Ik geloof met heel mijn hart dat Gij, God, in deze moeilijke tijden zo dicht bij ons zijt, dat wij U niet kunnen zien. Het zit in uw DNA altijd weer geraakt te worden door het lijden van ieder mens. Onbewogen kunnen blijven is U niet gegeven. Een vreemd gebrek is dat, dat ons de zekerheid schenkt dat het uw armen zijn die wij vermoeden om ons heen. Onze onmacht heft Gij niet op. Gij vult ze met uw nabijheid. Gij zwijgt niet, Gij zoent ons. Sinds uw Zoon op zijn eentje zijn kruis droeg, hebt Gij gezworen dat dit nooit meer zo zal zijn. In elk kruis van eenzaamheid, an afscheid nemen, van onmogelijke vragen, van verwarring, van slapeloosheid, van koorts, van dood, verbergt Gij U tot wij U daarin toelaten. Gij lost het lijden niet op, maar uw liefde kan het niet hebben dat wij daarin zonder U zouden zijn. Dank u daarvoor, God. Amen.