Aangespoord door de publicaties van Marc Marin over de afbraak van de “oude” Eeckberger zijn we bij de Kluize op zoek gegaan naar de geschiedenis van deze school. Een stuk over onderwijs waaraan honderden bewoners van de wijk ’t Kalf zeker herinneringen zullen bewaren. Bedankt Marc om dit op te nemen in uw rijke documentatie van en over onze gemeente.
Pastoor Vitalis Van Helleputte was de initiatiefnemer voor de bouw van de wijkschool in 1901. Later werd E.H. Van Helleputte onze eerste deken voor het dekenaat Sint-Gillis-Waas (1910).
Hoe het allemaal begon…
Het was te danken aan het persoonlijk initiatief van E.H. Vitalis Van Helleputte dat er een wijkschool op ’t Kalf zou gebouwd worden (1901). De pastoor bekostigde dit grotendeels uit zijn eigen middelen. De grond waarop de school gebouwd werd was geschonken door mej. Charlotte Seghers, tante van de latere bisschop van Gent, Mgr. Seghers.
Er stond op die plaats een oude boerderij waar de gebroeders Alfons en Jozef Beck woonden. De boerderij werd afgebroken en de grond (zeer laag gelegen) moest verhoogd worden met grond die de boeren gingen halen uit de Zandstraat.
De architect van de twee klaslokalen die gebouwd werden was een zekere Geernaert en de aannemer was Jozef De Cock uit de Reepstraat (toen nog Ripstraat). De school werd door ons gemeentebestuur aangenomen en in januari 1902 door het ministerie erkend.
Twee klasloka len: een voor de “bewaarschool” en het andere voor de lagere school. De kinderen boven de 11 jaar (voor zover ze nog naar school gingen) moesten naar de centrumschool in ’t dorp gaan wegens plaatsgebrek. En dan nog was het probleem niet opgelost. Zuster Alfonsine (de eerste directrice) zat op een bepaald moment met 80 à 100 kinderen in haar klas. Zuster Ludwina werd voor de bewaarklas aangesteld, maar bleef wegens ziekte na een jaar thuis. Zij werd opgevolgd door zuster Celesta.
Een deel van het klasmeubilair werd door mej. Elodie D’Hooghe bijeen gebedeld.
Vaststaat dat de zusters Maricolen in zeer primitieve omstandigheden moesten starten. De eerste twee jaren moesten ze ’s morgens en ’s avonds de weg naar en van ’t Kalf te voet afleggen. Daarna heeft “Piet de Pruts” de zusters naar school gebracht met zijn rijtuig. Later heeft ook “Jef Blaas-uit” (de suisse) dit dikwijls overgenomen. Jef leurde toen met vis en op zijn kar stond in grote letters: “Filipiense mosselen”. Zo reed die brave man met de zusters heen en weer. (Bakker “De Caar” - De Cauwer - deed dit jaren met paard en kar voor de zusters die in de school van ’t Hoogeinde les gaven).