Op 30 oktober toverden we in een uurtje tijd het PeeCee Kaffee te Berchem – Groenenhoek om tot een griezellocatie. Jack- o’-rein lantaarn, verlichte pompoenslingers, dwaallichten, doodshoofden, geraamtes, heksen en spoken werden er opgehangen. Sierstukjes met pompoenen, hout en maretak versierden er samen met magiërs, schedels en knekels, aangepaste placemats en herfstoranje getinte servietten de tafels.
Medewerkers verkleed als heks of man met doorzaagde schedel verwelkomenden er zevenendertig samanaleden om er te luisteren naar Antwerpse griezelverhalen. Startend met een woordje geschiedenis overliepen we interactief de evolutie van het vroegere Allerheiligenverlof naar een herfstvakantie met Halloweenfeest.
Op het eerste zicht lijkt het allemaal nieuw en anders, tot je er wat lectuur en geschiedenis op naleest. Dan ontdek je dat het om een oeroud Keltisch feest gaat waarbij men op 1 november oudjaar vierde omdat de laatste oogsten waren binnen gehaald en men begon met de slachtmaand, tevens de tijd om de vuren aan te steken. Kinderen werden er op uitgestuurd om van huis tot huis te gaan om hout te verzamelen voor het grote vreugdevuur. Later emigreerde de inmiddels gekerstende Ieren en Schotten naar Amerika. Zij vierden er dit oorspronkelijke Keltisch feest nu als All Hallows Even, de vooravond van Allerzielen. Hun Mexicaanse buren vierden er op dezelfde dag Dia de los Muertos, een feest gegroeid uit de Azteekse cultuur vermengd met Spaanse invloeden. Vrouwen schilderen hun ogen zwart en maquilleren zich met spinnenwebben en eten samen met hun families op de graven rond geraamtes en schedels, die ze geel en oranje kleuren omdat ze willen bewieroken dat de dood bij het leven hoort... Kinderen krijgen er snoepjes en koekjes. Gebruiken blijven bestaan, vermengen en evolueren. Kinderen worden enge monstertjes op zoek naar snoepjes... luisteren nog steeds naar verhalen… vlammen vergroten de schaduwen... volksverhalen ontstaan... onze fantasie slaat op hol en angsten en demonen komen onze hersenspinsels binnendringen.
We overliepen de Belgische contreien op zoek naar duivelse belhamels die ons angst aanjagen. We bleven bij enkele Antwerpse kwelgeesten stilstaan en met fluisterende stem vertelde men ons het verhaal over de Antwerpse Banshee die, na een brand in een bakkerij, zelf de soldaten van Napoleon de stuipen op het lijf jaagde. Lange Wapper dwaalde over het kerkhof van de Groenplaats. Deze legendarische Sinjoor, genoemd naar een meters hoge kraan met lederen waterzak op de Wapper die nodig was om het water uit de ruien te wippen, kon bij nacht met hulp van de wind wel eens eng luidop wapperen waardoor hij menig zatlap met verdwaasd gemoed de stuipen op het lijf joeg... Gelukkig zijn wij nuchter en zonder angst bezingen we samen met Axel Peleman in een vrolijk volkslied “deze schrik van ons oudste stee”. Al zingend vernemen we tevens dat deze ooit door Albert Poels uitgebeitelde reus voor “het Steen” zich soms vermomde als zwarte kat en zich in een wip kon omtoveren van een muis tot een huizenhoge gigant. Tot slot heeft dit lied nog een wijze moraal: “loop ’s avonds niet te laat op straat”.
Gewaarschuwd nuttigen we nog tijdig voor het donker een heerlijke pompoensoepje met Turks brood en sluiten af met een bakje troost en een heerlijk smakend “helpend handje” koekje.
Nadien brengen chauffeurs onze leden veilig thuis, terwijl anderen hocus pocus pats het lokaal weer fatsoeneren in een gezellig ontmoetingslokaal, waar iedereen altijd van harte welkom is tijdens de openingsuren.
Op woensdag 20 december te 14 uur kan je onze Samanaleden er terug ontmoeten. We bezien er dan de film “Sterrenlicht en appeltaart” en eten daarna een stukje appeltaart. Van harte welkom.
Lieve DW