Gebruik
Natuurlijk denken we bij de hazelaar meteen aan hazelnoten.
Maar laten we eerst eens bij het hout beginnen. Dat is zowel sterk als buigzaam, vaak met lange rechte takken. Ideaal om in de tuin te gebruiken als klimsteun of als vlechtwerk in afscheidingen en randen van borders. De takken zijn ook prima geschikt als bezemsteel, wandelstok of hengel. Al bij de Grieken en de Romeinen was de struik in cultuur, onder andere om manden te vlechten van de jonge twijgen.
Wat je te veel hebt aan snoeiafval kan je verhakselen en gebruiken als mulch of in het compostvat als bruin materiaal. Ontdek alles over mulchen en composteren.
Het jonge blad van de hazelaar zou eetbaar en geneeskrachtig zijn. Maar de meeste mensen zullen toch liever wachten op de noten.
Ze bevatten veel goede vetten, vooral enkelvoudig onverzadigde vetzuren. Daarnaast zitten ze boordevol vitamine E en ook foliumzuur (vitamine B11). Dat laatste is vooral voor zwangere vrouwen erg belangrijk.
Hazelnoten kan je vers zo van de boom eten.
Bewaren kan zowel ongepeld als gepeld. Ongepeld bewaren ze tot wel 2 jaar lang in een koele en droge ruimte met goede verluchting. Het beste kan je de noten uitspreiden. Anders kunnen ze gaan schimmelen.
Gepeld bewaren ze nog enkele weken. Laat ze eerst enkele dagen drogen voor je ze luchtdicht en donker wegzet. Drogen kan ook in een bakblik in de oven, een half uur tot een uur op 75 graden. Na afkoelen, laten de bruine vliesjes gemakkelijk los door de noten te rollen in een keukenhanddoek.
Rauwe noten zijn het gezondste, maar geroosterd krijgen ze nog meer smaak. Dat kan in een droge koekenpan (hou ze in beweging of ze verbranden) of in de oven 10 minuten op 180 graden (halverwege eens omschudden). Laat ze afkoelen op een koud bord. Daarna kan je de bruine vliesjes verwijderen als je dat wil.
Gehakte hazelnoten kan je verwerken in muesli en gebak.
Ook in de vegetarische keuken zijn hazelnoten een welkome bron van eiwitten en goede vetten. Een receptje om de smaak te pakken te krijgen.
Recept: risotto met hazelnoten en salieboter
Ingrediënten (2 personen)
- 1 ui, gesnipperd
- 1 stengel selder of zwartmoeskervel, gesnipperd
- 10 blaadjes salie (een bosje munt kan ook)
- 1 citroen, geperst
- 40 g boter
- 100 g pecorino (of parmezaan)
- 60 g hazelnoten (2 handjes)
- 200 g risottorijst
- 3/4 l hete bouillon (ongeveer)
- 1 dl witte wijn
- 1 tl tijm
- 1 tl paprikapoeder
- olijfolie
Bereiding
- Fruit in een zuinig streepje olijfolie de ui en de selder glazig, maar niet bruin. Voeg 1 tl paprika en 1 tl tijm toe en laat even meebakken.
- Voeg de risottorijst toe en roerbak enkele minuten.
- Blus met de witte wijn. De kooktijd van de rijst begint nu te lopen. Meestal is dat 15 minuten. Doe gerust iets minder lang dan op het pak staat. Je wil de rijst beetgaar en niet platgekookt. Voeg beetje bij beetje de bouillon toe en roer af en toe eens om zodat er niets aan de bodem blijft plakken.
- Rooster ondertussen de hazelnoten in een droge koekenpan. Hou de noten in beweging, anders verbranden ze. Laat de noten afkoelen op een koud bord. Verwijder eventueel de bruine vliesjes door ze in een propere keukenhanddoek te rollen. Snijd de noten grof met een groot mes op een keukenplank. Hou enkele hele hazelnoten apart voor de decoratie.
- Smelt in een klein pannetje de boter. Blijf op een middelmatig vuurtje verwarmen tot de boter goudbruin kleurt. Bak de salieblaadjes twee minuten mee en neem van het vuur.
- Als de rijst beetgaar is, voeg je de gehakte hazelnoten toe, de helft van de pecorino en de helft van het citroensap. Proef en breng op smaak met zout en peper.
- Werk de risotto af op het bord door er naar smaak salieboter en citroensap over te sprenkelen. Decoreer met wat extra pecorino en enkele hele hazelnoten.
Smakelijk!
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.