Omwille van de historische belangrijke plaats die onze Collegiale kerk inneemt in het kerkelijk leven van onze stad, willen we kort stilstaan bij de bouwgeschiedenis van deze kerk.
In 1378 werd een begin gemaakt met de bouw van de huidige kerk en naargelang die nieuwbouw vorderde, werd de oude kerk afgebroken. In 1471 hadden de parochiediensten reeds plaats in de nieuwe kerk. De kapitteldiensten bleven plaatsvinden in het koor van de oude kerk tot 1512. De nieuwe kooromgang met bijbehorende kapellen en sacristie werd om het oude koor gebouwd en aangepast aan de reeds vroeger opgetrokken Onze-Lieve-Vrouwkapel in 1483. In dat jaar werd ook de nieuwe kapittelkamer gebouwd, waar zich nu de schatkamer bevindt.
De kerk geeft, op de toren na, zo'n indruk van eenheid in conceptie en uitvoering dat men denkt voor een werk te staan van één bouwmeester en verwezenlijkt in een korte tijdspanne. Opeenvolgende bouwmeesters werkten echter nagenoeg twee eeuwen aan de kerk . De eerste bouwfase startte in 1378 onder leiding van de Mechelse bouwmeester Hendrik Mijs met het bouwen van de toren, verdergezet door Jan II Keldermans. De eerste en tweede vierkante geledingen zijn vroeggotisch en doen enigszins log aan.
De tweede bouwfase (1425-1443) met de bouw van het schip staat volledig onder de leiding van Jan II Keldermans. Alle kenmerken van de rijke Brabantse gotiek komen hier tot uiting. Het jaartal ‘1445’, gekrast op één van de zuilen, wijst op de voltooiing van het kerkschip en de ingebruikname voor de eredienst. In 1441 waren er reeds twintig altaren gewijd!
Ondertussen wordt de toren vanaf 1445 onder leiding van Jan van Hazeldonck hoger opgetrokken. De vierkante geledingen gaan over in een laatgotische achtkant en in 1456 wordt de torenspits bekroond met een koperen appel en verguld smeedijzeren kruis.
In 1460 wordt de eerste steen van de kruisbeuk gelegd, stilistisch volkomen aansluitend bij het schip. Na de voltooiing van het dwarsschip in 1476 gaan Andries I Keldermans en Domein Waghemaker onmiddellijk over tot de uitbouw van het koor, de kooromgang en de straalkapellen. In 1517 is de kerk, met de wijding van het hoogaltaar en negen altaren in de kooromgang, nagenoeg voltooid. Er volgen nog wel verdere afwerkingen en de aanbouw van de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Montserrat in 1556, de huidige doopkapel.
Nadat zowel in 1609 als in 1702 de bliksem inslaat in de toren, krijgt die in 1754 het nog bestaande achtzijdige koepeldak in rococostijl.
Ondanks de lange bouwperiode en de verschillende bouwmeesters mogen we zeggen dat de Sint-Gummaruskerk één van de gaafste voorbeelden is van de Brabantse hooggotiek.
Voor wie graag meer weet over de kerk kan ik de kleine kunstgids aanbevelen die ik in 2000 geschreven heb over de kerk, uitgegeven bij Verlag Schnell & Steiner uit Regensburg. Het boekje is verlucht met een aantal mooie foto's en is te verkrijgen aan de balie van de kerk (3 euro).
Op zondag 27 augustus vieren wij, zoals elk jaar op de laatste zondag van augustus, het kerkwijdingsfeest van onze Sint-Gummaruskerk. Omdat dit een van de belangrijkste liturgische vieringen is, beperken we ons dat weekend tot die ene viering, om 10 uur in de Grote Kerk. Jullie zijn allen welkom!
Jan Verheyen, pastoor-deken.