Aprilmorgen
De merel was zo wonderzoet aan ’t fluiten
in de oude vliereboom…
Ik schoof mijn venster op en keek naar buiten
als in een droom…
Heel de appelboomgaard stond vol roze knoppen
en van die knoppen vielen pareldroppen
in ’t ochtendstil!
En ’k zag de zon gelijk een reuzenvogel
ten blauwen trans
uitslaan wijd over dorp en dal haar vlogel
van louter glans.
En gans de gaarde en al die bloesembomen,
’t laaide al, één vuur,
en ’k voelde en wist: God was op aard gekomen
in ’t heerlijk lentemorgenuur.
Paul de Mont (1895-1950)