Hopen ondanks alles…
Lege velden, vallende bladeren…
De dagen worden korter, de nachten nog langer.
Op de adventskrans branden twee kaarsen.
Eén kaars die ons doet geloven dat de dag uit de nacht geboren wordt.
Eén kleine vlam die ons doet uitzien naar het grote licht van Kerstmis.
Er staan vandaag in het midden van de adventskrans enkele winterse takken.
De natuur dwingt ons verder te kijken dan de oppervlakte.
Deze kale twijgen dragen nieuw leven in zich.
Met water, licht en vooral warmte
kan wat nu nog verborgen is, groeien en tot bloei komen.
Meer dan ooit hopen op een nieuwe toekomst,
zoals vrede na de oorlog, als ‘Licht’ doorheen de donkere corona-tunnel.
“Advent is neen zeggen tegen fatalisme.
Het is tegen alle schijn in blijven hopen op een nieuwe toekomst,
goed beseffend dat we geen andere grond hebben om op te staan
dan het vertrouwen dat het kleinste licht sterker is dan de duisternis.
Voor christenen is dat licht geboren toen Jezus ter wereld kwam,
Als een weerloos, kwetsbaar mensenkind”
Fredericque Vanneuville, Tertio, 25 november 2020
Als een wegbereider…
Dit jaar volgen wij het geloofsverhaal van Marcus.
Op de eerste pagina komt Johannes de Doper ons tegemoet.
Marcus stelt dit voor als het:
“Begin van de goede boodschap van Jezus Christus, Zoon van God.
Zoals geschreven staat bij de profeet Jesaja:
Zie, Ik zend mijn bode voor U uit, om uw weg te banen;
een stem roept in de woestijn:
Bereid de weg van de Heer, maak zijn paden recht”
Zijn boodschap is radicaal, ze treffen de ‘wortels’, de ‘radix’ van ons leven.
Zijn levenswijze is al even radicaal en non-conformistisch.
Hij liep rond in kemelhaar en leefde van sprinkhanen en wilde honing.
Hij kondigde aan: slechts als een voorbode, de ‘wegbereider’ te zijn
naar de Heer zelf.
“Elk dal moet worden opgehoogd,
en elke berg en heuvel moet worden afgegraven
oneffen plekken moeten vlak gemaakt worden
en ruige gronden worden een vlakte”
Jesaja, 40, 1-5, 9-11
Hij is de wegenwerker…
Hij baant de weg naar Iemand die sterker is dan hijzelf:
Diegene die zal dopen met geest en vuur!
Hij roept op tot bekering, maar beseft tegelijk dat hij slechts een roepende is in de woestijn
en dat het bruisende leven van elke dag zich doof houdt voor zijn oproep.
Toch ontmoedigt dit hem niet omdat hij weet dat, na hem,
‘God-die-naar-ons-toekomt’ zijn kansen krijgt!
De oproep in de advent weerklinkt:
”Bekeert u, want het Rijk der hemelen is nabij”
Matteüs 3, 2
Met diezelfde woorden zal Jezus zijn zending in Galilea beginnen.
Het gaat telkens om dezelfde blijde boodschap: het Rijk van God komt!
En Johannes kondigt aan wat Jezus later zal zeggen:
'Het Rijk van God is gekomen, is aangekomen, het is midden onder u'.
Als Jezus gaat verkondigen, gaat hij geen zieltjes winnen,
als ware hij een supporter die meer aanhangers voor zijn ploeg zoekt.
Neen, hij gaat heel eenvoudig verkondigen:
Het Rijk van God is midden onder u!.
De voorwaarde om deel te gaan uitmaken van dat rijk is
een verandering van leven voltrekken, dat wil zeggen ons bekeren,
ons elke dag bekeren, een stap vooruit elke dag…
Het komt erop aan de gemakkelijke, maar misleidende wegen
van de afgoden van deze wereld : het succes ten koste van alles,
de macht op de kap van de zwaksten, de dorst naar rijkdom.
Hij berooft ons niet van onze vrijheid, maar schenkt ons het ware geluk…”.
Paus Franciscus, tijdens het Angelus in 2016
Advent geeft ons uitzicht op deze hoop-volle toekomst.
“Hier is de Heer God. Hij komt in kracht; de heerschappij is in zijn hand;
kijk, zijn loon draagt Hij met zich mee, en zijn werk gaat voor Hem uit.
Als een herder zal Hij zijn kudde weiden;
in zijn arm brengt Hij de lammeren samen
en Hij draagt ze aan zijn borst terwijl Hij de ooien leidt.
uit de eerste lezing: Jesaja 40, 1-5, 9-11
“De Heer talmt niet met zijn belofte zoals sommigen menen,
maar Hij heeft geduld met u,
omdat Hij wil dat allen tot inkeer komen
en niemand verloren gaat”.
uit de tweede lezing: 2 Petrus 3,8-14
Walbert, pastor
lees ook de lezingen en commentaar achteraan in Kerk & leven nr. 49