Het verhaal
Debora was een vreemde vrouw. Altijd al geweest. In plaats van zich bezig te houden met haar kinderen en met het klaarmaken van eten, vond je haar meestal onder een palmboom, als een man. De mensen kwamen bij haar met hun problemen, en zij gaf hen goede raad.
‘Ik wou dat mama wat vaker thuis was’, klaagde haar zoon Anat vorige week nog tegen zijn vader. Die spande net de os voor de ploeg. ‘Je moeder is een bijzondere vrouw’, antwoordde hij. ‘God helpt haar om andere mensen te helpen. Je zou trots op haar moeten zijn.’
Anat haalde zijn schouders op. Vandaag moest hij alweer zelf voor het eten zorgen. Hij wou dat zijn moeder dat ook aan God vroeg.
‘Waar is Debora?’ vroegen een paar wildvreemde mannen aan zijn vader. Hij wees in de richting van de palmboom waaronder ze zitting hield. ‘We komen haar hulp vragen om te vechten tegen Sisera, die onze kudden rooft en ons zware belastingen doet betalen.’
Anat keek hen na. Dachten ze nu echt dat zijn moeder mee ging vechten? Dat zou ze toch zeker niet doen?
Debora ontbood Barak, een man die leiding kon geven aan een heel leger soldaten. ’s Avonds kwam ze nijdig thuis. ‘Hij wil niet’, zei ze. ‘Hij durft niet vechten tegen Sisera, die schijtlaars van een Barak. Alleen als ik meega, stel je voor! Een vrouw moet hem de overwinning bezorgen. Nou, dan zal de eer ook voor een vrouw zijn!’ Ze roerde zo hevig in de soep dat de druppels in het rond spatten.
De volgende dag was ze weg. Mee met Barak en zijn mannen, om te vechten tegen Sisera. Een week later waren ze al terug, dronken van de wijn en de overwinning.
‘Hoe is het gegaan?’ vroeg haar man.
‘Ik heb de soldaten gezegd dat God hen zou helpen om het leger van Sisera te verslaan. En ze hebben onze vijanden netjes in de pan gehakt’, antwoordde Debora.
‘En Sisera zelf?’ vroeg Anat.
Debora grijnsde. ‘Die was uit zijn strijdwagen gesprongen en had zich verstopt in de tent van een echtpaar dat hij kende. Terwijl hij lag te slapen, heeft Jaël, de vrouw, een tentpin in zijn hoofd geslagen. Zo heeft Barak hem later gevonden, gedood door de handen van een vrouw.’
‘Wat maakt dat uit?’ zei Anat.
‘Niets’, beaamde Debora. ‘Alleen is het een bewijs dat God ook werkt door de handen van vrouwen. En je hebt wel eens mannen die dat vergeten.’
Haar man legde een hand in Debora’s hals. ‘Ik ben blij dat je veilig terug bent’, zei hij.
Ze knikte afwezig. Wie weet welke bloederige taferelen ze nog zag in haar hoofd!
Anat reikte haar een kop soep aan. Zijn moeder was echt een heel bijzondere vrouw.
Naar Rechters 4
Uit: Hosanna! Kinderbijbel met meer dan 150 verhalen (Kolet Janssen, ill. Roel Ottow, Van In, 2013) pag. 51-52.
Denkvraag
Ken jij vrouwen in wie je God aan het werk ziet? Vertel erover.
Doe-tip
Teken een stripverhaal van wat er gebeurt met Debora, Barak, Jaël en Sisera.
- Vakje 1: Debora gaat mee met Barak en zijn soldaten, terwijl de man en de zoon van Debora achterblijven.
- Vakje 2: De soldaten van Debora en Barak overwinnen het leger van Sisera.
- Vakje 3: Sisera gaat op de vlucht en rent naar de tent van Jaël.
- Vakje 4: Jaël kijkt toe hoe Sisera slaapt. Ze grijpt een wapen.
Gebed
Lieve God,
jongens en meisjes, mannen en vrouwen,
zijn allemaal uw kinderen.
Help ons om in vrede samen te leven.
Help ons om elk onze eigen kracht en talenten te gebruiken.
Zo wordt de wereld een goede plek voor iedereen.
Amen.
