Vakantie
Het wordt avond en ik hoor de stilte.
Enkel het rustgevend getik van een kleine klok
en het glooiend geluid van zilte zeegolven houden me wakker.
Tijd speelt geen rol, de klok tikt,
maar ik hoef haar wijzers niet gade te slaan,
niets of niemand wacht vandaag op mij,
zalige zoete rust overvalt mij
en zachte zeelucht wiegt me in een diepe slaap.
Een nieuwe dag, de zee is er nog, ook de golven,
er hangt een fijne nevel over de oh zo grote zee van water,
het is nog stil, bijna zo stil als de nacht.
Ik heb vandaag ……… tijd,
……. een zee van tijd ….. om mezelf te zijn.
Zo zou het altijd mogen zijn,
het is alsof ik droom,
of ik de hoofdrol speel in een vreedzaam filmgebeuren
waarin alles veilig, oprecht en echt is,
geen boosdoeners, geen macht die je omver blaast,
geen kwelduivels in mijn hoofd ….
Ik ga volledig op in mijn rol,
‘t gevoel te zweven in de open blauwe lucht,
de meeuwen achterna tot ver achter de horizon,
het doet me goed.
Maar morgen, ja morgen,
gaat het doek weer dicht.
Toch wil ik na vandaag nog blijven dromen,
mijn filmrol blijven spelen;
terugdenken aan de grote zee,
aan de gezellige vissersbootjes
die ’s nachts hun aanwezigheid verraden
met een fijne lichtstraal,
aan de eb en de vloed,
aan het rood-oranje avondlicht op een strand
met hier en daar een trotse meeuw,
en de schaduw van een late wandelaar.
Luc De Backer