De zondag van vandaag noemt "beloken Pasen". Het woord "beloken" is een oud nederlands woord dat komt van het woord "be-luiken", en daarin horen we het woord luiken. Het wil dan ook zeggen: de luiken dichtdoen, sluiten. Luiken en deuren sluiten kennen we. “Hedde de deur goed vast gedaan ?” We vragen het elke keer wanneer we ons huis verlaten of gaan slapen. Kortom: elke keer wanneer we afwezig gaan zijn en niet meer kunnen zien wie of wat er door de deur binnenkomt. Als de deur “goed vast” is dan voelen we ons veilig. Dan zijn we opgesloten en kan er niemand binnen. Want we hebben angst dat als we deur open laten er dingen of mensen, die we niet kennen, in ons huis zullen komen. Dat was precies wat de leerlingen ook deden: ze sloten zich op omdat ze angst hadden. Nochtans had Jezus hen geleerd dat ze geen angst moesten hebben, dat Hij altijd bij hen zou zijn. Toch hadden ze angst, ze konden het niet geloven. Ze waren blijven steken op Goede Vrijdag en moesten Pasen nog beleven. Petrus en de anderen waren van plan om hun eerste beroep, visser, terug op te nemen. Ze wilden terug naar Galilea gaan en hun oude leven weer opnemen. Want de jaren met Jezus waren gestopt in een ontgoocheling: geen koningskroon, geen lofbetuigingen door het volk, geen vaste job als minister in de nieuwe regering. Integendeel: hun Jezus, diegene waar ze zo naar opekeken, was op het kruis gestorven. Zoals een misdadiger. De triomftocht in Jeruzalem was vervangen door het sleuren met het kruis zonder toejuichingen maar met spot en hoongelach vanwege de omstaanders. Hun ontgoocheling moet groot geweest zijn. En tot overmaat van ramp waren ze zelfs het dode lichaam kwijtgeraakt. Je zou voor minder terug gaan naar huis of gaan vissen. Dan komt Jezus zelf op de proppen. Hij laat zijn leerlingen niet alleen. Hij weet hoe ze twijfelen. Ondanks het ultieme teken dat Hij gegeven heeft op Goede Vrijdag. Toch hebben ze Hem nog nodig want geloven zonder te zien, zonder Hem te zien en te horen, dat is moeilijk. Herkennen wij onszelf daar niet in ? Niet alleen als het over God gaat, maar ook wanneer het over elkaar gaat. Geloven wij in het goede van elkaar, ook zonder dat we het eerst gezien hebben ? Kunnen wij onder elkaar meningsverschillen, ruzies, oude kwetsuren en geschillen, aan de kant schuiven omdat we geloven in het goede dat God in elke mens gelegd heeft ? Komt Pasen echt in ons hart of blijven wij steken op Goede Vrijdag ? Want dat is wat de Heer ons zegt: open uw deuren, open de deur van uw hart voor Gods liefde. Voorbij de dood is er leven. Laat onze oude kwetsuren sterven, verdwijnen en plaats maken voor nieuw leven. Nieuw leven toelaten in onszelf is in de eerste plaats ons hart openen. Dat is plaats maken God en voor de anderen. Onze gevoelens van angst voor het nieuwe, angst om anderen kansen te geven of oude misstappen te vergeven spelen een rol, evenals de regels in onze samenleving die mensen al te vaak veroordelen zonder oog te hebben voor het goede en de liefde die elke mens kan doen herrijzen. Want liefde, zoals God ze bedoelde, is groter dan gevoelens en regels. Het is ons diepste zelf, het is het goed zijn voor elkaar, het er zijn voor elkaar zoals Hij er altijd is voor ons allemaal, het is elkaar graag zien zoals God ons graag ziet.
Laat ons ons niet opsluiten. Niet afsluiten van de wereld die Zijn boodschap van liefde en vrede zo hard nodig heeft, niet afsluiten van God die als een eeuwige bron ons hart steeds opnieuw verfrist, en vooral niet afsluiten van de liefde voor elkaar waarmee alles begint. Laat ons ons hart wagenwijd openzetten voor elkaar en zo ingaan op de boodschap van Pasen. Anders kunnen we zoals de apostelen van plan waren onszelf opsluiten of gaan vissen.