Gedachte op zondag | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Pastorale Eenheid Mozes - Heist-op-den-Berg - Putte

Pastorale Eenheid Mozes - Heist-op-den-Berg - Putte

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • Pastorale eenheid Pastores Parochies
      BeerzelBooischotGrasheideGrootloHallaarHeist-CentrumHeist-GoorHeist-StationItegemPeulisPijpelheidePutteSchriekWiekevorstZonderschot
      Vieringen Doopsel Huwelijk Biechtgelegenheid Ziekenzalving Vormsel en eerste communie Nieuwsberichten Gedachte op zondag Diaconie - Onderweghuis Kalender
      Kalender BeerzelKalender Peulis
Gedachte op zondag

Gedachte op zondag

icon-icon-artikel
Gepubliceerd op zaterdag 10 juli 2021 - 11:02
Afdrukken

Een merkwaardige figuur, die Amos uit de eerste lezing van vandaag. Een profeet die verbod krijgt om te profeteren, en zich verdedigt door te zeggen dat hij geen profeet is. Wat is dat nu? Hoe moeten we dat begrijpen?

Elke religie en elk godsdienstig leven begint bij een bezieling, een be-geest-ering. Enkele mensen voelen zich geroepen om hun ervaring van de onnoembare God overal te verkondigen. Zo’n mensen noem we ‘profeten’. Wat onuitsprekelijk is, gaan ze toch uitdrukken, in woorden waarvan ze beseffen dat ze niet van hen zijn, maar dat ze hen gegeven zijn. Het is geen optreden waar ze voor kiezen, en zeker geen show die ze leuk vinden. Soms doen ze zelfs alles om het te ontvluchten. Maar ze voelen aan dat ze dit moeten doen, het is wat de Duitse filosofen een “du sollst” noemen. We hebben dat allemaal wel eens, het besef dat we op een bepaald moment iets moeten doen of zeggen, ook als we dat niet leuk vinden en er zeker niet populair door zullen worden. Soms, al is het in onze eigen kleine kring, moet elke christen eens een beetje profeet zijn. God kan soms spreken door heel gewone mensen, zoals wij.

 

Maar als een godsdienst groter en sterker wordt, zien we vaak dat ze een instituut wordt, en dat ze dicht gaat aanleunen bij sterke en machtige mensen. Dat gebeurde ook in Israël. “Dit heiligdom is van de koning en dit gebouw van het rijk” zegden de priesters in Bethel. Hier mag niet zomaar gelijk welke profeet komen spreken, wat denk je wel. En dan komt dat opvallende antwoord van Amos: “Ik ben geen profeet of lid van een profetengilde”, zegt hij. Met andere woorden: dit is mijn stiel niet, ik ben een heel gewone man, ‘veehoeder en vijgenkweker’. Ik sta hier niet omdat het mijn job is of omdat ik graag in de belangstelling sta, zegt Amos, ik zou veel liever gewoon thuis zijn en mijn werk doen. Ik sta hier omdat ik besef dat dit is wat God op dit moment van mij vraagt.

Onze godsdienst is vandaag niet groter en sterker aan het worden, toch niet hier in West-Europa, integendeel. Onze ooit zo machtige kerk lijkt soms wel in te storten. Misschien is dit wel een tijd voor ieder van ons, gewone mensen, om een beetje zoals Amos te worden. Om vrijuit over God te spreken en als zijn mensen te leven, gewoon omdat dit is wat Hij hier en nu van ons vraagt.

 

Herinner u de lezing van vorige week. Als Jezus in zijn vaderstad komt en daar in de synagoge het woord neemt, krijgt hij het hard te verduren. Ook Jezus is geen lid van een gekende profetengilde of priesterlijke familie. Hij is geen – om met een functie van vandaag te spreken - ‘pastoraal medewerker’, iemand die zich op professioneel niveau in geloof en religie verdiept. “Dat is toch ‘de timmerman’”, zo zeggen zijn dorpsgenoten van weleer. “De zoon van Maria en de broers van Jakobus, en Joses en Juda en Simon? Zijn zusters wonen toch hier bij ons?”

