Konterdam
De Konterdam is een wijk in Stene, deelgemeente van Oostende. De eerste huizen werden gebouwd in 1902. In 1906 werd onder impuls van Louis Masselis, pastoor van de Sint-Annaparochie in Stene, een schooltje gebouwd. Enkele Zusters van Liefde uit Rumbeke kwamen er les geven. Van 1907 tot 1912 kwam men in de school ook samen voor de eucharistie. In 1912 werd op de Konterdam een nieuwe parochie gesticht die Sint-Catharina als beschermheilige kreeg. Die naam is eigenlijk steeds verbonden geweest met Stene en omliggende. Annalen van 1292 en 1381 maken reeds melding van een parochie Sint-Catharina-ter-Streep ten zuidwesten van Oostende.
De inplanting
Het was in 1933 dat architect Jozef Viérin uit Brugge de plannen voor de Sint-Catharinakerk Konterdam tekende in opdracht van pastoor Declercq (pastoor 1928-1937) en de toenmalige kerkraad. Oorspronkelijk zou de kerk komen tussen de Verbindingsstraat en de Steenovenstraat. Daar werd grond voor de kerk geschonken door de "Briqueteries Nationales de Steen" met als voorwaarde dat er een kerk moest gebouwd worden met bakstenen van de streek. In 1932 echter kocht de kerkfabriek twee loten grond in de Guido Gezellestraat. Omdat de kerk centraler zou gelegen zijn, besloot men te bouwen in de Guido Gezellestraat op de "nieuwe" grond. De kosten voor de kerk werden geraamd op 1.200.000 frank. Met veel bedelbrieven haalde pastoor Declercq het geld uiteindelijk bij elkaar, maar de vele zorgen hadden een grote impact op zijn gezondheid.
Het ontwerp
Toen de pastoor aan de architect vroeg hoe zijn kerk er zou uitzien, antwoordde hij in een brief van 18 februari 1933: "Geheel het gebouw zal opgevat worden in een modern~romaanse bouwtrant. De voorgevel zal versierd worden door het beeld van de patrones en een wielvormig venster. Men heeft toegang tot het gebouw langs een driedubbele arcade, welke een groots karakter geeft aan de voorgevel. Een drieëndertig meter hoge toren zal het gebouw bekronen."
De plannen werden door het gemeentebestuur van Stene en door burgemeester Defever van Stene goedgekeurd op 9 juli 1933. Het stadsbestuur van Oostende volgde op 3 november. Er waren 17 offertes van kandidaat bouwers. De omslagen werden geopend op woensdag 24 augustus 1934. Het laagste bod was van Lingier uit Bredene. Op 25 oktober werd hem door de kerkraad schriftelijk de opdracht gegeven binnen de twintig dagen na ontvangen van het schrijven de werken te starten. In het lastenboek lezen we dat de ruwbouw moest voltooid zijn in een tijdspanne van veertien maanden. De bouwwerken werden aangevat in november 1934 en de inwijding gebeurde op 1 juli 1937 door Mgr. Lamiroy. De kerk werd toegewijd aan Sint-Catharina. Deze toewijding kunnen we zien aan het beeld van de heilige in de nis in de voorgevel en aan het zijaltaar dat aan haar toegewijd is. De kerk bezit eveneens een relikwie van Sint-Catharina.
Het kerkgebouw
Architect Viérin heeft de bouwstijl van de oude romaanse basilieken verwerkt met de eisen van een modern kerkgebouw. De kruisvorm van de romaanse basilieken is goed uitgetekend. Schip en koor vormen de staander van het kruis, de dwarsbeuken de zijarmen. De moderne architectuur schept een grote ruimte waar men overal zicht heeft op het koor.
De dikke bakstenen muren met de kleine ronde boogvensters doen typisch romaans aan. De kleine vensters geven een ietwat sombere verlichting. Ronde tongewelven gesteund door ronde bogen accentueren de romaanse stijl. De vieringtoren is hier echter vervangen door een koepel. Dat schept ruimte. Nog merkwaardig is de relatief kleine oppervlakte van het schip. Het gebouw is bedekt met een zadeldak. Het geheel is aangevuld met de nodige bijlokalen. Sacristie en berging leunen aan bij de dwarsbeuken. In 1995 werd een klein koertje overdekt als bijkomende bergplaats naast de sacristie. Het lokaal voor de verwarming is aangebracht aan de zuidkant. We kunnen stellen dat de architect er in geslaagd is een mooi geheel te vormen.
