“Wie mijn volgeling wil zijn, moet mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen. Want wie zijn leven wil redden zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest om mijnentwil zal het vinden. Wat voor nut heeft het voor een mens heel de wereld te winnen, als dit ten koste gaat van eigen leven?”
Matteüs 16:21-27
Boven elk kruis schijnt de Zon. De woorden van Jezus zijn niet zo direct van dien aard om ons van gedacht te doen veranderen. Zijn kruis opnemen en zijn leven verliezen! Moeten we het lijden zoeken? Zeer zeker niet, het komt ook zo wel, ongevraagd en ongezocht. En of we het willen of niet, ons kruis opnemen moeten we toch. Het kruis van de Kerk, het kruis van onszelf, en het kruis van de wereld. Het kruis van onze Kerk met haar onvermogen om in deze tijd te leven. Het kruis van onszelf: onze gebreken, onze fouten, de ontgoochelingen waarmee we te maken krijgen. Het verschil tussen droom en daad, tussen verlangen en werkelijkheid.
We willen het goede, we streven naar het beste, maar de werkelijkheid is dikwijls veel minder goed dan we gewild en gehoopt hadden, en dat doet pijn. Het kruis dragen van onze eigen tekortkomingen, maar ook het kruis van ziekte, van tegenslag, van kinderen die niet mee willen, van ruzie ...
En dan het kruis dat over de wereld vaart, want ook dat kruis moeten we dragen. Een stormwind die oogst en mensenlevens verwoest. Dodelijke ongevallen, oorlog en terrorisme, honger en uitbuiting. Ook al lijkt het allemaal soms ver van ons bed, het raakt ons, want we zijn mensen, en we moeten machteloos toezien hoe andere mensen ten onder gaan.
Kruisen genoeg om te dragen. Is dat alles de wil van God? Nee, de wil van God is dat we doen wat Jezus deed, dat we dus Gods ogen en oren, handen en voeten, en vooral Gods hart zijn. Ogen om naar elkaar om te zien. Oren om naar elkaars lief en leed te luisteren. Handen om goed te doen voor elkaar. Voeten om te gaan naar hen die in nood zijn. En de wil van God is ook dat we niet blind zijn voor het goede in onze Kerk, in onszelf en om ons heen en het hoopvolle in de wereld: de solidariteit bij de rampen, bij de hongersnoden, bij ziekte en ongeval.
En toch... ze zijn niet alleen kruisen van ziekte, tegenslag en wanhoop want telkens weer is er ook herleving, genezing, verrijzenis, en daaraan mogen wij meewerken. En als we dat doen, zullen we zien dat ook het zwaarste kruis door de zon van Gods liefde wordt verlicht.
Lode Gysemans, diaken van onze Pastorale Eenheid Mozes