‘Ik keer tot u terug’, zegt Jezus. Het staat er niet in de toekomstige, maar in de tegenwoordige tijd, nu. Dat is juist vertaald. Alleen, dat woord ‘terug’ staat niet in de grondtekst. Daar staat: ‘Ik kom tot u.’ Want er is geen ‘terug’. Er is geen terugkeer naar de situatie uit het verleden. Jezus’ komen is altijd nieuw.
De hoofdstukken 14-17 in het Johannesevangelie, waaruit we nu drie zondagen lezen, worden ‘de afscheidsrede’ genoemd. Eigenlijk klopt ook dat niet helemaal. Jezus wijdt zijn leerlingen in in een nieuwe wijze van aanwezig-zijn. Volgende donderdag, Hemelvaartsdag, zullen we Jezus horen zeggen: ‘Ziet, Ik ben met u, alle dagen, tot aan de voleinding der wereld.’ Hij is dus niet weg, wel op een nieuwe manier aanwezig. Lichamelijk is Hij er niet meer, maar Hij zendt de Helper, de Geest van de Waarheid. Dat is zelfs niet zo vreemd. ‘Gij kent Hem’, zegt Hij, want Hij blijft bij u.’ Jezus zegt niet: ‘Ik ga weg, maar je krijgt een babysit.’ Het gaat om veel meer. Hij zegt: ‘De Geest van de Waarheid blijft bij u. Niet alleen de Geest. ‘Ik kom tot u’, zegt Jezus. En ook de Vader, want ‘Ik ben in de Vader en gij in Mij en Ik in u.’
Het gaat niet over anderhalve meter afstand houden, en zeker niet over afscheid nemen, maar over verbondenheid, aanwezigheid en ‘in-wezigheid’, de één gedragen door de ander. ‘Jullie zullen mijn geboden onderhouden’, voegt Jezus er nog aan toe. Dat is geen voorwaarde voor onze verbondenheid met Jezus en met God, maar een gevolg ervan. U zult zien: het zal lukken in uw leven!
Is deze passage uit het Johannesevangelie moeilijk? Er staan geen moeilijke woorden in. De taal van de vriendschap laat zich verstaan vanuit de praktijk, niet de theorie.
Vader, Zoon en Geest leven, ademen en werken in u. Dat staat al in het evangelie. In het begin van de twintigste eeuw heeft de heilige Elisabeth van de Drie-eenheid het mysterie van de inwoning van de Drie-Eenheid intens beleefd. Wij kunnen dat ook. Er is geen geleerdheid voor nodig, maar wel de beleving van verbondenheid en vriendschap, en het herlezen van ons leven in het licht van het evangelie en de geruststelling en troost die daaruit voortkomen.
P. Paul Delmé