ik wilde zuster worden
Het verhaal dat hier volgt is broos, maar ik wil het toch neerschrijven. Toen ik achtentwintig jaar was, ben ik ingetreden bij de zusters bernardinnen van Oudenaarde, ik ging wonen in Gent. Toen ik aan mijn vader vertelde dat ik zuster wilde worden, antwoordde hij na enige stilte ‘Dat had ik gedacht’. Het was het mooiste geschenk dat ik ooit van hem kreeg. Acht jaar later overleed hij en had ik geen ouders meer. Gelukkig was er nog een goede verbondenheid met de familie. Bij de zusters voelde ik me op mijn plaats. De mooie kapel nodigde uit tot gebed en zette me ’s morgens op weg naar mijn werk. Ik gaf nog enkele jaren les, ging nadien Godgeleerdheid studeren, en werkte dan voor de dienst jongerenpastoraal voor het bisdom Gent. Wat een kansen die ik kreeg om mijn soms broze geloof te voeden.
ik was er dankbaar om
Ik was er dankbaar om. Nu, in januari ontving ik een kerstkaart van een jongere die ik binnen mijn werk ontmoette. Ze schreef: ‘Ik denk nog vaak terug aan onze reis in de Pyreneeën ‘Met handen en voeten’ met jou, Gert, Dieter enz. Bedankt om me daar de eerste stapjes in het geloof te leren zetten’. Deze woorden doen veel deugd. Het geloof, waar ikzelf van leef, kunnen doorgeven is op zich een geschenk.
ik liet veel los
Na een depressie en veel innerlijk gewoel heb ik de congregatie verlaten. Ik liet veel los, maar het leven was op dat moment te zwaar voor mij. Tien jaar lang, van mijn vijfenveertigste tot mijn vijfenvijftigste heb ik het grootste deel doorgebracht op het domein van Bethanië. Alleen leven, lukte niet. Ik had het ook nooit gedaan.
voelend dat God me niet loslaat
Maar nu, voelend dat God me niet loslaat, heb ik opnieuw de stap gezet. Ik verliet de PVT (psychiatrisch verzorgingstehuis in de Achterstraat) en ben begin februari terug naar Oostmalle getrokken. Ik huur er een gelijkvloers appartement. Ik krijg hulp in het huishouden, telefoontjes van familie, bezoek van mijn broer, berichtjes van de zusters en er zijn ook de lege momenten. Wat was ik blij dat ik in Oostmalle naar de eucharistie kon gaan, waar ik dan weer mensen van Westmalle ontmoette. Dit weekend ga ik naar de viering in Sint-Antonius, want daar werd ik al gemist.
het is goed dat we een pastorale eenheid zijn
Het is goed dat we een pastorale eenheid zijn. Niet altijd gemakkelijk, maar er is verbondenheid. Dat voel ik. Laten we samen het beste met mekaars parochie voorhebben. Laten we er voor bidden en geloven dat God ons niet loslaat.
Noëlla Jordens