Geert:
Kleopas,
En een vriend, we kennen zijn naam niet, wellicht is hij ieder van ons. Zij waren op weg naar een dorpje, het noemde Emmaus. En, ze waren verdrietig, Jezus was immers gestorven. Maar bij het eten, in bijzonder bij het breken van brood, voelden en zagen ze Jezus’ aanwezigheid. Hun teleurstelling sloeg om in vreugde, vreugde die ze wilden delen met anderen, waar ook.
Niet toevallig is het thema van Missio, bijzonder op deze missiezondag: deel je vreugde.
Want dat is missionaris zijn: met Jezus’ vuur in het hart de weg naar de verdrukten en vergetenen zoeken.
Mijn echtgenote Renuka behoort tot de tribale gemeenschap in India, de inheemse stammen, meer bepaald de Oeraon stam. Dit in een land gedomineerd door de meerderheid, de Hindoes, die vaak vijandig staan tegen tribalen en al zeker tegen tribalen die Christen zijn. Ze wil vandaag getuigen over het impact van missionering op haar leven, haar familie, haar gemeenschap,…
Renuka:
Zonder de Vlaamse missionarissen zou ik nu niet voor jullie staan maar wellicht in een hut in de jungle in India leven. Het waren immers de Vlaamse missionarissen die naar de tribale stammen in India kwamen.
Tribalen, zoals ik, die in India niet als mensen behandeld werden. Dankzij de missionarissen werden wij GODGEVONDEN..
Geert:
Renuka kruipt nu even in de huid van haar grootvader en laat hem aan het woord:
Want die, net als alle andere dorpelingen, had nog nooit blanke mensen gezien, maar op een zekere dag kwamen ze aan in hun dorp Laukashpur, tribaal India. En ze hadden iets bij,…
Renuka:
Ze brachten ondermeer pilletjes tegen malaria voor ons. We wisten niet wat malaria betekende, we werden gewoon ziek en gingen dood. Mensen die we niet kenden, die waren niet te vertrouwen en de ervaring leerde ons dat dit alleen maar onderdrukkers konden zijn.
Maar ze drongen aan en uiteindelijk aanvaardden we hun malariapillen. En inderdaad, minder en minder van ons werden ziek en minder stierven. Stap voor stap begonnen we hen te vertrouwen. Daarna vormden ze een hut om tot een school. We begrepen het woord “school” niet, wat zou daar de bedoeling van kunnen zijn? Het klonk verdacht. Maar ‘s middags voorzagen ze in eten, dat was voor ons dan toch 1 maaltijd gespaard, en dus stuurden we onze kinderen naar die schoolhut.
Ze hadden ook een andere hut ingericht als kapel en hielden er wat ze noemden “eucharistie”. Wie ernaar toe kwam kreeg ook eten mee voor de rest van de dag. Er heerste grote hongersnood in ons dorp, dus velen gingen naar die hut, die kerk.
Geert:
Haar grootouders zelf moesten echter nog verder werken als slaven op het veld van niet tribalen.
Maar meer en meer voelden ze de liefde van die witte mensen, dat moest wel komen van iemand die ze “Jezus” noemden. Ze begrepen de naam nog niet, net zoals de naam Kerk, maar hier kwam verandering in. Renuka is nog steeds haar grootvader, die op het einde ook iets zegt over zijn kleindochter.
Renuka:
We wilden lid worden van de beweging die ze “Kerk” noemen en we lieten ons dopen. Dit was niet zonder risico voor de missionarissen. Bekering ligt erg gevoelig in een land gedomineerd door Hindoes. Net zoals Jezus in het evangelie vandaag, probeerden politici hen in de val te lokken op beschuldiging van gedwongen bekering om hen zo het land te kunnen uitzetten.
Maar ze gaven niet op. Zo spanden ze een rechtszaak in die slavenarbeid in onze streken zou verbieden, en die zaak wonnen ze. Dan moedigde ze ons aan om zelf aan landbouw te doen om, in combinatie met jacht, in ons eigen levensonderhoud te kunnen voorzien.
Wij, tribalen, behoren tot de laagste caste van de castenmaatschappij in India, het was een bevrijding voor ons om voor het eerst in ons leven niet als dieren behandeld te worden, dit was de liefde van Christus. En dankzij hun steun konden meer en meer kinderen ook verdere studies aanvangen.
Mijn dochter werd een leerkracht en mijn kleindochter, die hier nu op n.a.v. missiezondag voor u staat in Kemzeke/Sint-Gillis-Waas, werd dokter. Het is dankzij hen dat ikzelf, mijn familie en zovele andere tribale gemeenschappen ontdekten wie God is, pure liefde.
Renuka:
We hoorden in de lezing van vandaag dat God ons liefheeft, de missionarissen zijn hiervan een levend getuigenis.
Moge de goede God de missionarissen zegenen en bijstaan… wij waren, zijn en blijven niet Godvergeten maar Godgevonden.