 

Vandaag vertelt de evangelist Marcus ons over de leerlingen van Jezus. Ze zijn geen beroepsprofeten. Evenmin zijn ze verbonden aan een groot heiligdom, de tempel van Jeruzalem. Het waren vissers uit de rurale gebieden van Galilea. ‘Mensen van het land’, zoals het volk in die tijd werd genoemd. En toch zijn zij het die door Jezus zijn geroepen, volkomen onverwachts.

 

En Jezus gaat nog een stap verder. Hij zendt hen uit, letterlijk om zijn werk te doen. Veel middelen geeft hij hen niet mee, integendeel. Maar hij geeft hen wel iets merkwaardigs. De evangelietekst noemt het “macht over de onreine geesten”. In het Marcusevangelie zijn ze er voortdurend, die demonen of kwade geesten, ze lijken wel Jezus’ belangrijkste tegenstanders. Het is een voorstelling die voor ons moeilijk te begrijpen is. Maar het heeft in ieder geval te maken met datgene waardoor mensen bezete kunnen worden, wat hen in de ban houdt en innerlijke schade berokkent, en waardoor mensen van hun naasten en omgeving geïsoleerd raken. De dingen waaraan een mens ‘kapot’ kan gaan, om het sterk te zeggen. Daar kan ieder van ons zich wel iets bij voorstellen. We kunnen er helaas vele voorbeelden van geven.


En dan is het heel duidelijk wat Jezus van zijn leerlingen wil: dat ze bevrijding brengen, dat ze mensen terug aan zichzelf geven en aan hun geliefden. Het is niet toevallig dat hij net dat vermogen aan zijn leerlingen geeft. Want dat is ook zijn eigen opdracht, zijn eigen zending. Wanneer Lucas zijn versie geeft van het verhaal dat Jezus in de synagoge van zijn vaderstad onderricht geeft, klinkt het dat God hem heeft gezonden ‘om aan armen de goede boodschap te brengen … aan gevangenen hun vrijlating … aan blinden het licht in hun ogen’, ‘en om verdrukten in vrijheid te laten gaan’. (Lc 4,18-19)

 

Nog een laatste punt. Wat opvalt in de zending van de leerlingen, is dat ze niet het vermogen krijgen om iedereen te overtuigen. Jezus waarschuwt hen zelfs dat er plaatsen zullen zijn waar ze niet ontvangen zullen worden. Wat ze wel krijgen is  de kracht om mensen te bevrijden en om zieken te zalven en te helen. Meer hebben ze niet nodig. Ze moeten gewoon Jezus’ liefde aanwezig stellen. Profeten moeten niet altijd lange redevoeringen houden. Ze moeten alleen zeggen en doen wat van God komt.

 

Het doet mij denken aan wat de protestantse theoloog Dietrich Bonhoeffer in 1944 schreef vanuit zijn gevangeniscel: “Christen zijn bestaat vandaag uit: bidden, het goede doen onder de mensen, en wachten op Gods tijd.” God laten zijn, hem aanwezig laten zijn in onze wereld. God als Vader of Moeder die voor ons zorgt. God als Zoon die ons redt. Gods als Heilige Geest die ons troost en inspireert. Moge dat de bron zijn van alles wat wij christenen in deze wereld zeggen en doen. Amen.

 

David Godecharle, parochieassistent van onze Pastorale Eenheid Mozes

Gedachte op zondag
Gedachte op zondag
Vorige Volgende

Gepubliceerd door

Pastorale Eenheid Mozes - Heist-op-den-Berg - Putte

Meer

Artikel

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Een gedeelde missie voor alle gedoopten
readmore

Gebedsintentie paus oktober 2024: voor een gedeelde missie

icon-icon-inspiratie
De pijn van de slachtoffers van milieurampen
readmore

Gebedsintentie paus september 2024: voor de schreeuw van de aarde

icon-icon-inspiratie
gebedsintentie paus augustus 2024: politieke leiders
readmore

Gebedsintentie paus augustus 2024: voor politieke leiders

icon-icon-inspiratie

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook