Toen we een drietal jaren enkele dagen in de eeuwige stad Rome mochten vertoeven bezochten we één van de vele mooie kerken. Een tafereel op een groot wandtapijt viel op: we herkenden een verhaal uit onze schooltijd. Het verhaal dat de grote kerkleraar Augustinus meemaakte, hij was toen bisschop van Hippo, een stad in het Noorden van Afrika, gelegen aan de Middellandse zee.
Hij wandelde eens over het strand en was diep aan het nadenken over de Drievuldigheid, één God in drie personen. Terwijl hij daar liep zag hij een klein jongetje in de zee water halen, dat hij leeg goot in een klein kuiltje, dat hij op het strand gemaakt had. Hij liep steeds op en neer om dat zeewater in het kuiltje te gieten. Augustinus zag dat en vroeg aan het ventje waarom hij dat deed. Het jongetje zei: "Ik ben de zee aan het leegscheppen en giet die in dit kuiltje." Augustinus zei: "Maar jongen, dat krijg je nooit voor elkaar. Die grote zee in dat kleine kuiltje."
Op het tapijt met de afbeelding stond ook het antwoord van het jongetje aan Augustinus: "Sed aqua quam constare secretiore intelligent Dei est." We deden de moeite om het naar het Nederlands te vertalen: "Veeleer het water hierin gaat, dan gij het geheim van God verstaat." En toen was het ventje verdwenen. De kunstenaar heeft daarom dat jongetje vleugels van een engel gegeven.
Kunstenaars hebben door de tijd geprobeerd in zo’n onbegrijpelijk mysterie iets duidelijk te maken, een icoon met drie op elkaar lijkende personen, een driehoek gelijkbenig net in het midden een oog en de spreuk: "God ziet ons; hier vloekt men niet." Drie ringen als symbool van oneindigheid omdat je niet ziet waar het begin is.
Volgende zondag is het Drievuldigheidszondag.
Het lijkt erop dat de Kerk na Pinksteren nog een toegift wil vieren, een apotheose na alle mysteries die we hebben gevierd: Jezus’ geboorte, het mysterie van zijn Verrijzenis, het mysterie van Hemelvaart en het mysterie van de komst en werkzaamheid van de heilige Geest. Het mysterie van Vader- Zoon en Geest en wat we van God weten, weten we uit de Schrift en onze eigen ervaring.
Van God wordt gezegd dat Hij enkel Licht is; dat in Hem geen duisternis is; dat Hij Liefde is! "Ubi caritas et amor" zoals wij zo vaak zingen: "Waar Liefde is, daar is God." Wij noemen Hem Schepper, Bron van alle leven.
Als Jezus, in zijn gesprek met de leerlingen, van Philippus de vraag krijgt:” Toon ons de Vader”, dan zegt Jezus: ”Ik ben al zó lang bij jullie en je kent mij nóg niet? Wie Mij ziet, ziet de Vader. Want de Vader en ik zijn één”. Blijkbaar heeft deze opvatting, de gedachte over God, de oorzaak geweest dat de Oosterse en Westerse Kerk helaas van elkaar zijn weggeraakt!
Omdat de geloofsbelijdenis, waarin we belijden dat de Geest uit de Vader én de Zoon voortkomt, door hen niet wordt gedeeld. Maar dat is een theologische kwestie die wij met onze woorden en denken niet aankunnen…Paus Franciscus, die in 1997 de Russische patriarch bezocht, doet er alles aan dat er eenheid mag komen, zijn grote verlangen! Voor ons is het meest belangrijk, wanneer wij- in ons gebed- de woorden uitspreken van Vader- Zoon en Geest. En zo God eer brengen en ermee zeggen dat wij te klein zijn om Zijn Geheim te bevatten. Maar dat er een tijd komt, dat wij God mogen ontmoeten als in het lied: “Als Hij ons thuis brengt!” “Dat zal een droom zijn.”
Michel Plessers