Ik wil zeker niet discrimineren, maar sta mij toe lieve dames hier aanwezig, om mij heel even enkel te richten naar de heren. Beste heren, christenbroeders van het mannelijk geslacht, zo’n kleine 2000 jaar geleden, rond 50 na Christus, hebben ze iets héél belangrijks beslist dat ons, heren, allemaal aangaat. Na rijp beraad, veel overleg en talrijke vergaderingen op verschillende locaties heeft men destijds besloten dat mannen die christen werden zich niet moesten laten besnijden. Had men dat toen niet gedaan, hadden wij hier allemaal een klein beetje anders gezeten dan hoe wij op de wereld zijn gekomen.
Hoe deze beslissing tot stand kwam, hoorden we in de eerste lezing. En het is opmerkelijk hoe dit wordt verwoord. Het werd zelfs neergeschreven in een brief. Er staat: “De heilige Geest en wij hebben besloten …” Het waren dus niet alleen die wijze mannen die tot dat besluit gekomen zijn, maar ze werden geholpen door de heilige Geest.
Diezelfde heilige Geest komt terug in het evangelieverhaal. Jezus belooft ons een Helper, iemand die ons alles zal leren én dat ook in herinnering zal brengen. Dat moet toch een vooruitziende kerel geweest zijn, die Jezus! Die had toen al door dat zijn gebod van liefde, wat we vorige week nog te horen kregen, op tijd en stond moest herhaald worden om ons eraan te herinneren. Dat hebben we nu, anno 2022, meer dan nodig volgens mijn bescheiden mening …
Vandaar ook het grote belang dat paus Franciscus hecht aan de werking van de heilige Geest op de synode die vorig jaar gestart is en volgend jaar zal eindigen. Een synode is een samenkomst van vertegenwoordigers van een kerk, een soort grote vergadering van kerkelijke ambtsdragers. Paus Franciscus nodigt ons uit om werk te maken van een synodale kerk waarbij gemeenschap, participatie en zending centraal staan. In het boekje “De synodale weg” wordt uitgelegd dat het waaien van de heilige Geest essentieel is in het hele proces om een nieuwe, frisse wind te doen waaien in de kerk.
Dat dit laatste pure noodzaak én zeer hoogdringend is, daar zijn we het allemaal over eens, denk ik. In de eerste lezing hoorden we dat er toen al onenigheid bestond tussen de eerste christenen en meningsverschillen in de vroege kerk, en dat is nu niet anders. De meningen over bijvoorbeeld het celibaat of vrouwen als priester verschillen heden ten dage ook en vragen om een snelle herziening. Daar mag wat mij betreft de heilige Geest zijn wind stevig doen waaien.
Maar deze Helper, zoals Jezus hem noemt, gaat dit natuurlijk niet alleen doen. Het werkwoord ‘helpen’ impliceert per definitie dat wij zélf ook iets moeten doen. De heilige Geest gaat het niet voor ons doen, de verantwoordelijkheid ligt bij ons. Wij dienen wel degelijk actie te ondernemen en daarbij worden we weliswaar geholpen, daarin worden we bijgestaan. De heilige Geest geeft ons als het nodig is de helderheid om ons in herinnering te brengen wat Jezus zei en deed. Maar het liefhebben, datgene wat Jezus ons vraagt, begint dus bij onszelf.
In de mate dat we leven vanuit Jezus’ liefde zal er ook echt vrede zijn in ons hart en in onze gemeenschappen. Dat wenst Jezus ons vandaag ook letterlijk toe. “Vrede laat ik u, mijn vrede geef ik u” zegt Hij. Een zinnetje dat elke week herhaald wordt in de zondagsviering. En het gaat hier dan niet over vrede in de betekenis van ‘het ontbreken van oorlog’ – hoewel dat in o.a. Oekraïne meer dan wenselijk is – maar over innerlijke vrede. De vrede die Jezus zijn leerlingen nalaat, is van een andere aard dan ‘aardse vrede’. Die liefdevolle vrede – of vredevolle liefde – is het gevolg van volgehouden inzet die leidt tot het welzijn van al onze medemensen.
Laat ons allen samen werken aan die vrede en dat straks na de zending in verbondenheid ook uitdragen naar anderen. Zo komt dat Rijk Gods weer een klein beetje dichterbij.
Gerry Bellekens, bruggenbouwer van onze pastorale eenheid Mozes