse eucharistie nabij willen zijn, willen we dat ook voor wie niet meer mobiel is en verlangt naar de eucharistie. Het is niet meer dan normaal dat we die vragen beluisteren en hier tijd en energie in steken.
Uitvaarten
Uitvaarten gebeuren, net zoals voorheen, in woorddiensten. Voor elke overledene biedt de parochie een eucharistie aan tijdens het derde weekend van de maand volgend op de uitvaart. We vragen uitdrukkelijk aan de begrafenisondernemingen en aan de families om dit op te nemen in het rouwbericht. Op die manier komen we de families tegemoet die naar de eucharistie verlangen. Opnieuw: we mogen een beroep doen op fijngevoelige voorgangers die prachtig dienstbaar werk doen namens onze gemeenschap. Met een eigen charisma, dat anders is dan dat van de priester maar zeker niet minderwaardig(!), doen zij een groot werk van barmhartigheid: de doden begraven. De reacties van de families die getroffen werden door een overlijden getuigen dan ook van veel dankbaarheid naar onze parochie wat betreft de afscheidsdienst en de manier waarop wij hen in hun rouwen bijstaan. Daar is niets minderwaardig of ongepast aan omdat het (zo zeggen kwatongen soms) “maar een woorddienst was en zonder communie”. Integendeel.
Toekomstgericht
Waarom die beslissing en kan het niet anders? We kijken naar de toekomst en die is – toegegeven – somber. Op termijn zullen er per dekenaat maar twee actieve priesters meer voorzien zijn. Met dezelfde zorg kijken we naar de gemeenschap die viert: komende zaterdag en zondag kijkt u zelf maar eens rond wie er zit. Tel er vijf à tien jaar bij en demografisch weet je dat we moeten denken aan verandering. Die verandering moet niet somber zijn, zoals de toekomst misschien lijkt: ze kan juist héél hoopvol zijn. We moeten durven bouwen aan iets nieuws, met pijn voor wat niet meer kan zoals we het zovele jaren vertrouwd zijn, maar wel met de hoop in ons hart: ons geloof, onze parochie is niet verloren. Er is een toekomst weggelegd voor de Heilige Helenaparochie in Sint-Gillis-Waas en Stekene. Maar die toekomst komt niet vanzelf, die moeten wij, vandaag, nu, aanvatten.
En dus … wil de parochieploeg het komende jaar investeren in die toekomstvisie. We staan voor belangrijke maanden: een nieuw meerjarenplan moet worden opgesteld over het gebruik van de kerken en dus – als basis daarvoor – moet besloten worden welke richting we uit willen. Een paar contouren zijn duidelijk: we evolueren meer en meer naar één parochie, we zetten in op het behoud van “de zondagsmis” als bron en hoogtepunt en we willen onze kerken zo goed en zo veel als mogelijk openen voor gebed, voor huwelijken en uitvaarten. We willen realistisch zijn naar het gebruik van de gebouwen, naar de vragen die er zijn, in het toekomstbeeld dat er is: een krimpende gemeenschap met minder gelovigen en minder priesters. Maar, daarom niet met minder hoop! Onze diaconale zorg en onze verkondiging en catechese zullen eenzelfde denkoefening moeten maken: bestendigen wat goed is, aanpassen waar de nieuwe tijd nood aan heeft.
Komend werkjaar
In een parochieberaad willen we daarover samenkomen dit jaar. Wanneer die samenkomst voorzien is, welke opzet, welke vragen zullen voorliggen, wordt in de komende parochieploegvergaderingen voorbereid. We willen samenkomen in een “synodale geest” zoals dat heet: waar we elkaar beluisteren en de geesten laten rijpen om tot beslissingen te komen.
Zoals enkele weken geleden is meegedeeld, heeft bisschop Lode aan mij gevraagd om het hele werkjaar in de Heilige Helenaparochie te blijven en samen met diaken Geert en de parochieploeg verder te werken aan de noodzakelijke toekomstperspectieven. Ik dank hem voor dat vertrouwen en heb toegezegd om in “het zoete Waasland” te blijven tot (om en bij) Pinksteren 2025.
We willen met de parochieploeg ook kijken hoe we verder kunnen gaan op de ingeslagen weg waar we met jong en oud “kerk (proberen) zijn” in onze gemeenten: waar kunnen we nog groeien en stappen zetten, waar doen we voldoende en moeten we bestendigen …
Een belangrijk voornemen is, nu een hectisch half jaar sinds het vertrek van pastoor Van Steen voorbij is, om nog meer te investeren in wat langetermijndenken en ook gesprekken die daartoe nodig zijn. We hopen met de parochieploeg om de feiten voor te blijven, er niet meer achteraan te hollen. Het opvolgen van het vele goede en mooie dat gebeurt, is echter geen sinecure maar dat mag ons niet verlammen: investeren in vrijwilligers is een belangrijke taak voor de parochie.
Zoveel goeds
Want toegegeven: hoeveel moois en goeds gebeurt er niet in onze Heilige Helenaparochie? Vele tientallen vrijwilligers zijn dagelijks en wekelijks in de weer, belangeloos, voor onze parochie. En dus, in navolging van enkele weken geleden, betuig ik mijn grootste respect voor al die helpende handen. En ik vraag ook respect voor àl onze vrijwilligers. Ook al verschillen we soms van mening en zal die mening beluisterd worden. Toch hoop ik van harte dat het negatief spreken over beslissingen en over vrijwilligers afneemt, ik hoop dat we onze eigen hoop niet doven door stemmingmakerij over hoe het nu loopt. Ik vraag respect voor het pastoraal beleid dat weloverwogen wordt uitgestippeld door de parochieploeg die hiervoor is gezonden door onze bisschop. Trouwens, het kan niet genoeg gezegd worden: àl onze vrijwilligers met hun uiteenlopende gaven en charisma’s verdienen buitengewoon veel respect.
Respect
En daarom vraag ik bovenal respect voor de afspraken die wij onderling maken om onze parochie voor te bereiden op de toekomst: eigengereid je goesting (blijven) doen, hoort daar niet bij en is kwetsend voor onze gemeenschap. Tegelijk geef ik ook u mijn respect: wie in gesprek wil gaan over afspraken of het pastorale beleid, wil ik steeds ontmoeten. Niet alles is vanzelfsprekend, sommige beslissingen doen vragen rijzen. Het loslaten van het oude kerkbeeld doet allen pijn. Ik wil die pijn, de vragen en de bedenkingen beluisteren in een constructief gesprek. U kan mij steeds contacteren aan het kerkportaal of een gesprek aanvragen via het secretariaat. Maar ik wil heel duidelijk zijn: we moeten nu als één parochie verder!
Tot zaterdag/zondag
Pr. Herbert