Voor de zomervakantie hebben we met het werkgroepje rond eerste communievieringen met de betrokken juffen en de meester samengezeten en het vernieuwde voorbereidingstraject aan hen voorgesteld. We slaan, nog meer dan voorheen, de handen in elkaar en vergroten – de toekomst voorbereidend – de rol van de ouders en nemen ook de verantwoordelijkheid als parochie (nog) meer ter harte.
Drie partners
Samen met de kinderen gaan drie reisgezellen mee op pad richting de viering van hun eerste communie. Vooreerst zijn er de ouders: zij maakten de vrije keuze om hun kind (op termijn) aan het sacrament van de eucharistie te laten deelnemen en zijn bovenal de eerste opvoeders. Wij als parochie bieden het sacrament en de daarbij behorende voorbereiding aan: in de komende maanden willen we de kinderen met ons laten kennismaken en met hoe wij vieren. Gelukkig mogen we ook nog steeds rekenen op de enthousiaste medewerking van de juffen en meester in de voorbereiding op de eerste communie. Elk heeft een eigen rol en een eigen verantwoordelijkheid. Samen hebben we wel hetzelfde doel: aan deze jonge christenen een mooie ervaring bezorgen waarin zij hun vriendschap met Jezus mogen vieren.
Stappen samen op weg
Op weg naar de eerste communieviering zetten we drie stappen. Er zijn een aantal instapvieringen. Tijdens de gezinsvieringen zingen we al enkele refreintjes uit de communieviering en de kinderen krijgen een zegenkruisje tijdens de communie. Daarnaast is er de reeds goed ingeburgerde ‘eerste communietocht’ waar ouders met hun dochter en/of zoon doorheen de kerk op ontdekkingstocht gaan en samen stilstaan bij enkele aspecten van het geloof. Er is een tweede catechesemomentje: een godly play. Dat is aan de hand van uitbeelding en verteltechniek de kinderen zich laten inleven in een Bijbelverhaal. Uiteraard is er naast dit ‘parochiale aanbod’ ook de voorbereiding in de lessen godsdienst op school.
Eucharistievieren is dankjewel zeggen
(Minstens) Vier keer komen de kandidaat-eerstecommunicanten naar de kerk om met ons mee te vieren. Tijdens die viering leren ze al doende onze gebruiken en rituelen. Ze mogen het kerkgebouw al vierende ontdekken en samen met mama en/of papa leren wat het is om aan God en elkaar in de viering ‘dankjewel’ te zeggen. Je zal onze toekomstige eerstecommunicanten zeker en vast herkennen vanaf de eerste viering: dan krijgen ze immers een rugzakje waar we elke keer een kleine ‘(geloofs)schat’ in zullen steken. Aan het einde van de viering mogen ze met hun rugzakje naar voren komen voor dit presentje en thuis ontdekken wat het is.
Het geloofsgesprek thuis
Door die kleine geschenkjes hopen we het geloofsgesprek thuis bij mama en/of papa op gang te brengen. Zoals gezegd zijn de ouders de eerste opvoeders en dat willen we ernstig nemen. Toch begrijpen we dat het voor jonge gezinnen niet altijd evident is om over geloof te praten (hoe waren/zijn wij zelf?). Daarom dus die kleine voorwerpjes die hen willen helpen.
Zo krijgen ze de eerste keer een kruisje mee naar huis. Bij elk voorwerpje hoort een eenvoudige opdracht en bij het kruisje is het de vraag om het kruisje mooi te versieren met verf of stift of papiersnippers of … en dan het kruisje een plekje te geven in de kamer. Zonder enige twijfel gaan de leergierige kinderen wel vragen stellen over het kruisje en kunnen ouders op die manier in gesprek komen met hun kinderen. Bij Lichtmis krijgen ze een kaarsje. Om samen te branden tijdens een gezellig moment in het gezin of om bij overleden oma’s of opa’s foto te branden.
Heel eenvoudig, heel laagdrempelig maar cruciaal voor de geloofsgroei van het kind!
Praten over geloof?
Niets is – voor eender wie – zo broos als praten over je geloof. Je moet immers iets heel intiems prijsgeven. Iets wat – zeker in deze tijd – niet erg ‘in’ is. Toch geloven we dat we die terughoudendheid achterwege moeten laten. Kinderen hebben rolmodellen nodig. In de eerste plaats hun ouders. Ook de parochiegemeenschap en de juf/meester in de klas hebben een eigen rol. Kinderen zijn nieuwsgierig en leergierig en gaan vragen stellen om op zoek te gaan naar hun eigen (geloofs)identiteit. Door ons voorbereidingstraject willen we hun prille vriendschap met Jezus alle kansen geven om te ontplooien. In de eerlijke ontmoeting met velen die een scala van geloof zullen tonen. Van heel overtuigd tot veel vragen. En dat is goed: in die botsing van meningen zal het kind zelf ontdekken welke plaats het geloof, welke plaats Jezus in hun eigen leven kan en zal krijgen. We moeten dus niet bang zijn om ons bloot te geven, integendeel!
Compagnon de route
Eigenlijk is het eerstecommunietraject één grote oproep om met z’n allen, als één gemeenschap, compagnon de route te zijn voor deze jonge gezinnen. Laten we samen op weg gaan, hen de ruimte geven (letterlijk en figuurlijk) om ons mooie geloof dat we ‘elke zondag’ vieren in onze gemeenschap te ontdekken. Als wij ons gastvrij, warm en kwetsbaar durven opstellen; als we met andere woorden van harte durven getuigen van ons geloof, dan zal dat vroeg of laat vruchten opbrengen. Is het bovendien ook dat niet wat wij onderling zo vaak nodig hebben?; én hopelijk vinden in onze gemeenschap: de grote vreugde dat we niet alleen zijn maar sámen de weg des levens mogen gaan. Dat we sámen tochtgenoten zijn in het spoor van Jezus en die kostbare schat van ons geloof mogen delen.
Het werkgroepje ‘eerste communie’
Isabel, Karien, Chrétien, pr. Herbert