In het boek lezen we als onderschrift: ‘Volgens het verhaal uit de geschiedenis, vond Helena, de moeder van keizer Constantijn het kruis van Jezus. Daarna werden relikwieën ervan over de ganse wereld verspreid.’
Maar hoe is dit religieuze voorwerp in De Klinge terecht gekomen? Wilfried Maes ging verder op zoek en speurde in een oud boek ‘De geschiedenis van alle gemeenten van O.-Vlaanderen besproken’ (1878, De Potter - Broeckaert) . De relikwie is sinds 1674 in De Klinge. Merk op dat de vorige recolettenkerk pas gebouwd was in het jaar 1670, dus vier jaar later. Maar de relikwie is vermoedelijk veel ouder want het volgende lezen we in het geschiedenisboek: “Er is in deze kerk sedert lang een groote toeloop tot de reliquie van het H. Kruis. Deze toeloop begon in het jaar 1674, wanneer zekere Margareta van der Elst, uit Antwerpen, hier een deel (lees splinter) van ’t H. Kruis aanbracht, dat zij ontvangen had van pater Carolus van Arenberg, kapucien, wien ’t gegeven was door de prinses Izabella-Clara-Eugenia, welke, op hare beurt, het kostelijk kleinood bekomen had van den Paus.”
Omdat we de precieze ouderdom van het kleinood niet kennen kan dit zowel paus Clemens IX als paus Clemens X zijn.
Dat het bezit van een relikwie van H. Kruis in vroegere tijden belangrijk was, merken we aan het feit dat de oude recolettenkerk twee bijpatronen had naast Maria-Tenhemelopneming: H.-Kruis en H. Jozef. In de huidige kerk is het linker zij-altaar toegewijd aan het H. Kruis en het rechter zij-altaar aan de H. Antonius de bijpatroon van de huidige kerk.
Op dinsdagochtend is de kerk van De Klinge open (altijd welkom voor een gebed). Ik had daar afgesproken met Richard Van Hiel en Roger Bauwens om de relikwie te bekijken en te fotograferen. Uit de reliekenkast haalde Richard het mooiste en grootste doosje. ‘De kerkfabriek heeft ze allemaal laten kuisen’ vertelde hij trots. In het zilveren doosje zien we op een gouden achtergrond een kruisje en vier bloemetjes met elk een minuscule splinter of deeltje.
Aan E.H. Pastoor Van Steen werd gevraagd de Latijnse opschriften te vertalen.
- midden: ‘De Ligno Santo Crucis Domino Nostri Jesu Christi’ betekent 'Van het kruis van Onze Heer Jezus Christus'
- boven: ‘De Spirea Corona’ wordt vertaald als 'Van de doornenkroon’
- rechts: ‘De Clavo Crucifigio’ begrijpen we als 'Van de kruisigingspijker’
- onder: ‘De sepulchro Domini Nostri Jesu Christi’ betekent ‘Van het graf van onze Heer Jezus Christus’
- links: ‘De Arundine Domini Nostri’ wil zeggen ‘Van het riet van onze Heer’.
In de relikwie bevinden zich dus vijf overblijfselen van voorwerpen die met het stervende of dode lichaam van Jezus Chr. in aanraking zijn geweest. Daarom is het een reliek van de tweede graad. Het vereren van heilige overblijfselen stamt reeds uit de vroegchristelijke kerken die vaak eucharistie vierden in de nabijheid van de graven van martelaren. Relieken van een heilige worden vaak op de naamdag van de heilige ter verering aangeboden. Richard herinnert zich uit zijn jeugd dat de gelovigen na de mis naar voren kwamen om een houder met daarin de relikwie te kussen.
Van heel veel relikwieën is de echtheid niet te achterhalen. Zeker wanneer men beweert dat er een overblijfsel van de doornenkroon en rietstok in bevindt, kan men er zich vragen bij stellen. Maar toen ik dit kleinood te zien kreeg, zag mijn architecturale gevormde oog onmiddellijk dat dit een klein kunstwerkje is. Kijk naar de evenwichtige opbouw, de gestileerde verfijnde versieringen, het mooie kleurenpalet en de sierlijke letters. Alles is in de grootste perfectie met de hand uitgevoerd op slechts een drietal centimeters grootte. Dit is pure ambacht van de hoogste plank. De Klinge mag hier trots op zijn.
De allergrootste waarde van dit kunstwerkje is wel het verhaal dat het vertelt. Het getuigt van het lijdensverhaal van Jezus Christus, de grootste liefdesdaad van God aan de mensheid getoond. Daar mogen we dankbaar voor zijn en ons hoofd nederig buigen. De Klinge heeft iets bijzonders, met dank aan de Heilige Helena voor het vinden van het H. kruis en het graf van Jezus.
parochieassistent Lucrèce Ongenaert