De wonderbare visvangst. Daar gaat het over in het evangelie van vandaag. Menig schilder of kunstenaar is daar in het verleden al mee aan de slag gegaan. Ongetwijfeld komen er bij het aanhoren van dit verhaal beelden voor de ogen van netten vol vissen en boten die bijna zinken in het meer. Maar … eigenlijk is dit allemaal maar perceptie. Het beeld dat op onze netvliezen is gebrand is misschien wel ‘gemaakt’, of zelfs ‘misvormd’ door die beeldende kunstenaars uit het verleden.
Om aan te tonen wat perceptie is, zou ik jullie allemaal een wit blad papier kunnen geven en vragen: “teken nu God eens, zet een keer op papier hoe God er volgens jou uitziet”. Ik ben eens nieuwsgierig naar wat er allemaal uit de bus gaat komen, hoeveel verschillende ‘godsbeelden’ we gaan te zien krijgen. Misschien gaan er enkele mensen zijn die God getekend hebben als een man met een lange baard, gezeten op een troon. Of misschien zijn er wel mensen die een groot hart getekend hebben, omdat ze overtuigd zijn dat God liefde is. Niemand gaat zeggen wat juist of fout is, want … niemand heeft God ooit gezien …
Maar gaat het daar nu werkelijk over in het evangelieverhaal, gaat het eigenlijk over die netten vol vis? Ja en neen. Die netten vol vis zijn een verwijzing naar al die mensen die de apostelen, de eerste christenen, gingen op-vangen om hen te redden en tot geloof te brengen. Klopt. Maar in sé gaat het over roeping. Jezus roept enkele mensen om Hem te volgen, om in Zijn voetsporen te treden en om samen met Hem op weg te gaan om ook andere mensen in hun spoor te doen treden, om iedereen te spreken over die Blijde Boodschap die Jezus wil verspreiden over de ganse wereld.
Ook in de eerste lezing wordt Jesaja geroepen om door God gezonden te worden. Roeping en zending. Het laatste is een haast onlosmakelijk gevolg van het eerste. Sommigen onder ons worden geroepen tot priester, anderen tot diaken of pastoraal werker, nog anderen tot lector of gemandateerd voorganger. Maar het zijn niet alleen de mensen die vooraan staan in een kerk die geroepen worden. Nee, wij worden ALLEMAAL geroepen. Ieder van ons op zijn of haar terrein.
En roeping gebeurt vaak geruisloos, op een moment dat je het vaak niet verwacht. Roeping is niet dat er wolk opengaat en dat er een luide stem uit de hemel roept wat je moet gaan doen. Integendeel, het zit ‘em vaak in kleine ontmoetingen, in korte zinnetjes die iemand jou zegt, … Kortom, het zit ‘em in zaken die je raken. Wanneer je geraakt wordt, gaat er een klein hemeltje open in jouw hart en kom je tot inzicht. Het wordt dan duidelijk welke richting je dient uit te gaan om het goede te doen. De Griekse filosoof Aristoteles zei het volgende hierover: “Waar je talenten en de behoeften van de wereld elkaar kruisen, daar ligt je roeping.”
Het evangelieverhaal van vandaag voegt daar nog een extra dimensie aan toe, een diepere laag als het ware. Letterlijk, want Jezus vraagt aan Simon-Petrus om naar het diepe te varen. Misschien is dat ook wel een boodschap voor ons? Misschien maant Jezus ons wel aan om niet aan de kant te blijven, waar het veilig is, maar om op zoek te gaan naar diepgang, naar ver-dieping? Het is inderdaad heel gemakkelijk om langs de zijlijn te blijven staan en niks te doen. Maar dat kan volgens mij niet Jezus’ bedoeling zijn, dat hoort m.i. niet tot Gods plan. Soms moeten we wel eens die veilige oever verlaten en durven springen. Af en toe moeten we uit onze comfortzone stappen om in Jezus’ voetsporen te treden. Dat kan bijvoorbeeld door een wildvreemde te helpen op straat. Of door op een receptie te durven zeggen dat je gelovig bent en voor de kerk werkt. Of door jezelf aan te bieden om als vrijwilliger mee te werken bij een organisatie die strijdt tegen armoede.
Het is in het diepe dat het gebeurt. Het is daar dat wij anderen kunnen raken, het is daar dat wij onze naaste kunnen nabij zijn. In het diepe kunnen wij werk maken van Gods plan met de wereld. Zo kunnen ook wij vissers van mensen worden.
Amen.
Gerry Bellekens, bruggenbouwer van onze Pastorale Eenheid Mozes