De Kerkelijke uitvaart is een eeuwenoud ritueel, waarin de overledene opnieuw gewijd wordt met het doopwater. De overledene wordt de kerk binnengebracht met het zingen van de woorden "Requiem aeternam dona eis Domine" of "Geef rust o Heer, geef uw vrede aan de doden" De kist of de urne wordt omgeven met kaarsen die aangestoken worden aan de Paaskaars. Dit is het symbool voor de verrijzenis en het eeuwig leven. De overledene wordt bewierookt als eerbetoon voor zijn leven. Tenslotte, na de afscheidsgebeden wordt de overledene naar buiten gedragen terwijl de priester het "In Paradisum" zingt: Ten paradijze geleiden u de engelen.