Ge zijt welkom
Wij zeggen nogal wat, als wij zingen: nu sijt wellecome, Jesu lieve Heer. En hoe vaak zeggen voorgangers bij het begin van de viering: u bent heel welkom. Welkom-zijn is de meest fundamentele levensbehoefte van elke mens. Welkom-zijn is het schoonste dat er is.
Wanneer ben je welkom? En wanneer is een ander welkom bij ons? Er is ongetwijfeld iemand in ons leven die bij ons heel welkom is. Dat moet iemand zijn, die ons gelukkig maakt, die ons liefheeft met hart en ziel, die ons alle succes gunt, die intens blij is als ons iets lukt, die blij is met onze talenten en ons kunnen. Zo iemand laat ons dat merken op duizend-en-één manieren, meestal zonder woorden. Zo iemand is welkom bij ons, want wij zijn welkom bij hem.
Wanneer ben je niet welkom, en wie is er niet welkom bij ons? Dat is iemand, die ons niet gelukkig maakt, die een hekel aan ons heeft, die zich door ons bedreigd voelt, die ons geen succes gunt, die ons onze talenten misgunt, en die zal proberen de ontplooiing van onze talenten te blokkeren. Zo iemand laat ons dat ook merken op duizend-en-één manieren, meestal zonder woorden. Zo iemand is niet welkom bij ons, want wij zijn niet welkom bij hem.
Ik hoef u niet te vertellen tot welke afschuwelijke vormen het niet-welkom-zijn kan uitgroeien. We kennen de ‘gouden handdruk’ in bedrijven om een niet welkome medewerker weg te krijgen. We kennen het doodzwijgen van een ander, die dat natuurlijk op den duur niet uit kan houden. We kennen het negeren van een ander, dat in diepste wezen niets anders is, dan een ontkennen van zijn bestaan. We kennen het ook tegenover bevolkingsgroepen. We kunnen ze misschien niet negeren, maar ze zijn niet echt welkom. Een van de gruwelijkste momenten uit onze geschiedenis van het niet welkom zijn is zeker het bestaan van de uitroeiingskampen tijdens de tweede wereldoorlog. Maar vergeten we ook het Midden-Oosten, Nigeria, Rwanda en de andere hedendaagse conflicten niet, waar je op basis van geloof, etnisch verschil of een andere reden niet welkom bent. Dit heeft dan met dood en vernietiging te maken.
Welkom zijn is de meest fundamentele levensbehoefte van elke mens. Ons komen in deze wereld was niet alleen afhankelijk van het welkom van onze ouders, het was niet alleen een toevallige ontmoeting van een eicel en een zaadcel. Ons komen in de wereld is bovenal een heel persoonlijke scheppingsdaad van God zelf. Hij wilde ons. Hij was blij met ons. Hij maakte ons zoals wij zijn. Hij gaf ons onze talenten. En Hij is blij als ons iets lukt. Want alles aan Hem zegt tegen ons: kom maar gauw; blijf bij Mij. Ga niet weg. Nooit zal Hij het werk van Zijn handen verloochenen.
Zelf is Hij mens geworden. Welkom bij zijn ouders, welkom bij de herders, welkom bij Maria Magdalena, welkom bij zieken en hopelozen. Hij heeft het heerlijke gevoel van welkom te zijn gekend. En daarom kon Hij uitgroeien tot die volmaakte mens. Maar Hij heeft ook het niet welkom zijn ervaren. Hij kwam in het zijne, maar de zijnen aanvaardden Hem niet. Hij was niet welkom bij Herodes, die zich bedreigd voelde door Hem, die Hem zijn goddelijke talenten misgunde, die Hem wilde uitrangeren. Hij was niet welkom bij de kerkelijke leiders van toen, die zich door Hem bedreigd voelden, die Hem zijn liefdevolle wondermacht niet gunden, die Hem vervloekten omdat Hij op sabbat een mens hielp, die Hem uit de wereld weg wilden hebben, tot de dood toe. Maar zij vergisten zich in de nabijheid van God. Want bij God was Jezus zo welkom dat God Hem nooit losliet. Daarom deed God Hem verrijzen uit de dood. Zo wordt Kerstmis met Pasen verbonden. Het eeuwige welkom bij God.
Wij zingen Hem toe: nu sijt wellecome, Jesu lieve Heer. Want Hij is welkom bij ons. Maar ook Hij heet ons welkom. Daarom zeggen de voorgangers in de naam van Jezus: u bent welkom! Ja, wij zijn welkom bij Hem. Hij laat ons nooit los. Daarom zal Hij ook ons ooit doen verrijzen. Zo welkom zijn wij bij Hem voor altijd… Zalig Kerstmis.