Binnen in de kerk is alles sober gehouden. Een bakstenen fries tussen muur en gewelf is bijna het enige versieringselement. Alleen het roosvenster met gebrandschilderd glas in de westzijde geeft wat kleur. Om het koor wat rijker te maken, werden de muren bezet met zwart-wit dooraderd marmer. In 1993 werd een fries geschilderd om het koor meer diepte te geven en het kruisbeeld beter te laten uitkomen.
De toren
Naast de kerk staat een vierkante bakstenen toren. Die verwijst naar een romaanse basiliek. Hij heeft een zijde van 5,40 meter en is 34 meter hoog. Een traptorentje leunt tegen de noordzijde van de toren aan. Het is bedekt met een halfronde gebogen spits. Op de toren staat een kruis dat ongeveer drie meter hoog is en iets meer dan 130 kg weegt. De windhaan is ongeveer 70 cm hoog. Er hangen 3 klokken in de toren.
Enkele waardevolle stukken in de kerk
Het hoofdaltaar
Op 30 december 1934 deed Gustaaf Devos, voormalig en eerste pastoor van de Konterdam, een gift in naam van zijn familie en zichzelf. Het ging om een som van 20.000 frank, te gebruiken om het hoofdaltaar te maken. Na veelvuldig overleg werd beslist een marmeren altaar te maken. Architekt Viérin tekende het model en de firma "Anciennes Carrières et Usines" uit Mazy bij Namen voerde het werk uit. In de week van 8 december 1935 kwam het mooie hoofdaltaar toe. Ter nagedachtenis van de inmiddels overleden schenker staat aan de achterkant gebeiteld: "Primus Pastor S. Catharinae - Conterdam: 1912-1920 R.D. Gustavus Devos D.D." Het is een tafelmodel met zwart marmeren blad dat geschraagd wordt door acht beige marmeren poten. In 2007 werd er een nieuw tabernakel op geplaatst.
Het centraal altaar
In 2005 werd besloten om de kerk helemaal her in te richten voor de liturgie. Daarom moest er een nieuw podium komen, centraal in de kerk. Natuurlijk moest dan een bijpassend altaar en lezenaar worden gemaakt. Het nieuwe altaar werd een klein vierkant model, zichtbaar vanuit alle hoeken van de kerk. De lezenaar kwam achter het altaar te staan. Hij is iets hoger dan het altaar om zo zichtbaar te zijn in heel de kerk. Het ontwerp is van architect Vandamme van Arte Grossé uit Brugge.
Het groot kruis
Het groot kruisbeeld vooraan in de kerk is merkwaardig. Het is niet een lijdende Christus, maar wel de verrezen Christus die het kruis overwon. Christus zegeviert door het kruis en door het evangelie. De kunstenaar heeft dit willen beklemtonen door aan de uiteinden van de staander en de armen de symbolen van de vier evangelisten aan te brengen. Zo zien we de adelaar voor Johannes, de stier voor Lucas, de leeuw voor Marcus en de engel voor Matteüs. Het kruis werd gemaakt naar aanwijzingen van pastoor Maertens van de Potterie in Brugge. Hij was specialist inzake kerkversiering. Het beeld werd gemaakt door het huis Claeys en het huis Dupont, beiden uit Brugge. Tijdens de schilderwerken in het begin van het jaar 2000 werd het kruis gerestaureerd
De doopvont
De doopvont werd uit blauwe hardsteen gemaakt door de heer Bourry, naar een ontwerp van pastoor Deketelaere. Op het kopren deksel van R. Timmerman staat een beeldje van Johannes de Doper.
Het orgel
Pastoor Roose en de kerkraad beslisten in 1981 om een degelijk orgel te plaatsen. Het orgel in barokstijl werd in 1981-1982 gebouwd door orgelbouwer Loncke uit Zarren. Het heeft 2 manualen, een voetklavier en 17 registers. Het werd op 18 december 1982 ingewijd door Mgr. De Smedt.
De kruisweg
Achteraan in de kerk werd in 1962 een kruisweg in keramiek geplaatst. Het ontwerp en de uitvoering is van de Oostendse kunstenaar Paul Vermeire. De kruisweg is in halfreliëf en houdt het midden tussen modern en klassiek. Door zijn kleurenpalet en sterke vormgeving is dit werk bestemd om een blijvend kunstwerk van grote waarde te zijn.
