We hebben een computer nodig; er zijn er heel veel. Er zijn tragere en supersnelle, met video-, netwerk- en geluidskaart, met cd-rom, cd-writer, ga zo maar door. Aanvankelijk de top met alle nieuwste snufjes, het krachtigste intern geheugen... en dan te bedenken dat hij na enkele jaren niet meer is dan een hoopje schroot.
Denken velen soms ook niet, ik ben maar dat of ik kan maar dat. Anderen kunnen het zoveel beter, zijn zoveel sterker, durven meer, hebben meer.
Gelukkig zijn mensen meer dan een computer, ook al moeten wij het uiteindelijk ook doen met onze eigen sterke en zwakke kanten die we niet altijd gekozen hebben. Er zullen er altijd zijn die op bepaalde punten zwakker of sterker zijn. Maar wij kunnen daar ons hele leven aan sleutelen met die zekerheid dat we mogen zijn wie we zijn.
We hebben een scherm nodig. We lezen er immers de gegevens op af. We kunnen in- en uitzoomen. We kunnen zaken doen oplichten of juist verbergen.
Is dit ook niet zo met ons scherm, ons gezicht, onze lichaamstaal. Wat tonen wij van onszelf aan de anderen? Durf ik tonen wie ik ben. Of draag ik een masker? Ben ik zelfstandig, kom ik op voor mezelf? Ben ik echt cool omdat mijn vrienden het zo willen of durf ik mijn ware gevoelens tonen?
Misschien is mijn scherm nog wat vaag en leeg omdat ik me nog niet helemaal thuis voel, een nieuwe school, nieuwe uitdagingen in de parochie of staat het juist vol met de fantastische vakantie-ervaringen en ben ik blij dat ik mijn klasgenoten/collega’s terugzie om al die ervaringen uit te wisselen.
We hebben een klavier nodig. We tikken er woorden, tekens, nummers, teksten, boodschappen mee die op ons scherm verschijnen... Het is een hulpinstrument om dingen kenbaar te maken. Maar het is nog altijd de mens die met zijn vingervlugheid of stem zorgt dat er iets op het scherm komt. Hij is de initiatiefnemer. Hij bepaalt uiteindelijk wat en hoe het op het scherm komt.
Ook in ons eigen leven beschikken we over allerlei hulpmiddelen om onze echte noden, verlangens, gevoelens, dromen te uiten. Het is onze keuze hoe en wat we kenbaar maken. Iedereen heeft daarin een eigen stijl. En het is aan ons om dat een beetje van elkaar te ontdekken. De ene zal eindeloos veel woorden gebruiken, de ander doet het met een glimlach, een gebaar.
De muis wordt ook aangesloten. Een handig hulpinstrument bij de computer. Je kan er vlug een aantal zaken mee doen. Denken we maar aan opslaan, afdrukken, centreren, nieuw lettertype geven, verbindingen maken,...
Het zou symbool kunnen staan voor de mensen, de zaken die ons tot hulp zijn, die maken dat ons leven wat vaart krijgt. Maar haar belangrijkste taak is misschien wel hulp bieden aan anderen.
De modem zorgt voor de contactmogelijkheden, zorgt ervoor dat we elkaar kunnen verstaan. Dat we als het ware op dezelfde golflengte zitten. Pas als we allemaal bereid zijn om inspanningen te doen, kan er écht contact komen tussen mensen. Met de huidige mogelijkheden kunnen we contacten leggen met mensen over de hele wereld. Dit biedt een waaier aan kansen om anderen en andere culturen te leren kennen. Om te luisteren en te spreken. Om te ‘ont moeten’. En toch is dit niet altijd vanzelfsprekend. Voor velen is dit medium nog een grote onbekende. Stellen we ons nog de vraag met wie we contact zoeken en waarom? Zijn we bereid om écht te ontmoeten of verschuilen we ons achter een nickname? En vergeten we daardoor soms niet het echt menselijke contact met degene naast ons?
En dan natuurlijk ook de verschillende kabels, want alleen kunnen alle onderdelen niets. Een wirwar soms om alles met alles te verbinden. Ze kunnen ons wijzen op onze verbondenheid met mensen, met de natuur, met de Andere die we God noemen; God die ons zegt: "Wees trots op je sterke kanten maar verberg je zwakheden niet, want ook van je onmacht en je zwakheden hou ik. Ik ken je trouwens, tot in alle vezels van je bestaan. Ik heb je naam in mijn handpalm geschreven. Ik vergeet je niet en voor mij ben je goed. Samen kunnen we vooruit, samen zijn we sterk. Ik heb geen volmaakte mensen gemaakt, je moet dus niet doen alsof. Zoals je bent, ben je goed. Laten we het samen doen. Voor mij mag je zijn zoals je bent, en dan kan je misschien bij Mij een houvast vinden.”