Toen de dag van Pinksteren aanbrak, waren zij allen op één plaats bijeen. (Hand 2,1)
Zo begint het tweede hoofdstuk van het bijbelboek Handelingen der Apostelen. Dit boek opgetekend door de evangelist Lucas, zal ons gedurende drie jaar begeleiden en het eerste jaar wordt nu met Pinksteren afgesloten.
Hier en daar waren er leesgroepjes opgericht. Men was van plan een groot Pinksterfeest te organiseren. En in de periode tussen Pasen en Pinksteren komt de eerste lezing uit die Handelingen. Maar in 2020 heeft een virus hier een stokje voor gestoken en het project dat het bisdom lanceerde is niet echt tot zijn recht gekomen, hoewel men toch gepoogd heeft hier iets (digitaal) aan te doen.
Jammer misschien, want Handelingen wil ons wel iets zeggen. En het begint al met die eerste zin. Toen de dag van Pinksteren aanbrak, waren zij allen op één plaats bijeen. Jezus was terug gekeerd naar zijn Vader en zij (de apostelen) zaten bang bijeen, wachtend op er wat komen zou. En dan gebeurde het: het opsteken van een wind, vurige tongen en ze konden niet langer zwijgen: de deuren van het cenakel werden opgegooid en Petrus en de anderen verkondigden Gods Blijde Boodschap.
Vandaag zijn we niet op één plaats bijeen. Dat mag ook niet. Je moet wel in je kot blijven, en liefst niet met veel te samen. Je zou besmet kunnen geraken en ziek worden en anderen besmetten, die dan ziek kunnen worden enz… Maar toch zijn we op één of andere manier samen: samen bang voor wat komen gaat. Samen, hunkerend naar een “normaal leven”, hunkerend naar vrijheid. En hoewel de cijfers alsmaar positiever zijn, zijn we niet gerust, want er zou een tweede corona golf kunnen komen.
En nu is Pinksteren in corona-tijden: het is weer wat anders. Niet dat Pinksteren zo fel gevierd wordt als Kerstmis of Pasen, maar toch is dit een belangrijke dag. Pinksteren is immers de verjaardag van de Kerk, want toen is het echt begonnen. Pinksteren is de dag, dat de apostelen hun angst overwonnen en een gemeenschap stichtten: een gemeenschap rond Jezus, die bidt, viert en dient.
We mogen Pinksteren nog niet vieren in onze kerk. Het lied “Kom, Schepper Geest” zullen we er niet zingen. Toch verlangen we dat de Geest over ons komt en ons sterk maakt in ons Christen zijn. We kunnen dan doen zoals de leerlingen; in gedachten biddend samen zijn. Net zoals dienen en behulpzaam zijn of mensen nabij zijn.
Velen hebben dit al laten zien: beroepshalve of als vrijwilliger. Velen zijn al vervuld van de Geest van Pinksteren. En wij ? Hoe dragen wij het vuur van Pinksteren uit in corona-tijden?
Zalig Hoogfeest en hou het gezond.
GEBED
Als er je een licht opgaat,
zeg dan niet: dat is de heilige Geest.
Als er een vuur in je brandt,
zeg dan niet: dat is de heilige Geest.
Als je oren suizen van geluk,
zeg dan niet: dat is de heilige Geest.
Maar als jouw gezicht oplicht
zodat anderen zien,
als jouw vuur anderen verwarmt,
als jouw oren suizen van het goede nieuws
dat anderen blij maakt,
dan kun je zeggen:
dat is de heilige Geest.
Goede Geest van God,
laat het weer Pinksteren worden,
ook voor ons.
Open de deuren van ons hart,
zet ze wagenwijd open
opdat licht en warmte kunnen binnenstromen.
Maak van ons echte, authentieke Christenen
die hun inspiratie en hun enthousiasme vinden in uw Geest. Amen.
Jean-Marie