Lichtmis: feest van Jezus’ opdracht in de tempel. Opdragen: van harte weggegeven, toewijden, toebehoren aan God.
Lichtmis: feest van “ontmoeten”. De oude Simeon en Hanna ontmoeten Jezus en herkennen hem als de Messias.
Lichtmis: feest van het “Licht”. Jezus is het Licht dat voor alle mensen straalt.
Lichtmis: feest van Maria. Zij is, als moeder van Jezus, op een bijzondere manier betrokken in het Christusheil.
Op 2 februari vieren we Lichtmis,
in de kerk meestal met veel kaarsen en een kinderzegen, thuis met pannenkoeken.
Lichtmis is het feest van de “Opdracht van de Heer” en het feest van het “Licht”.
Licht is in zowat alle culturen en godsdiensten teken van warmte, geborgenheid, genade.
Licht en vuur zijn een teken van Gods aanwezigheid, denken we maar aan het brandende braambos, het licht dat de drie wijzen naar Jezus leidde…
Jezus is het Licht en als wij het licht dragen, worden we zelf licht voor onze medemensen.
De kaarsen die met Lichtmis gewijd worden, staan hiervoor symbool.
Bij de Joden moest een jonge moeder volgens de “Wet van Mozes” 40 dagen na de geboorte een offer brengen en de vader moest elke eerstgeborene van het mannelijk geslacht aan God toewijden.
Zo ook gingen Jozef en Maria 40 dagen na de geboorte van Jezus met Hem naar de tempel.
Als offer namen zij een koppel jonge duiven mee.
In de tempel ontmoetten zij Simeon, een vrome, oude man. Hij zag in Jezus het Licht voor de heidenen, de redding door God gezonden. Simeon sprak een zegen uit over de kleine Jezus.
Vandaar dat ook nu nog op Lichtmis een kinderzegen gevierd wordt.
In de tempel was ook Hanna, een profetes. Zij herkende Jezus als de Messias, de verwachte redding.
Lichtmis is dus niet alleen een feest van Licht, maar ook van “ontmoeten”. En ontmoeten is dan geen synoniem voor tegenkomen, maar is veel meer dan dat.
Ontmoeten vraagt wederzijdse openheid en ontvankelijkheid: het willen intreden in de wereld van de andere. Zo trad Jezus in onze wereld door zijn menswording.
Ook Maria toonde haar ontvankelijkheid door haar Zoon op te dragen aan God.
De christenen namen dit feest over van de Joden. Zij vierden niet alleen de opdracht van de Heer, maar ook de terugkeer van het licht: na de donkere wintermaanden werden de dagen langer en de natuur ging langzaam herleven.
Op Lichtmis is geen vrouwke zo arm, of zij maakt haar panneke warm.
Een oud gebruik dat ook nu nog in vele families in ere gehouden wordt, is het bakken van pannenkoeken.
De oorsprong van dit volksgebruik gaat terug op het landelijke leven. ‘Maria Lichtmis’ heeft immers eeuwenlang ook een belangrijke betekenis gehad voor het boerenbestaan.
Op Lichtmis kregen de boerenknechten en meiden immers hun jaarloon en konden ze van werkgever veranderen voor het komende seizoen. Deze trakteerde zijn werknemers als welkom op ‘haardkoeken’.
Het feit dat hierbij de drank rijkelijk vloeide, heeft aan het woord ‘lichtmis’ een tweede betekenis gegeven, nl. deze van losbol en lichtzinnig meisje. Het woord ‘lichtmissen’ werd gebruikt als men wilde zeggen dat men eens flink op de zwier wilde gaan. In de loop der jaren verminderde het aantal knechten en meiden en ging dit gebruik achteruit en werd het bescheidener voortgezet in de huiskring.
Mariska Rappi, lid parochieploeg