De zijaltaren
De twee zijaltaren komen uit de afgebroken kapel van het “Pontongesticht”, nu WZC ‘t Ponton. Ze dateren uit 1877. Op het zijaltaar bij het orgel staat een icoon met afbeelding van Onze-Lieve-Vrouw. Wat verder staat ook een modern Mariabeeld. Het werd aangekocht in 1995 bij kunstenaar-priester Georges Herregodts. Het toont een gestileerde Maria met kind. Dit beeld is niet bedoeld als devotiebeeld, maar wel als een modern kunstwerk voor onze kerk. Op 14 oktober 2001 werd aan het andere zijaltaar het beeld van de heilige Catharina ingezegend tijdens de Katrienefeesten. De stijl toont duidelijk de hand van kunstenaar-priester Georges Herregodts. Op het zijaltaar staat ook een icoon met afbeelding van de heilige Catharina. Ze wordt altijd afgebeeld met het rad waarop men haar tevergeefs wilde martelen,
De keramiek over de verrijzenis
Voor het zilveren priesterjubileum van pastoor Lieven Gistelinck werd in 1995 een keramieken tafereel besteld. Kunstenaar-priester Georges Herregodts vervaardigde een tafereel uit het Matteüsevangelie. Het toont Jezus die Petrus de hand reikt om hem weg te trekken uit het water. Bij de keramiek worden heden ten dage de naamkruisjes gelegd van de overledenen die in onze kerk worden begraven.
We laten nog even de kunstenaar zelf aan het woord: "Een kunstwerk kan mensen tot nadenken uitnodigen, tot bezinning, ja tot gebed. Als het daarin slaagt, kan men spreken van religieuze kunst. We hebben hier te doen met één van die onmogelijke verhalen waar het evangelie vol van staat: Jezus die over het water loopt. Maar het is tegelijk een verhaal dat diep menselijk is. We herkennen onszelf in de figuur van Petrus, die vol overmoed denkt dat hij alles aankan, die zonder nadenken in het water springt, maar dan beseft hoe hulpeloos hij is. Eigenlijk is ons leven ook een zeereis. Ook wij zijn op weg naar de overkant. Veelal is er geen wolkje aan de hemel, alles schijnt OK. Maar plots breekt de storm los: een accident, een zware tegenslag, ontgoocheling door een geliefde, een sterfgeval. Er is veel angst in de wereld. Mensen zien het niet meer zitten omdat hun ogen vol tranen staan. Dit tafereel geeft ons echter een boodschap van vertrouwen."
Pastoors op de Konterdam
- Gustaaf Devos: pastoor (1 april 1912 - 20 augustus 1920)
- Kamiel Van Besien: pastoor (12 september 1920 - 18 oktober 1928)
- Pieter Declercq: pastoor (4 november 1928 - 5 oktober 1937)
- Hector Suyckers: onderpastoor (27 juli 1933 - januari 1941)
- Edmond Wanket: pastoor (27 oktober 1937 - 13 maart 1942)
- Willy Debussschere: onderpastoor (januari 1941 - begin 1944)
- Nestor Lodewijck: pastoor (13 maart 1942 - 3 juli 1947)
- Maurits Matthys: medepastoor (december 1944 - augustus 1949)
- Maximiliaan Gheysen: pastoor (3 juli 1947 - 13 maart 1952)
- Antoon Vermeulen: onderpastoor (augustus 1949 - november 1955)
- Jozef Van Haecke: pastoor (20 april 1952 - 15 januari 1958)
- André Fockedey: onderpastoor (december 1955 - augustus 1957)
- Marcel Dewulf: onderpastoor (28 augustus 1957 - 2 januari 1975)
- André Deketelaere: pastoor (9 februari 1958 - 10 mei 1966)
- Jozef D'Hooghe: onderpastoor (17 augustus 1965 - juli 1990)
- Jozef Verhelst; pastoor (12 juli 1966 - 12 augustus 1968)
- Roger Vanhoute: pastoor (10 oktober 1968 - november 1976)
- Robrecht Sarazyn: medepastoor (5 juli 1975 - 12 oktober 1985)
- Jules Roose: pastoor (19 december 1976 - 1 juli 1993)
- Hugo Vandenberghe: medepastoor (14 december 1985 - 25 juli 1991)
- Luc Vantyghem: medepastoor, later pastoor in de federatie, moderator van de federatie en pastoor Pastorale eenheid Kana (22 december 1991 - december 2018)
- Lieven Gistelinck: pastoor en later moderator van de federatie (september 1993 - december 2001)
- Luc De Graeve: pastoor Pastorale eenheid Kana (1 februari 2019 - 1 november 2020)
- Bart Bonné: pastoor Pastorale eenheid Kana (vanaf 1 december 2020)