Driemaal is scheepsrecht. Of: derde keer, goede keer. Of: alle goede dingen bestaan uit drie. Er bestaan tal van spreekwoorden en gezegden waar het magische getal ‘drie’ in voorkomt, maar in het geval van de roeping van Samuël moet het eigenlijk ‘vier’ zijn. Want het is pas bij de vierde keer dat God Samuël roept dat Samuël – met een beetje hulp van zijn leermeester Eli – doorheeft dat het God is die hem roept.
Waarom duurde het zo lang vooraleer Samuël en Eli doorhadden dat het God was die riep? Het antwoord op deze vraag wordt gegeven na de tweede ‘roeping’; omdat Samuël de Heer nog niet kende. En het gaat hier niet over “kennis van” of “kennis over” iets, maar kennis hebben MET iemand. In de volksmond wordt nogal eens gezegd: die heeft kennis met die, in de zin van: een relatie hebben met elkaar. En dààr gaat het over in de eerste lezing. Samuël wordt geraakt door Gods woord en treedt in relatie met Hem. “De Heer is met Samuël” wordt in de laatste zin gezegd. Bovendien wijst het feit dat God Samuëls naam twee keer achter mekaar herhaalt bij de vierde roeping erop dat God een bijzondere aandacht heeft voor de geroepene en hem een grote verantwoordelijkheid toedraagt.
Een andere reden waarom God tot vier maal toe Samuël uit zijn slaap haalt, is dat God niet opgeeft. ‘De aanhouder wint’ moet God gedacht hebben. In de parabel van de werkers van het elfde uur gaat de h(H)eer er zelfs vijf keer op uit om arbeiders te zoeken voor zijn wijngaard. Wat wil dit zeggen? Dat God ons nodig heeft. God roept ieder van ons op om mee te werken aan zijn droom, aan een betere wereld.
En soms moet God daar al eens serieus voor roepen, tot vier keer toe. Want hoe dikwijls horen wij Hem niet? Of willen wij Hem niet horen? Als wij God niet horen spreken, ligt dat dan aan God of aan ons?? Hoe vaak zijn we niet bezig met ons eigen ikje, met onze drukke agenda, met onze to do-lijstjes? Hoe vaak hebben wij heden ten dage niet – letterlijk – onze koptelefoon op of onze oortjes in? Op zulke momenten hebben wij een God nodig die ons ten alle tijden graag ziet en die onophoudelijk blijft roepen … tot wij zeggen: “Spreek Heer, uw dienaar luistert.” En niet: “Luister Heer, uw dienaar spreekt.” …
Die luisterende houding aannemen, die attitude van: zeg maar wat ik moet doen, God, ik ben er klaar voor, dat is de basishouding van een pastor. Die bereidheid om zichzelf in te zetten voor anderen, daartoe wordt eigenlijk elke christen geroepen.
Het is tevens een levenswijze waarmee de eerste leerlingen kennismaken in het evangelie. Wanneer de twee leerlingen (op dat moment nog van Johannes de Doper) vragen aan Jezus: “Meester, waar verblijft Gij (of waar houdt Gij U op, naargelang de vertaling)?” verwachten ze geen antwoord in de trant van: in die straat het tweede huis op uw rechterkant of in hotel De Jordaan, kamer 202. Nee, ze willen weten wat die Jezus zoal doet, wat Hem drijft, wat Hij belangrijk vindt in het leven. Met hun (weder)vraag willen ze nagaan waarom Johannes de Doper van deze man zegt: “Zie het Lam Gods. Ik doop met water, Hij doopt met de Geest.”
En dan gebruikt Jezus een gewichtig werkwoord: het werkwoord ZIEN. Hij nodigt de leerlingen uit (lees: Hij roept ze) om mee te gaan en het te zien. Met ‘het’ wordt die levenswijze van hierboven bedoeld en in plaats van ‘zien’ zou er eigenlijk beter ‘inzien’ staan. Door een dag met Hem mee op te trekken, zien ze dus dat Jezus aandacht heeft voor de minderbedeelden, voor mensen in de marge van de maatschappij, voor de kleinen en dat Hij hun kracht geeft. Kracht ook aan ieder van ons om sterk in het leven te staan, om het hoofd te kunnen bieden aan pandemieën en dergelijke. De twee leerlingen zien dus in, krijgen het inzicht dat dat de basishouding is die ze moeten aannemen. En dat werkt zo aanstekelijk dat één van de leerlingen, Andreas, zijn broer Simon aanspreekt en hem overtuigt om mee op weg te gaan met die Jezus. Het is van deze Simon (Petrus) dat Jezus later zal zeggen: jij bent de rots waarop Ik mijn kerk zal bouwen. Hij zal de geschiedenis ingaan als de eerste paus.
Maar die drie mannen kunnen dat niet alleen. Zelfs al komen er nog enkele apostelen bij. Zoals eerder gezegd, heeft God ons nodig. Ook na meer dan 2000 jaren is het werk in de wijngaard nog niet af. Dagdagelijks worden wij allen geroepen om ons in te zetten voor anderen, op de manier zoals Jezus het ons voordeed.
Even serieus, zullen wij, jij en ik, ingaan op die roepstem?
Gerry Bellekens, bruggenbouwer van onze Pastorale Eenheid Mozes