Het verhaal
Jezus vertelde een verhaal:
‘Er was eens een heel rijke man. Hij droeg altijd prachtige kleren en vierde elke dag feest. Voor de poort van zijn huis lag een bedelaar, die Lazarus heette. Hij was ziek en had overal op zijn lichaam wonden. Hij had honger en hoopte dat hij de restjes van het eten van de rijke man zou krijgen. Maar er kwamen alleen honden naar hem toe, die zijn wonden likten.
Op een dag stierf de arme Lazarus. Engelen brachten hem dicht bij vader Abraham in de hemel. Ook de rijke man stierf. Hij kwam terecht in de hel en leed daar veel pijn. In de verte zag hij vader Abraham met Lazarus dicht bij hem.
Hij riep: “Vader Abraham, heb medelijden met mij! Laat Lazarus naar mij toekomen en met zijn vinger een druppeltje water op mijn tong leggen. Ik heb zoveel pijn in dit vuur!”
Maar Abraham zei tot hem: “Mijn zoon, jij hebt het toch goed gehad tijdens je leven? Lazarus had veel ongeluk in zijn leven en nu wordt hij getroost en jij lijdt pijn. Er is trouwens een diepe afgrond tussen jullie en ons, zodat we niet bij elkaar kunnen komen.”
Toen zei de rijke man: “Dan vraag ik u, laat Lazarus dan tenminste mijn vijf broers gaan waarschuwen, zodat ze niet net als ik in deze hel terechtkomen.”
Maar Abraham zei: “Ze weten wat Mozes heeft gezegd, ze kennen de woorden van de profeten, ze moeten gewoon naar hen luisteren!”
De rijke man zei: “Nee, vader Abraham, ze luisteren niet naar hen. Pas als iemand die dood is, terugkomt, zullen ze hun leven veranderen!”
Maar Abraham zei: “Als ze niet luisteren naar Mozes en de profeten, zullen ze ook niet luisteren naar iemand die opstaat uit de dood.”
Naar Lucas 16,19-31
(Tekst Kolet Janssen, illustratie Roel Ottow)
Denkvraag
Stel dat Lazarus toch terug mag gaan naar de vijf broers van de rijke man. Wat zou hij hen zeggen?
Doe-tip
Kijk naar het filmpje waarin het verhaal verteld wordt met zand.
Wat onthoud je ervan?
