Enkele weken geleden hoorden we in het evangelie het verhaal van de dwaze en de verstandige bruidsmeisjes. In zijn homilie die ik via livestreaming toen kon horen, verwees onze bisschop hier naar de liefde tussen bruid en bruidegom. “Zoals een bruidegom tot zijn bruid zegt op de dag van het kerkelijk huwelijk: ‘ik wil je man zijn in goede en kwade dagen, in armoede en rijkdom, in ziekte en gezondheid’ zo zegt onze God dit eigenlijk tot ieder van ons. God heeft ons ontzettend lief! Hij wil met ieder van ons een persoonlijke liefdesrelatie aangaan! En hij handelt zonder slechte bedoelingen”. Wij kunnen zijn bedoelingen misschien wel niet altijd vatten en staan daarom misschien soms ook te weinig open voor zijn immense liefde…
Deze immense liefde tussen God en ons, mensenkinderen, is een realiteit waar vele mystici door de eeuwen heen wél van leefden.
Het evangelie van de bruidsmeisjes is de evangelieperikoop waar onze grote 14e eeuwse mysticus Jan van Ruusbroec van kon leven. Hij leefde van de minne. Zijn bekendste werk ‘Die gheestelike brulocht’ getuigt hiervan.
Die minneliefde is ook het thema in het bijbelboek Hooglied. De 12e eeuwse Cisterciënserbroeders Bernardus van Clairvaux en Willem van St-Thierry wisselden maandenlang van gedachten met mekaar over de diepere betekenis van het boek Hooglied. Ook als paters konden en mochten zij dat. Vandaag kijken wij hier misschien bij het eerste gezicht raar van op. Het was voor hen geen verdoken manier om te kunnen spreken over de liefde voor het andere geslacht, nee, zij lazen het boek op een allegorische manier: de bruidegom is voor hen Christus, die zijn liefde bezingt voor zijn bruid: de kerk, het volk Gods onderweg.
Ook in onze 21 e eeuw wil God ieder van ons liefhebben zoals een bruidegom zijn bruid bemint en ook in deze periode is Hij ons meer nabij dan wij kunnen vermoeden…
Hij wil voor ons zijn:
De vriend van dag en nacht
Ik ben de vriend van dag en nacht
voor elke nood, voor elke klacht.
Een vriend in voor- en tegenspoed
die altijd voor je open doet.
Klop en mijn deur zal open gaan,
vraag en mijn hart zal open staan.
Bons op mijn deur en schaam je niet,
in levensangst en zielsverdriet.
Voor elk verlangen, elk gemis
de God die altijd met je is.
Dit is je troost, je zekerheid,
dit is mijn naam, nu en altijd;
Ik zal er zijn,
Ik zal er zijn.
Kristin
Het gedicht van Michel van der Plas en de foto werden met toestemming overgenomen uit de nieuwsbrief Elisabeth pastorale zorg, waarvoor dank. www.pastoralezorg.be