Wie kijkt er naar “Zelfde deur, 20 jaar later”? Dat programma op TV waarbij Martin Heylen bij dezelfde deuren aanbelt waar hij 20 jaar geleden ook al eens langsging. Tal van mensen reageerden van: “Oei, oei, televisie, daar ben ik niet op gekleed.” Of “Wacht, ik ga eerst iets anders aandoen.” Met andere woorden, voor deze gelegenheid droegen ze niet de geschikte kledij.
En inderdaad, wanneer wij uitgenodigd worden op een trouwfeest, dan doen wij ook onze beste kleren aan … we kleden ons op … met een mooie, voor de gelegenheid gepaste outfit. Ik kan mij nog goed herinneren hoe ons moeder en ons vader piekfijn uitgedost ooit eens naar een feest vertrokken. Ons moeder had hare voorschoot omgeruild voor een deux-piècke en aan bijna elke vinger blonk ne ring, en ons vader zat strak in het pak. Zo eens iets anders dan nen blauwe overall.
In het evangelie van vandaag gaat het op het einde ook over een bruiloftskleed. Maar zoals gewoonlijk – vergeet niet, we horen hier weer een parabel, een gelijkenis – staat dit symbool voor iets anders. Eigenlijk zou men bij elke parabel een verklarende legende moeten bijgeven. Zo van: de koning staat voor God; de zoon voor wie het feest is, is Jezus; de dienaren verwijst naar de profeten uit het Oude Testament en het feest zelf is een beeld voor de band tussen God en zijn volk.
We vieren in dit evangelieverhaal a.h.w. het ultieme verlangen van God naar verbondenheid met de mens. En iedereen, maar dan ook íedereen, is uitgenodigd. Want tot driemaal toe zendt de koning, God dus, zijn dienaren er op uit om mensen uit te nodigen voor dit feest.
Maar er is ‘een maar’ in dit verhaal …
Want op het einde wordt de man die niet de geschikte kleding droeg prompt buiten gesmeten, in den donkere, waar geween en tandengeknars zal zijn. Waarom voegt de evangelist Matteus dit rare einde er aan toe? Was het niet voldoende om te eindigen met een happy end? Met de boodschap dat God iedereen uitnodigt op zijn feest: rijk of arm, jong of oud, welke huidskleur of achtergrond je ook hebt?
Nee, dit was niet voldoende. Dat choquerende effect, dat Jezus graag gebruikt en waar ik het reeds over had in een vorige preek, moest erbij. Want waarvoor staat het bruiloftskleed symbool in onze legende? Het bruiloftskleed refereert naar de ingesteldheid van mensen die zich niet kunnen of willen verbinden met God. Iemand die geen bruiloftskleed draagt, weet niet hoe hij of zij zich moet gedragen in het Rijk van God.
Het volstaat namelijk niet om in te gaan op de uitnodiging. Neen, uitgenodigd worden op het feest om onze relatie met God te vieren, is een opdracht, we moeten hier ook iets voor DOEN. “Bekleedt u met de nieuwe mens” zei Paulus in zijn brief aan de Efeziërs, wat zo veel wil zeggen als: kom tot inkeer en zorg voor een aangepaste levenshouding, leidt een leven dat in de lijn ligt van het Rijk van God.
En dat Rijks Gods, ik heb het u al gezegd, dat is noch tijdsgebonden, noch plaatsgebonden. Het is geen rijk dat op zondag 11 oktober 2020 om 10.30u zal beginnen of het is evenmin een rijk dat je kunt bereiken door de derde straat links te nemen en dan na 200m rechtsaf te slaan.
Het Rijk Gods waar Jezus het over heeft, is een manier van leven waarin naastenliefde centraal staat. Het gaat over verbondenheid met mekaar. In deze tijden brandend actueel ... Het gaat over het vormen van gemeenschap, waar iedereen welkom is en waar geen egoïsme heerst. Het is een mentaliteit van liefde geven en dan ook liefde krijgen. Want gelukkig maken = gelukkig zijn.
Als wij dan toch allen sowieso uitgenodigd zijn aan de tafel van de Heer, laat ons dan ook met de juiste ingesteldheid, met ons bruiloftskleed dat niet van buiten maar van binnen zit, samen werk maken van dat Rijk zoals God het voor ogen heeft en zoals Jezus het ons voorleefde.
Gerry Bellekens, bruggenbouwer van onze Pastorale Eenheid Mozes