“Wat moet ik doen?” Die vraag stel je als je in de penarie zit of geen uitkomst ziet. Afhankelijk van de aard van het probleem ga je met die vraag naar iemand die raad kan geven, een vriend of een vertrouwenspersoon. Zoals de mensen dat deden in de tijd van Johannes de Doper (Lucas 3,10-18). Zijn oproep tot bekering sloeg in, maar het was ook hun vraag: “Wat moeten wij doen?” Johannes scheept hen niet af. Voor ieder van hen heeft hij een concreet antwoord. Een heel algemene raadgeving richt hij tot iedereen: laat anderen delen in wat je hebt. Mensen die niets hebben, die honger lijden, hebben recht op wat jij teveel hebt. Dat lijkt heel vanzelfsprekend, maar toch: hoe gaan wij daarmee om? Tot welke stappen zet ons dat aan?
De tweede en derde aanwijzing gelden specifieke beroepsgroepen, mensen die door hun functie wel eens in de verleiding komen om anderen af te persen of uit te buiten, in dit geval: tollenaars en huursoldaten. Van hen verwachten we die vraag – “Wat moeten wij doen?” al veel minder. En toch, Johannes heeft ook voor hen een specifieke raad: maak geen misbruik van je positie, pers niemand af of plunder niemand uit. Dat is wat de Doper ons allen wil zeggen: doe wat je kunt in je eigen leven, en doe het door mild en rechtvaardig te zijn.
“Wat moeten wij doen?” We zouden het ook als christenen kunnen vragen. Maar ook christenzijn vraagt van ons geen aparte dingen. We hoeven er niet anders gekleed bij te lopen, we hoeven er niet onze taak of ons werk voor op te geven. In ons christenzijn gaat het in de eerste plaats om de bezieling van waaruit we leven, werken, handelen. Of zoals Johannes het zegt: het gaat erom gedoopt te zijn met het vuur van de heilige Geest. Als christen zijn wij geroepen om te leven vanuit de vurigheid van de Geest van Jezus. Die doet ons bewogen zijn om anderen, die zegt dat we niet onverschillig kunnen blijven bij onrecht dat gebeurt. Het is een roeping die we zeker ter harte willen nemen.
Maar alleen, op onszelf, kunnen we aan onrecht ook niet veel veranderen, alleen blijven we even machteloos staan. En dus opnieuw zou het onze vraag kunnen zijn: “Wat moeten wij doen?” Het antwoord brengt ons bij solidariteitsacties zoals Welzijnszorg. Zij bundelen de krachten, zoeken naar een aanpak die ook structureel is, werken aan oorzaken van onrecht. En steunen concreet initiatieven voor bijvoorbeeld een leefbaar woonbeleid. Zo mag de morgen uit de nacht groeien, de lente uit de winter, voor mensen die uitkijken naar het licht.
Op de derde adventszondag is het de collecte van Welzijnszorg. Laat onze bijdrage gul en van harte zijn.
Jos Houthuys