« Wat wilde gij later worden ». Het is een vraag die we als kind regelmatig te horen krijgen. Er is op elke familiefeest welk ergens een bezorgde tante of nonkel die wil weten wat we later willen worden. Ik had het altijd moeilijk met die vraag. Want het is geen eenvoudige vraag omdat de vraagsteller een bepaald antwoord verwacht. « Niets » is een verkeerd antwoord omdat het getuigt van weinig inzet. « Miljonair » is een goed antwoord omdat het voldoet aan wat de vraagsteller verwacht.
Wanneer ik de lezingen van vandaag aan het doornemen was, en las hoe Petrus in de eerste lezing staat te getuigen van zijn geloof dacht ik eraan dat ook aan de apostelen iemand wel eens zal gevraagd hebben « wat wilde gij later worden ». Ook zij hebben daar een antwoord op gegeven en dat zal wellicht niet geweest zijn « apostel ». Waarschijnlijk wilden zij visser worden, of papa, of keizer van Rome of misschien wel miljonair. Wat er ook van zij, ook zij hadden wellicht een planning gemaakt van hun leven, ook zij droomden van een toekomst. Net zoals wij. Alleen liep het bij hen niet zoals voorzien. Er gebeurde iets in hun leven dat ze niet konden voorzien. Er kwam iemand in hun leven die ze niet hadden voorzien. En zelfs toen ze Jezus leerden kennen en met Hem op pad gingen, konden ze niet voorzien dat ze zo door Hem geraakt zouden worden. Want uiteindelijk was het naar aardse normen geen succesverhaal. Diegene naar wie ze zo opgekeken hadden werd als een ordinaire misdadiger aan het kruis geslagen. Was dat nu wat hen zo geraakt en beziggehouden had ? Was het daarvoor dat ze geen visser, keizer of miljonair geworden waren ? Toch bleef die geraaktheid. Ze werd nog versterkt door het besef dat Hij niet weg was, maar hen bleef aanraken over de dood heen. En dat deze aanraking hen zo’n goed gevoel gaf dat ze er niet konden over zwijgen. Ze voelden hoe Zijn woorden hun leven gingen beheersen. « Mijn schapen luisteren naar mijn stem en ik ken ze », had de Heer gezegd. Het gaf hun energie en tegelijkertijd een gevoel van geborgenheid en veiligheid. Die energie gaf hen vleugels, niet om te vliegen maar om te getuigen van Hem, ze gaf vleugels aan hun woorden. Ze konden ermee leven dat ze geen visser, keizer of miljonair waren geworden. Of waren ze het net wél geworden in de ogen van God ?
Deze zondag van de Goede Herder is voor ons allen een uitnodiging om te luisteren. Te luisteren naar de stem van God, die we vinden wanneer we het stil maken vanbinnen, wanneer we luisteren naar het ruisen van de wind in de natuur. Een stem die ons oproept om ons ten dienste te stellen van Zijn plan met ons : ieder volgens zijn talenten en mogelijkheden. Er zijn vele handen en geesten nodig om het werk aan te pakken want er is veel werk in de wijngaard van de Heer. Als we daar kunnen werken dan worden we toch nog hemels miljonair in Zijn Rijk van vrede, gerechtigheid en liefde.
Walter