Wanneer je vraagt wat het belangrijkste is in zijn werk begint hij spontaan te vertellen. Op de eerste plaats is hij een luisterend oor voor kwetsbare mensen. Die gesprekken gaan over hun ultieme dromen, geluk, levensvragen. Ook al is Paul zelf geen voorstander van euthanasie, toch is hij iemand bij wie mensen met die vraag aankloppen. Erover spreken doet al veel.
getuige zijn van zijn eigen geloof
In het contact met mensen, dat kan ook een personeelslid zijn, komt ook het geloof ter sprake. Paul probeert hierbij getuige te zijn van zijn eigen geloof, ervan uitgaand dat er Iemand is voor mensen. Paul ervaart dikwijls dat zijn eenzelfde weg als diegene die hem aanspreekt. Er is eenzelfde verlangen, er is eenzelfde hoop.
Verlieservaring
Mensen spreken Paul over rouw, over een verlieservaring in de brede zin van het woord. Sommige mensen moeten hun dromen loslaten. In plaats van terug aan het werk te gaan, kunnen ze niet meer aan de slag. Dan duiken bedenkingen op als ‘Hoe moet het nu verder?’ of ‘Ik wil toch onafhankelijk blijven’. Geen gemakkelijke situaties.
Spreken onder gelovigen
Of andersgelovigen ook contact opnemen? Jawel. De gesprekken met een getuige van Jehova groeiden van belerend naar vriendschappelijk. Ook moslims spreken Paul aan. “Zo’n gesprek begint steevast over Jezus”, vertelt hij. Uiteindelijk is het een gesprek tussen gelovigen. Moslims hebben geen structureel aanspreekpunt zoals katholieken. Zij zijn dus zeker welkom bij de pastor.
Groot zijn in iets kleins
Paul werkt in een groot ziekenhuis, waarbij het aantal pastors beperkt is. Het lukt niet om overal te zijn en alles te doen. Toch heeft hij het gevoel dat hij veel mensen bereikt, ook al zijn de middelen beperkt. Ook al kan het werk wel eens téveel zijn, Paul vergelijkt het als volgt: ‘Door een kleine steen in een vijver te gooien, krijg je toch een grote straal’.
Bedankt, Paul, voor je groot enthousiasme.